zondag 27 februari 2011

Loon Commando


De gevolgen van de belastinghervorming van Fidesz – meer geld voor de rijken, minder of hetzelfde voor de minima en alles t/m modaal (zie mijn vorige blog) – hakken erin. De regeringspartij verloor volgens Median de afgelopen maand maar liefst 7% aan populariteit onder alle kiezers. Tijd voor het “Loon Commando”.
 
Het Looncommando is een werkgroep van de regeringspartij Fidesz, mogelijk onder voorzitterschap van premier Orbán zelve, die actie zegt te gaan ondernemen tegen die bedrijven en ondernemers die niet bereid zijn hun werknemers voldoende te compenseren voor de achteruitgang in inkomen die het gevolg is van de invoering van de vlaktaks. Let wel, de regering voert een belastingwijziging door waardoor lagere en middeninkomens geld kwijtraken en de regering vindt dat de werkgevers dat dan maar moeten compenseren met extra loonsverhogingen. En schande als ze daartoe niet bereid zijn!
De wereld op zijn kop, lijkt mij, en een wat doorzichtige poging om de schuld af te wentelen. De ondertoon in deze campagne is dat het eigenlijk die schandalige grote buitenlandse multinationale ondernemingen zijn die ervoor zorgen dat de arme Hongaren sinds 1 januari minder loon hebben. Maar de werkelijkheid is waarschijnlijk eerder dat juist de kleinere en middelgrote Hongaarse bedrijfjes in deze crisistijden moeite hebben met dit soort extra loonsverhogingen, terwijl de grotere Westerse bedrijven in doorsnee juiste betere salarissen en arbeidsomstandigheden bieden. Geen wonder dat de organisaties van Hongaarse werkgevers zacht gezegd niet erg verheugd zijn met dit jongste Fidesz-initiatief.
Wat het Looncommando overigens gaat doen, is een raadsel. Demonstreren bij fabriekspoorten? Bepaalde bedrijven dwingen de lonen te verhogen? Niemand weet het, maar vooralsnog kunnen mensen met klachten zich telefonisch bij het commando melden. Het klinkt allemaal erg naar de antikapitalistische agitprop van de radicaal-linkse studentenactivisten in West-Europa in de jaren ’70, maar dan uit de mond van een conservatief-christelijke regering. Bizar.

De steun voor Fidesz, de MSZP en de groep weet-niet
Maar het probleem voor Fidesz is dat het verlies aan populariteit langzaamaan serieus begint te worden. Die 7% verlies, van 45% naar 38%, komt bovenop de 1 a 2% die de partij daarvoor elke maand kwijtraakte en al met al is Fidesz zo meer dan 10% van haar kiezers oftewel ruim 600-duizend stemmen, verloren. Echt gevaarlijk is dat voor de regeringspartij nog niet, want de afhakers gaan niet naar een andere partij (de socialisten blijven rond de 12%, de Groenen (LMP) rond de 5 a 6% en de neonazi’s van Jobbik rond de 10%), maar naar het kamp van de twijfelaars dat gegroeid is tot 35%.
En toch, ook andere cijfers zijn een teken aan de wand.  Nog maar 44% van de bevolking is het eens met de koers van de regering (dat was juni vorig jaar 54%) en bovenal een grote meerderheid keurt de belastinghervorming en de effecten ervan op de inkomens af. Tweederde is van mening dat de armoede erdoor toeneemt, 73% is voor een progressief belastingstelsel en niet voor de vlaktaks zoals die net is ingevoerd (16% belasting op elk inkomen).
Tegelijk zijn de financiële problemen voor de overheid alleen maar toegenomen. De invoering van de vlaktaks bijvoorbeeld kost de regering tot 600 miljard forint aan inkomsten per jaar. Ook wordt door de buitenwacht het economische beleid van de regering Orbán gezien als avonturistisch, riskant en onvriendelijk t.o.v. buitenlandse investeerders, en ook dat kost geld. De rente die Hongarije moet betalen op buitenlandse leningen is daardoor behoorlijk hoger en de koers van de forint is daardoor ongunstiger (wat het afbetalen van leningen in Euro’s weer duurder maakt).
De consequentie is dat de regering eigenlijk forse bezuinigingen door moet voeren. Maar Orbán – populist als hij is – heeft zijn kiezers nu juist beloofd dat er onder geen beding bezuinigingen komen. Dus zit hij nu in een moeilijke spagaat: bezuinigingen doorvoeren betekent de kans op nog meer populariteitsverlies, maar niets doen is onbetaalbaar en leidt tot nog minder vertrouwen van de internationale financiële markten (nog hogere rentes enz).
Dus worden de besluiten over bezuinigingen steeds weer uitgesteld (nu wordt gezegd dat er deze week voorstellen op tafel komen, maar dat wordt al weken beweerd), worden er ballonnen opgelaten over bezuinigingsplannen die anders genoemd worden (structurele hervormingen of zo) in de hoop dat de kiezers dat niet doorhebben en wordt de schuld bij anderen gelegd.
Bij de werkgevers dus, en natuurlijk bij “de commies” oftewel de vorige socialistische regeringen die een financiële puinhoop zouden hebben achtergelaten. Daarvoor is geen enkel bewijs. Weliswaar hebben de links-liberale regeringen tussen 2002 en 2006 er een zooitje van gemaakt, maar de regeringen tussen 2006 en 2010 hebben – althans volgens vrijwel alle onafhankelijke experts – de boel weer redelijk op orde gebracht en toen Fidesz de macht overnam was de toestand redelijk stabiel. Maar als je een leugen maar hard en vaak genoeg herhaalt, wordt hij door veel mensen vanzelf geloofd.

Verder deze week:
 - er wordt nog veel gesteggeld over de aanpassing van de mediawet. De oppositie is uiteraard niet tevreden. Ook in Europa zijn er nog velen die vinden dat zelfs de aangepaste versie nog beneden de maat is. En nu lijkt het erop alsof er toch weer gesjoemeld wordt en een bepaalde correctie die was afgesproken niet in de wijzigingsvoorstellen is opgenomen. Wordt vervolgd dus.
- voor de fijnproevers wat extra info over de inkomensverdeling in Hongarije:
Een minimum bruto maandinkomen is 75.000-85.000 forint oftewel 300-350 euro (afhankelijk van sector/opleiding) en modaal is 225.000-275.000 forint (900-1000 euro).
Boven modaal zitten 3,5 miljoen mensen (waarvan 765.000 mensen tot de rijken worden gerekend omdat ze minstens 2x modaal verdienen). De middengroep (80-120% van modaal) zijn 3,1 miljoen mensen en 3,4 miljoen Hongaren behoren tot de lagere inkomens (waarvan 1,2 miljoen mensen echt arm zijn omdat ze minder dan de helft van het modale inkomen verdienen).

zaterdag 19 februari 2011

Door de bocht?


De Hongaarse regering is accoord gegaan met alle vier de wijzigingen in de mediawet die door Neelie Kroes van de Europese Commissie waren voorgesteld. Daarmee is een belangrijke stap vooruitgezet. Maar er zijn ook een aantal fundamentele problemen in de wet nog niet opgelost “omdat wij daartoe niet de bevoegdheid hebben,” zo erkent de commissie bij monde van Eurocommissaris Viviane Reding vandaag in de Oostenrijkse pers.

Viviane Reding: 'Dit probleem Europa-wijd aanpakken.'
Op de eerste plaats is de zinsnede die het “openlijk of in bedekte vorm beledigen” van minderheden, kerken, de meerderheid en andere groepen verbiedt geschrapt. Daarmee is de meest rubbere van de rubberen bepalingen (die een wel zeer ruime interpretatie mogelijk maakt), uit de mediawet verdwenen. Het verbod op discriminatie van die groepen staat er nog wel in, wat mij betreft helaas.
Op de tweede plaats is de bepaling dat media ten allen tijde moeten streven naar objectiviteit en anders strafbaar zijn, ook geherformuleerd. De plicht geldt nog wel voor de publieke media (TV en radio in handen van de overheid), maar niet meer voor individuele private media en publicaties op zich. Een krant kan dus zo eenzijdig zijn als zij wil en kan daar niet voor worden bestraft.
Op de derde plaats is de registratieplicht voor media fors ingeperkt. Alleen grote en overduidelijk commerciële media (radio, tv, kranten en internetkranten) dienen zich te registreren, maar die plicht vervalt voor bloggers en kleinere en niet-commerciële publicaties. Tenslotte is de Hongaarse mediawet alleen van toepassing op Hongaarse media en niet meer op in het buitenland gevestigde ondernemingen, ook al bereiken die ook een Hongaars publiek.
Er is dus zeker het een en ander gewonnen. De Hongaarse regering, die steeds bij hoog en laag volhield dat er geen letter in de wet voorkwam die niet conform de Europese regelgeving was en die critici domheid (niet goed gelezen) en zelfs kwade trouw (een slinkse aanval op de Hongaarse natie) verweet, moest op de vier concrete klachten van Kroes volledig door de bocht. Toch niet zo 100% Europees blijkbaar. Uiteraard presenteert de Hongaarse regering een en ander niet zo. Zij blijft roepen dat het slechts wat technische veranderingen betreft en dat er geen sprake is van door de bocht gaan. Tja, zo werkt de Europese politiek: compromissen sluiten waarbij iedereen de gelegenheid krijgt er zonder al te veel gezichtsverlies vanaf te komen.

Neelie Kroes: 'Het is niet ideaal.'
Terug naar de mediawet, want er blijven ook vier kritische punten over. Bijvoorbeeld de samenstelling van de mediaraad, die geheel bestaat uit afgevaardigden van de regeringspartij Fidesz en daarmee buitengewoon eenzijdig blijft. De procedurele trucs die Fidesz gebruikte om dat voor elkaar te krijgen (deel van hun strategie om een Fidesz-partijstaat te creëeren), vallen helaas niet onder de juridische competentie van de Europese commissie. Dus ook al vindt een groot deel van Europa dat die manier van doen niet netjes is en zacht gezegd niet getuigd van de wil tot samenwerking en overleg die bij een volwassen democratie hoort, ze kunnen er ook niets aan doen.
Ook de rolverdeling tussen mediaraad en rechter blijft problematisch. Zoals gezegd blijft discriminatie verboden en strafbaar. In de meeste (alle?) Europese democratieën dient iemand die een klacht heeft op zo’n punt naar de onafhankelijke burgerrechter te stappen die dan een oordeel uitspreekt. Volgens de nieuwe Hongaarse mediawet loopt de klager echter naar de (door Fidesz gedomineerde) mediaraad, die spreekt een oordeel uit (en legt eventueel een straf op) en pas in tweede instantie kan een rechtbank bekijken of dat oordeel overeind blijft. Maar dat is dan wel een administratieve rechtbank die binnen heel korte tijd een oordeel moet vellen, een opzet die volgens veel Hongaarse juristen onwerkbaar is (werkdruk, gebrek aan specialistische kennis) en vaak zal leiden tot een bevestiging van het oorspronkelijke oordeel van de mediaraad. Waarom de Commissie deze bepaling niet kan/wil wijzigen, is mij vooralsnog een raadsel.
Op de derde plaats is de Commissie op geen enkele manier ingegaan op de klacht van tal van mediadeskundigen dat de wet het recht op de bescherming van bronnen danig inperkt. Opnieuw, ik heb geen idee waarom. En tenslotte blijven de publieke TV en radiozenders en het nationale persbureau, ondanks die bepaling dat zij objectief moeten zijn, dankzij de doorgevoerde personele, organisatorische en financiële gelijkschakeling simpele spreekbuizen van de Fidesz regeringsmacht. Maar ja, het is waar dat ook in Frankrijk en Italië de zittende president/premier onbetamelijk veel invloed heeft in dergelijke overheidsmedia.
Er zijn kortom nog zeer serieuze problemen, die nog aangevochten kunnen worden (en deels gebeurt dat al) in procedures bij het Hongaarse Grondwettelijke Hof en bijvoorbeeld het Europese Hof in Straatsburg. De Hongaarse critici krijgen het niet allemaal in de schoot geworpen vanuit Brussel, en zo hoort het misschien ook wel. Neelie Kroes erkent dat de huidige oplossing niet ideaal is. Viviane Reding voegt daaraan toe dat ze nog wel tien landen kan noemen waar problemen zitten in de mediawetgeving en hoopt dat dat debat nu eens Europa-wijd gevoerd gaat worden. Maar de Europese Commissie heeft ook duidelijk gemaakt, dat ze Orbán c.s. vooralsnog met argwaan en argusogen in de gaten houdt. Wat mij betreft: lang leve de EU.

Verder deze week:
- De EU-top met de Oost-Europese buurlanden (Oekraïne, Wit-Rusland enz.) over samenwerking is uitgesteld. De top had in mei in Hongarije plaats zullen vinden, maar verschuift naar het najaar als Polen voorzitter van de EU is. Officieel zijn er alleen maar logistieke redenen (leiders hebben geen tijd, er zijn zoveel andere vergaderingen enz.), maar het gaat er bij mij niet in dat dat alles is. Tenslotte staat deze top al heel lang gepland en was het een van dé topontmoetingen van het Hongaarse voorzitterschap: de enige vergadering waarbij alle EU leiders in Hongarije (het paleis van Sissi in het stadje Gödöllö) onder leiding van Orbán zouden praten. Is het toeval dat Duitse diplomaten al eens lieten vallen dat het wat ongemakkelijk is om met die Oost-Europese landen te praten over thema’s als democratie en een vrije pers juist onder leiding van een man als Orbán? Is het toeval dat Hillary Clinton er niet toe te krijgen was om Hongarije in dit half jaar te bezoeken? Het Hongaarse voorzitterschap heeft een nieuwe knauw gekregen.
- Het Hongaarse Grondwettelijke Hof heeft opnieuw een maatregel van de regering Orbán onconstitutioneel verklaard. Het gaat om de wet die het ontslag van ambtenaren zonder opgaaf van redenen mogelijk maakt. Die wet stelt Fidesz in staat om op grote schaal het overheidsapparaat te zuiveren van kritische stemmen en vol te stoppen met partijaanhangers, een proces dat op grote schaal heeft plaatsgevonden. De regering heeft tot eind mei om de wet te vervangen. Helaas ziet het ernaar uit dat het oordeel van het Hof niet betekent dat alle ontslagen mensen weer in dienst genomen moeten worden, maar slechts dat de overheid schadevergoedingen zal moeten gaan betalen. En natuurlijk is het altijd nog mogelijk dat de Fidesz meerderheid de grondwet weer eens aanpast en constitutioneel maakt wat niet constitutioneel is.
- Een gewone rechter oordeelde gisteren dat het verbod op de homodemonstratie door de politie van Boedapest niet wettelijk is.  De organisatoren van deze jaarlijkse demonstratie vroegen al in September vergunning aan voor een optocht over de grote Andrassy boulevard, van het Heldenplein naar het Elisabethplein, en kregen die ook. Maar een maand geleden, toen bekend werd dat in de voorstellen voor de nieuwe grondwet was opgenomen dat er geen sprake kan zijn van homohuwelijken, vroegen de organisatoren vergunning om een paar honderd meter verder naar het Parlement te mogen lopen om ook daar te demonstreren. Waarop de politie de hele vergunning opeens introk met het belachelijke argument dat er teveel verkeershinder zou zijn (we hebben het over een zaterdagmiddag in een stad waar met grote regelmaat straten in het centrum worden afgesloten voor filmopnames, manifestaties, politici die vervoerd moeten worden en ga zo maar door). Maar de rechter trapt hier niet in: de demonstratie moet een vergunning krijgen, ook bij het Parlement.
- Er ligt nu een wetsvoorstel van Fidesz ter goedkeuring in het Parlement waarbij iedereen die bij de onlusten in het najaar van 2006 is veroordeeld zal moeten worden vrijgesproken omdat alle getuigenverklaringen van alle politieagenten in deze zaken per definitie als onbetrouwbaar worden gekwalificeerd. Nu weet iedere onafhankelijke waarnemer die erbij was, inclusief schrijver dezes, dat de aanval op het TV-gebouw en de gevechten met de politie in oktober overwegend het werk waren van extreemrechtse en gewelddadige relschoppers die in de illusie leefden dat ze een gewelddadige revolutie aan het uitvoeren waren om de regering ten val te brengen. Zeker, de politie maakte zeer domme fouten en sommige agenten gingen volstrekt door het lint toen ze in het nauw werden gedreven. Maar je kunt in een rechtsstaat niet zeggen dat elke getuigenis van elke agent per definitie een leugen is, en dat nog eens met terugwerkende kracht ook. De politievakbonden zijn dan ook des duivels.

zondag 13 februari 2011

Wiens grondwet?

Een grondwet dient gebaseerd te zijn op brede consensus in de maatschappij en hoort algemene waarden te vertegenwoordigen. Het mag dus niet een document van één partij zijn, zo verklaarde Pamela Quanrud, topambtenaar van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, tijdens een conferentie in Washington geweid aan het streven van de regering Orbán om op korte termijn een nieuwe grondwet voor Hongarije te ontwerpen.  “We houden wat er in Hongarije gebeurt nauwgezet in de gaten,” zo voegde ze er waarschuwend aan toe.

Soortgelijke geluiden zijn ook in Europese kring te horen en je merkt dat Orbán c.s. het daar niet gemakkelijk mee hebben. Er is al genoeg internationale commotie, onder andere rond de mediawet, het avonturistische economisch beleid, de vestiging van een partijstaat en het culturele beleid (jawel, de lijst begint lang te worden), en ze zitten niet te wachten op weer een internationale rel. En die zit er wel aan te komen, want dat is precies waar het proces tot nu toe op aan lijkt te koersen: een pure Fidesz grondwet.

Op 10 november 2009 zei Orbán nog dat “het opstellen van een nieuwe grondwet niet het werk is van één partij…het is een veel belangrijker en verstrekkender kwestie.”  Maar na de verkiezingen van mei 2010 en zijn “twee-derde revolutie” veranderde zijn toon volledig. Niet alleen moest er een geheel nieuwe grondwet komen omdat de oude communistisch zou zijn (onzin, de oude is voor 99% het resultaat van de omwenteling van 1989/1990), maar dat moest ook nog eens op een holletje.
Eerst was er sprake van eind 2011 of begin 2012, toen werd dat zomer 2011 en vervolgens zelfs 15 maart (nationale herdenking van de opstand tegen het Habsburgse keizerrijk in 1848).  Acht maanden om een nieuwe grondwet te ontwerpen klinkt al niet erg serieus. Maar vervolgens schafte Fidesz ook nog eens de regel af dat een nieuwe grondwet goedgekeurd dient te worden door 80% van het Parlement (wat de instemming van een deel van de oppositie impliceert) en bracht dat terug tot 66% (de tweederde meerderheid van Fidesz).
Bovendien bleek de commissie die zich met de opstelling van de nieuwe grondwet zou gaan bezighouden ook voor tweederde uit Fidesz mensen te bestaan, die daarmee de inhoudelijke discussie en uitkomst volledig konden domineren. En dat was gezien alle verdere acties van de regeringspartij in de richting van een door hen volledig overheerst politiek systeem, geen erg geruststellende gedachte voor de oppositie.
Toen de premier vervolgens in een parlementair debat ook zei dat hij absoluut niet van plan was die nieuwe grondwet in een referendum voor te leggen aan de bevolking, een suggestie van de socialisten, was de maat vol. In het najaar bedankte de ene na de andere oppositiepartij voor de eer om er als een soort versiering bij te zitten: de socialisten van de MSZP, de Groenen van de LMP en zelfs het extreemrechtse Jobbik.
De Fidesz commissie werkte intussen gewoon door en kwam in December met een samenvatting van een aantal eerste voorstellen (let wel, met nog een maand of vier te gaan was er nog steeds geen volledig ontwerp). Maar bovenal bleek dat er door de sterke vertegenwoordiging van christendemocratische fractie van Fidesz binnen die commissie in het ontwerp ook een aantal typisch conservatief christelijke waarden waren opgenomen, waaronder de bescherming van het recht op leven. Dat werd door velen direct geïnterpreteerd als een opmaat tot de inperking van het recht op abortus (hoe moet je het anders interpreteren?), wat echter een uiterst impopulaire maatregel zou zijn.

Dus gooide Orbán afgelopen week – met nog twee maanden te gaan want inmiddels is de datum voor aanname van de nieuwe grondwet verschoven naar 24/25 April (Pasen, de Wederopstanding) – het roer om.  Er is een nieuwe Fidesz commissie (zonder christendemocraten) benoemd die het ontwerp inhoudelijk moet aanpassen en ook bekijkt in hoeverre de oppositie toch niet overgehaald kan worden mee te doen? Maar de kans daarop lijkt klein, want de oppositie eist hoe dan ook meer tijd en meer invloed. De commissie gaat ook "het volk" bij het proces betrekken: over twee weken krijgt iedere burger een formulier in de bus met twaalf vragen die hij of zij dan kan beantwoorden en de uitkomst van deze peiling kan dan worden meegewogen. Dat klinkt niet naar een erg representatieve steekproef, maar vooral naar populistische sloddervosserij. En het is zeker geen referendum.

Verder deze week:
-        Fidesz discussieert serieus of ouders met kinderen niet navenant meer stemmen moeten krijgen bij verkiezingen (zie ook Baby’s voor stemrecht op www.scribblesfromhungary.com). Het mag wat mij betreft in de analen als een van de meest bizarre ideeën tot nu toe. Orbán en vrouw hebben vijf kinderen dus samen zeven stemmen? Maar het is natuurlijk ook een voorstel met de nodige politieke consequenties. De MSZP is bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in de oudere generatie, wier kinderen allang het huis uit zijn terwijl Fidesz juist meer aanhang heeft onder de leeftijdsgroep van 20-50, jawel, ook de gezinnen met kinderen…
-        De loonstrookjes over Januari zijn binnen en wat de deskundigen al voorspeld hadden, blijkt uit te komen. De belastinghervorming van Fidesz, waaronder de invoering van een vlaktaks per 1 januari zodat er nog meer één tarief inkomstenbelasting van 16% is en meer belastingaftrek voor gezinnen met kinderen, was aangekondigd als “een grote belastingverlaging.” Maar in praktijk levert het vooral de bovenmodale inkomens in dit land heel veel extra geld op, terwijl de minima en de inkomens tot modaal er slechts een heel klein beetje op vooruit gaan (vooral als ze kinderen hebben) of zelfs iets minder blijken over te houden. Een paar ruwe cijfers. Premier Orbán heeft vijf kinderen en een  officieel maandinkomen rond de 1,8 miljoen forint (6700 euro). Hij houdt nu zo’n 250.000 forint (925 euro) per maand meer in de knip. Iemand met één kind (het doorsnee Hongaarse gezin) en een minimuminkomen van 80.000 forint (300 euro) gaat er 5000 forint (18 euro) op vooruit. Maar heb je een minimumloon en geen kinderen, dan verlies je 2000 forint (7 euro).

zondag 6 februari 2011

(Schijn)beweging

Her en der zie je toch heel voorzichtig wat beweging binnen het aanvankelijk zo hecht ogende regeringskamp. Het meest opvallend: de burgemeester van Boedapest, István Tarlós, schuwt zo te zien de confrontatie met hogere Fidesz echalons niet.

Tarlós is officieel geen partlid van Fidesz. Hij was, benadrukte hij voor de verkiezingen van oktober 2010 altijd, een onafhankelijke kandidaat die door Fidesz werd gesteund. Nu werd die bewering door de meesten buiten het Fidesz kamp nooit erg serieus genomen. We hadden tenslotte ervaring met een eerdere ’onafhankelijke’ door Fidesz gesteunde kandidaat voor het burgemeesterschap van Boedapest, Pál Schmitt. Die man betoonde zich echter een ruggegraatloze Fidesz schoothond. Niet zo’n wonder als je bedenkt dat hij, die nu voorgeeft conservatieve en christelijke waarden te vertegenwoordigen, zijn politieke loopbaan begon als staatssecretaris van sport onder het oude communistische systeem. Zelfs in Fidesz kringen werd er daarom behoorlijk pissig gereageerd toen premier Orbán nu juist Schmitt afgelopen zomer tot president van Hongarije liet benoemen.
Maar Tarlós lijkt uit ander hout gesneden, wat het duidelijkst tot uiting kwam in een incident afgelopen week. Terwijl de burgemeester in het buitenland verbleef, ontbood zijn vice-burgemeester (wel een lid van Fidesz) alle twaalf de directeuren van gemeentelijke ziekenhuizen per ommegaande op zijn kantoor en begon de heren één voor één ontslag op staande voet aan te zeggen. Naar verluid handelde de man in opdracht van hogere Fidesz hand. De praktijk is in ieder geval volgens ook elders volop toegepast Fidesz recept: alle hogere functionarissen die door vorige links-liberale regeringen of gemeenteraden zijn benoemd, dondert niet of ze deskundig zijn of niet, worden ontslagen en vervangen door partijaanhangers, dondert niet of ze competent zijn of niet. In het bureau van de president bijvoorbeeld zijn sinds Schmitt’s aantreden zo’n beetje alleen de schoonmaaksters niet vervangen (en let wel, de vorige president was ook een conservatieve man – hoewel geen Fidesz – en zijn staf  was dus bepaald niet links).
Hoe dan ook, terwijl deze ontslaggesprekken met de ziekenhuisdirecteuren nog aan de gang waren, greep Tarlós vanuit het buitenland in. Hij gaf zijn plaatsvervanger de opdracht direct te stoppen, maakte de aangezegde ontslagen ongedaan en belegde over de hele kwestie de volgende dag na thuiskomst een grote persconferentie waarin hij zei dat dit een schandalige manier van handelen is, dat hij dit soort Fidesz-gedrag onacceptabel vindt en dat wat hem betreft deskundige mensen op hun post blijven, wat ze verder ook mogen stemmen. Er gaat het gerucht dat premier Orbán daarop Tarlós bij zich ontbood om hem te vragen zijn ontslag in te dienen. Tarlós ontkent dat dit is gebeurd, maar zegt ook dat er geen enkele reden is voor zijn ontslag, omdat hij immers nog maar een paar maanden geleden door de bevolking van Boedapest is gekozen.
Het is niet het eerste incident tussen Tarlós en de regerende partij. De burgemeester schijnt zich behoorlijk kwaad te maken over het feit dat de regering haar belofte tot meer financiele ondersteuning van de stad niet waarmaakt. Ook heeft hij herhaaldelijk ruzie met de machtige burgemeesters van deelgemeentes van Boedapest (merendeels Fidesz) die de ontwikkeling van de stad  als geheel belemmeren.

Wat de mediawet betreft: in de Hongaarse berichtgeving werd vooral benadrukt dat de regering Orbán in antwoord op de kritiek van Neelie Kroes slechts herhaalt dat er niets mis is met deze wet en dat alle kritiek, ook die van Kroes, eigenlijk op misverstanden berust. Maar wie de brief verder leest, ziet dat er wel degelijk openingen worden geboden. Want de Hongaarse regering schrijft ook dat, voor zover de Europese Commissie er toch aan vasthoudt dat er dingen gewijzigd moeten worden, dat kan gebeuren en dat in dat geval Hongarije voorstelt dat experts van beide partijen bij elkaar gaan zitten om tot eventuele alternatieven te komen.
Natuurlijk, dit kun je uitleggen als tijdrekken: de experts gaan bij elkaar zitten, er ontstaan eindeloze debatten en uiteindelijk verzand alles in een technische patstelling over artikelen,  paragrafen en sub a t/m z. Maar het kan ook een inleiding zijn tot daadwerkelijke consessies zonder dat de regering Orbán al te zeer in het openbaar ongelijk moet erkennen en gezichtsverlies lijdt. Welke van de twee het wordt, hangt vooral af van de Commissie (achter de vodden gezeten door het Europese Parlement). Laat ik voorlopig optimistisch zijn en ervan uitgaan dat er beweging is.

Tenslotte een derde beweging. Volgens de links-liberale krant Népszabadság overwegen Fidesz politici die betrokken zijn bij het opstellen van een nieuwe grondwet om „een aantal foute beslissingen” – met name het inperken van de macht van het Constitutionale Hof door de regering Orbán een paar maanden terug – te herstellen en dat Hof haar oude bevoegdheden terug te geven. Tja, wat moet een mens daar nu van maken? Afwachten maar wat er uiteindelijk van komt.

Verder deze week:
-        de nationalisatie van de private pensioenfondsen werd voltooid. Uiteindelijk besloten ruim 100.000 van de 3 miljoen betrokkenen om hun privé gespaarde pensioengelden niet over te laten schrijven naar het staatspensioenfonds. Ze moesten daarvoor wel uren in de rij gaan staan om een formulier in te vullen en nemen op de koop toe dat ze in de toekomst gekort worden op hun AOW. Maar premier Orbán verklaarde triomfantelijk dat de overstap van de 2,9 miljoen anderen uiteraard geheel vrijwillig was. En de staatskas is weer voor een jaartje op orde, want er is een slordige 10 miljard euro overgemaakt. De rekening? Die komt over een paar jaar als de staatspensioenen niet op peil te houden zijn en dus ofwel de premies fors omhoog moeten of de toch al magere pensioentjes nog verder omlaag.
-        Het IMF bekritiseerde in een rapport een reeks maatregelen van de regering Orbán, waaronder de nationalisatie van de pensioenfondsen en de aantasting van de onafhankelijkheid van de Nationale Bank. Het antwoord van minister van economische zaken Matolcsy: allemaal onzin, en eigenlijk zou de IMF zelfkritiek moeten uitoefenen omdat het bijvoorbeeld in 2008 de financiele crisis niet  tijdig voorspelde. Ja ja, een echte diplomaat.