dinsdag 24 januari 2012

Koude kermis

Orbán kreeg gisteren in Brussel aanzienlijk minder dan hij had gehoopt. Europarlement voorzitter Schulz waste hem de oren, er was geen gezamenlijke persconferentie na het gesprek met Commissievoorzitter Barosso en de procedures die uiteindelijk kunnen leiden tot het bevriezen van EU subsidies aan Hongarije zijn in gang gezet.

Orbán en Schulz: duidelijk geen vrienden
De afgelopen week kwamen er uit het Hongaarse regeringskamp vrijwel uitsluitend verzoenende woorden. De regering was bereid elke concessie te doen die nodig was en aan alle kritiek van Europa die enig hout sneed tegemoet te komen. Wij zijn democraten, wij zijn Europeanen, wij zijn inschikkelijk, zo luidde het steeds weer, in aanloop naar de ontmoetingen gisteren van premier Viktor Orbán met een aantal Europese leiders in Brussel. Klaarblijkelijk was de inzet om zo een politieke intentieverklaring los te krijgen dat de EU en Hongarije er in principe wel min of meer uit waren en dat de onderhandelingen over een lening dus konden beginnen.

Als hij dat echt dacht, is Orbán gisteren bedrogen uitgekomen.
Eerst besloten de Europese ministers van financiën om het besluit van de Europese Commissie te bekrachtigen dat Hongarije zich niet aan de begrotingsafspraken houdt en dat er nu formele procedures gestart worden die uiteindelijk (per 1 januari 2012) toe kunnen leiden dat EU subsidies worden bevroren.
Daarna gaf Eurocommissaris Kroes een duidelijk signaal af door een ontmoeting met de directeur van Klub Radio, de Hongaarse oppositionele zender die per 1 februari zijn allerlaatste frequentie kwijt raakt als het aan de Fidesz Mediaraad ligt. Er is in Hongarije meer dan genoeg ruimte om meer radiofrequenties vrij te geven, in plaats van zenders hun frequentie te ontnemen, twitterde Kroes.
Vervolgens had Orbán een gesprek met de voorzitter van het Europarlement Schulz. Deze sociaal democraat en verklaard tegenstander van Orbán waste de premier ongenadig in het openbaar de oren. Staande naast Orbán zei Schulz tegen de pers dat de Hongaarse premier de onaangename gewoonte had om thuis hele andere taal te bezigen dan in Brussel. We weten dat hij een slimme politicus is, aldus Schulz, maar wij hier in Brussel zijn ook niet dom. Kortom: verzoenende taal is mooi en aardig maar we vertrouwen je voor geen cent dus eerst boter bij de vis.
Ook het gesprek daarna met Barosso liep klaarblijkelijk niet echt soepel. Het duurde en duurde maar en uiteindelijk na ruim twee uur kwam er niet, zoals gebruikelijk en gepland, een gezamenlijke persconferentie. Orbán probeerde nog wel een positieve draai aan het geheel te geven met verklaringen dat ze het echt over het meeste eens waren en  dat er alleen nog maar details afgehandeld dienden te worden, maar een schriftelijke verklaring van Barosso legde een ander accent. Natuurlijk waren de gesprekken “constructief” maar de Commissievoorzitter benadrukte nog eens dat er serieuse problemen zijn op een reeks van terreinen en dat het niet alleen gaat om het naleven van de letter van EU regels maar vooral ook om de geest ervan.
Geen politieke intentieverklaring dus, geen datum voor de start van onderhandelingen, terug naar Boedapest om te bespreken of er toch niet op meer punten concessies moeten worden gedaan. En zoals één economische analyst schreef: als ze dachten dat de voorwaarden om de onderhandelingen te kunnen beginnen al moeilijk waren, wacht dan maar tot die onderhandelingen echt beginnen.


Grote pro-regerings demonstratie

Nog een paar observaties over de regeringsdemonstratie van afgelopen zaterdag, die zo’n 100.000 mensen trok: zondermeer een indrukwekkend aantal, maar op zich geen verrassing. Niemand bestrijdt dat Orbán kan rekenen op een trouwe kern van verbeten aanhangers. Niet voor niets staat Fidesz in de peilingen nog steeds aan kop met 16%, terwijl de socialisten 11% hebben en het extreemrechtse Jobbik 9%.
- dat poetst niet weg dat 86% van de bevolking ontevreden is over de koers die het land vaart.
- hoeveel aanhang je ook hebt, dat geeft je niet het recht fundamentele rechten te ondermijnen waarvoor ook Hongarije getekend heeft toen het lid werd van de EU.
- wat opviel was hoe oud de gemiddelde demonstrant was. Weinig 20-ers en 30-ers en heel veel 50+ en 60+. Op zijn minst opvallend voor een partij die als jongerenbeweging begon.
- de stemming was uitgesproken nationalistisch en EU skeptisch tot ronduit vijandig. Dit was niet bepaald het moderne Europees denkende deel der natie.
- wat ook opviel was hoe “voorgeorganiseerd” deze ‘spontane’ demonstratie was. Officieel was Fidesz niet bij de organisatie betrokken, maar was het een Facebook-initiatief van een aantal rechtse ‘journalisten.’ Die Facebook pagina is nauwelijks bezocht, maar de demo was er niet minder om. De meeste spandoeken en plakkaten waren voorgedrukt, daar zat duidelijk veel geld achter. Ook waren er honderden bussen uit het hele land en zelfs uit Transsylvanië (ook gemeentelijke bejaardenbusjes – aangeschaft met EU-subsidies – die uiteraard niet voor partijdoeleinden gebruikt zouden mogen worden. Kortom Fidesz gemeentebesturen, afdelingen en mantelorganisaties hadden volop gemobiliseerd. Zelfs Fides zigeunerorganisatie Lungo Drum had leden opgetrommeld (hoewel velen van hen de vraag waarom ze hier precies waren niet konden beantwoorden).
- in de conservatieve media en op de demo zelf ging al gauw het verhaal dat er wel een half miljoen en zelfs een miljoen mensen op de been waren. Ook de politie, die al anderhalf jaar weigert om bij oppositiedemonstraties schattingen van aantallen te geven, had het nu over 400.000 mensen. De Fidesz aanhang is dus naar huis gegaan met het waanidee dat ze nog steeds een overweldigende steun hebben. Dat wordt schrikken als ze straks wakker worden.

donderdag 19 januari 2012

Orbán buigt, maar slechts een beetje.

Ik buig voor de macht van de Europese Commissie, maar niet voor de argumenten, zei premier Orbán woensdag 18 januari in de Duitse Bild Zeitung. Beter kan de huidige situatie en ook het debat gisteren in het Europees Parlement niet worden samengevat.

Zowel voor als tijdens het debat benadrukte Orbán dat zijn regering bereid is op korte termijn die veranderingen door te voeren die de EU eist zodat de onderhandelingen over een krediet snel kunnen beginnen. Wat dat betreft lijkt niets een vergelijk en dus een nieuwe lening van EU en IMF aan Hongarije, in de weg te staan.
En toch is het niet zo simpel. Want niet alleen benadrukte Orbán keer op keer dat hij alle kritiek eigenlijk onzin vindt en dat er in Hongarije niets mis is, maar ook Commissievoorzitter Barosso en EU-commissaris Reding verklaarden van hun kant nadrukkelijk dat het wat hen betreft niet alleen gaat om de vraag of Hongarije aan de letter van de Europese regels voldoet, maar ook aan “de geest van de EU wetgeving” en dat daar een serieus probleem bestaat. De tegenstellingen zijn dus principieel en niet een kwestie van wat technische meningsverschillen.

Het is daarom maar de vraag in hoeverre Orbán ermee wegkomt als hij nu wat eerste concessies doet (als hij die werkelijk doet: eerst zien en dan geloven). Want de EU is op tal van andere vlakken bezig procedures en onderzoeken tegen de Hongaarse regering op te starten en ook het IMF heeft nog een flink pakket aan eisen alvorens ze bereid is geld uit te lenen aan Orbán (zoals het herstel van de autoriteit van een onafhankelijke Rekenkamer, een totale ommekeer in het economisch beleid en, zo gaat het gerucht, het opheffen van de vlaktaks). Zoals één van de Europese afgevaardigden het verwoordde: zoals Griekenland een toetssteen is geworden voor het gezamenlijke economische en financiële beleid van Europa, zo is Hongarije een toetssteen geworden voor het al dan niet handhaven van de Europese waarden en democratische normen.

Bij persconferenties zijn de EU-vlaggen al lang weg.
In het debat in Straatsburg waren de aanvallen van met name linkse en liberale partijen opnieuw hard en soms emotioneel (Cohn-Bendit), terwijl de christendemocratische fractie EVP nog altijd Orbán de hand boven het hoofd houden (het is niet zo erg allemaal, hij bedoelt het toch goed enz) maar tegelijk de procedures die Barosso heeft gestart wel ondersteunen. En Orbán was zijn oude zelf, steeds weer suggererend dat de critici links-liberalen zijn met partijpolitieke motieven en dat het allemaal aanvallen zijn op de natie Hongarije en het recht van een regering om conservatief te zijn. Dat waar het werkelijk om gaat – de kwaliteit van een serieuze democratie en het belang van onafhankelijke "checks and balances" en de rechtsstaat– vermeed hij vrijwel volledig (afgezien van de algemene verklaring dat Hongarije natuurlijk een democratie is).


Verder de afgelopen dagen:

- De gelijkgeschakelde staats-TV heeft Attila Várhegyi benoemd als nieuwe PR man. Várhegyi is een voormalig burgemeester van Szolnok, Fidesz parlementariër en ondersecretaris in de eerste regering Orbán. Hij moest in 2010 al zijn openbare functies neerleggen nadat een rechtbank hem veroordeelde, ondermeer wegens verduistering van 154 miljoen forint (500.000 euro) van de stad Szolnok. Lijkt me echt de man om uit te dragen hoe eerlijk en oprecht His Masters Voice is.

- Op maandag 16 januari riep premier Viktor Orbán de dorpsbevolking op om minder “rotzooi” te kopen bij al die vermaledijde buitenlandse grootwinkelbedrijven maar weer zelf groenten te gaan verbouwen en varkens te slachten. Hij deed zijn oproep bij de presentatie van een regeringsplan om het platteland te revitaliseren.

- Intussen verplaatst het debat in Hongarije zich steeds meer ook naar de straat. Afgelopen zaterdag demonstreerde Jobbik tegen de buitenlandse inmenging in de Hongaarse souvereiniteit (waarbij een EU vlag werd verbrand). Aanstaande zaterdag demonstreren radicale conservatieven ter ondersteuning van de regering (ben benieuwd hoe groot en hoe). De regering zelf heeft besloten van 15 maart (de nationale feestdag ter herdenking van de opstand tegen Wenen in 1848) een grote manifestatie ter ondersteuning van premier Orbán te maken. Regering en stadsbestuur hebben al zo’n beetje het hele centrum van Boedapest geclaimd voor demonstraties en er zullen ongetwijfeld veel gratis bussen en treinen rijden om de Fidesz aanhnag van het platteland aan te voeren. Ook de oppositie wil op 15 maart demonstreren, maar nu is dus niet duidelijk waar dat dan zou moeten.

vrijdag 13 januari 2012

Rekenen op zijn Hongaars


Maar liefst 84% van de Hongaren vindt dat het de verkeerde kant op gaat met het land en slechts 16% van de bevolking zou nu nog op Fidesz stemmen, aldus de jongste opiniepeiling. In die peiling kregen de socialisten 11%, Jobbik 8%, de LMP 4% en Gyurcsány’s DK 2%. De populariteit van premier Orbán is nog nooit zo laag geweest.

Desondanks zou Fidesz dankzij haar eigen nieuwe kieswet zelfs dan nieuwe verkiezingen nog gemakkelijk winnen. Want de niet-stemmers (56% van de bevolking) tellen simpelweg niet mee. En dan wordt 16% al gauw 35 of 36%, blijft Fidesz “veruit” de grootste partij en zou Orbán meer dan de helft van de zetels in het parlement krijgen. Daarvoor was wat gerommel met de indeling van kiesdistricten nodig, het invoeren van de regel dat de grootste partij een zetel wint zelfs als die minder dan de helft van de stemmen heeft, de unieke regel dat ook de winnende partij er compensatiestemmen bij krijgt en het kiesrecht voor Hongaren in de buurlanden. Maar het resultaat mag er zijn: 16% wordt meer dan 50%, hogere wiskunde op zijn Hongaars.

Maar zover zijn we nog lang niet. Over steeds meer wetten start de EU nu onderzoeken en formele procedures. Het is echt een waslijst: de positie van de Nationale Bank, de buitengewone belastingen die aan banken en multinationals in een aantal sectoren zijn opgelegd, de positie van de Budgettaire Raad(die de begroting controleert), de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en justitie, de positie van het ombudsmanbureau en een aantal kwestie rond de mediawetgeving (o.a. Klub radio). Daarnaast komt er een procedure omdat Hongarije het begrotingstekort niet echt terugdringt (officieel is het rond de 3% maar dat komt alleen maar door de pensioenfondsentruc en in werkelijkheid is het tekort 9%). Mogelijk ook onder de loep in de nabije toekomst: de arbeidswetgeving, de wet die banken dwingt grote verliezen in de hypotheeksector te nemen, de verankering van het belastingstelsel in de grondwet, de grondwet als zodanig en de positie van het grondwettelijk hof (het eindoordeel van de Venetië commissie), de nieuwe kieswet.

Van meer radicale elementen in en rond Fidesz hoor je steeds vaker dat de EU zich met dit soort onderzoeken in de interne aangelegenheden van Hongarije mengt. Onder de titel “Handen af van Hongarije” en “Mars voor de vrede”(???) organiseren diverse organisaties deze en volgende week zaterdag demonstraties ter ondersteuning van de regering. Maar wie lid wordt van een club (de EU) dient zich aan de regels van die club te houden, zo simpel is het. En als je een lening afsluit is het heel normaal dat de kredietverstrekker (de IMF) zeker wil weten dat hij zijn geld terugkrijgt.

Veel tekenen die erop wijzen dat er in Fidesz van alles beweegt. De openbare verklaringen komen nu steeds vaker van wat met enige fantasie “de gematigden” mag worden genoemd: Tamás Felegi (naar voren geschoven als onderhandelaar met de IMF en de EU omdat die niet meer met minister Matolcsy wensen te praten), minister van buitenlandse zaken János Martonyi, minister van justitie Tibor Navracsics, financieel expert Zsigmond Járai. Ze hebben de laatste anderhalf jaar enthousiast achter Orbán en zijn financieel-economische goeroe Matolcsy aangelopen, maar erkennen nu schoorvoetend dat er wel een enkel foutje is gemaakt (“al bedoelt de regering het natuurlijk allemaal goed”), dat het economische roer om moet en dat de regering bereid is tot concessies aan de EU en het IMF. Dat is vooruitgang uit de mond van mensen die tot voor kort ook om het hardst riepen dat er helemaal niets mis was met al die nieuwe wetgeving en dat alle kritiek alleen maar kwam van slinkse linksen en slecht geinformeerde Westeuropese liberalen.
De meeste financiële en politieke waarnemers zijn er van overtuigd dat de regering Orbán op het punt staat om te gaan. Maar zeker is dat nog allerminst, want Orbán is niet alleen een machtsopportunist, hij is ook een ideoloog die gelooft in zijn historische missie die de Hongaren naar een nieuwe toekomst leidt. Dus kan het huidige charme-offensief nog makkelijk niet meer dan dat blijken te zijn, want er is nog geen enkele echte concessie gedaan. En hoewel de Europese Commissie Hongarije op 11 januari expliciet heeft gevraagd om nog voor de 17e bepaalde wetsartikelen in te trekken zodat Brussel die dag niet hoeft over te gaan tot het instellen van een officiële procedure tegen het land – een gebaar van goede wil? –  wijst niets erop dat Orbán dat van plan is. Kom eerst maar met de aanklacht, zo lijkt de dan weer uitdagende houding.
Misschien rekent Orbán er wel op dat hij uiteindelijk toch nog wegkomt met een of ander ingewikkeld compromis waarbij de EU op een paar punten wel zijn zin krijgt (voldoende om een IMF lening te krijgen en de financiële markten tevreden te stellen), maar hij de essentie van zijn stembusrevolutie overeind houdt: de door hem gecontroleerde éénpartijstaat.
Rekenen op zijn Hongaars.

Verder deze week:

Plagiaat? Ik weet niet eens hoe je het schrijft!
President Pál Schmitt had al geen beste naam, zelfs niet onder Fidesz aanhangers, maar nu lijkt een nieuw dieptetepunt bereikt. Volgens weekblad HVG heeft hij 80% van zijn dissertatie die hem in 1992 een dokterstitel opleverde rechtstreeks gecopieerd uit een dissertatie van een Bulgaarse prof. Plagiaat dus. Het regent nieuwe grappen over Schmitt, die eerder al de risée werd vanwege zijn vele taal- en spelfouten en omdat hij elk wetsvoorstel dat van Orbán komt klakkeloos tot wet tekent (terwijl hij de bevoegdheid heeft om rammelende wetgeving te laten toetsen e.d.). Fidesz denkt er nog niet over Dr. P. Schmitt uit zijn ambt te zetten. Maar in de bibliotheek van de Semmelweis  universiteit is het nu niet meer toegestaan het officiele exemplaar van de betreffende dissertatie te lenen, te fotograferen of kopieën te maken.

dinsdag 10 januari 2012

Speculaties over aftreden Orbán

Hongrie se Bordurise, aldus een Franse blogger

De confrontatie tussen Hongarije en de internationale gemeenschap bouwt nog steeds verder op. Weliswaar heeft Orbán de afgelopen dagen een paar keer gesuggereerd dat hij in ruil voor een lening bereid is compromissen te sluiten, maar hij benadrukt tegelijk ook steeds weer dat hij geen reden ziet de kern van allerlei ingevoerde wetten te wijzigen. Orbán is vastbesloten om de essentie van de “stembusrevolutie”die hij anderhalf jaar geleden is begonnen niet op te geven en dat is: weg met die omslachtige West-Europese liberale overlegdemocratie en op naar een sterke en “efficiënte” staat die voor de komende decennia in handen is van hemzelf en Fidesz.
Maar zowel het IMF als de EU lijken ook een streep te hebben getrokken: er dienen maatregelen en wetten te worden ingetrokken anders praten we niet eens over een lening, zo klinkt het daar. En elke dag verschijnen er weer nieuwe artikelen en commentaren dat het onacceptabel is voor Europa dat een lidstaat de democratie zo systematisch ondergraaft. Zelfs de Europese christendemocraten lijken langzaam maar zeker om te gaan.

Er wordt in sommige media volop gespeculeerd dat de situatie kan leiden tot het aftreden van Orbán ten gunste van een meer gematigde fractie in Fidesz, ja dat dit zelfs de inzet zou zijn van Washington en Brussel (zie het lot van Papadopoulos en Berlusconi ten gunste van zakenkabinetten). Een interessante gedachte, maar bedenk wel dat Orbán een ijzeren greep heeft op zijn partij. Zoals iemand die begin jaren negentig, toen Fidesz nog liberaal was, met hem samenwerkte mij ooit vertelde: Orbán  heeft alle hogere Fidesz functionarissen, inclusief de parlementariërs, hoogstpersoonlijk benoemd op de post die ze nu bekleden. Ze danken alles aan hem en hij heeft over ieder van hen een dossier: wat ze ooit gedaan en gezegd hebben, waar hun witte en hun zwarte geld vandaan komt, hoe hun privéleven in elkaar zit. Dat soort dossiers hield hij destijds ook al bij over ons, zijn vrienden en collega’s in Fidesz.


Pensioenzwendel Hongaarse stijl: vierdubbel bedrogen.

Ook de allerlaatste resten privaat pensioengeld worden deze weken door de regering Orbán genationaliseerd. In de afgelopen anderhalf jaar heeft het regiem een kleine 11 miljard euro (3260 miljard forint) aan private pensioenspaargelden, spaargeld van zo’n drie miljoen Hongaarse werknemers, in beslag genomen. De manier waarop is illustratief: met leugens, bedrog en dwang.

Aanvankelijk verzekerde Orbán de bevolking dat hun pensioenen onder zijn regering veilig waren. Dat zei hij rond de verkiezingen in mei 2010 en zelfs nog in oktober van dat jaar toen er al sprake van was dat de premies bestemd voor de private pensioenen “tijdelijk” naar het staatspensioenfonds zouden worden geleid. U krijgt het later allemaal terug, verzekerde de regering.
Twee maanden later was dat verleden tijd en kregen werknemers de “vrije keus” om ofwel hun gespaarde pensioengeld over te maken naar de kas van het staatspensioen ofwel het recht op hun AOW uitkering kwijt te raken. Onder die druk “kozen” 2,8 miljoen Hongaren voor overmaken en incasseerde de regering 10 miljard euro. Maar 100.000 meest jonge werknemers besloten hun private pensioenfonds te handhaven (en dus hun recht op AOW op te geven) omdat ze al zoveel gespaard hadden dat dat zinvoller was. Geen probleem, zei de regering, dat mag en jullie spaargeld is verder veilig.
Afgelopen december bleek ook dat niet waar. Toen kregen die 100.000 opeens te horen dat hun pensioenpremies (24% van hun loon voor de AOW en 10% voor het private pensioenfonds) voortaan helemaal (34%) naar de staat moest en dat ze dus verder geen enkel privaat pensioen meer mochten opbouwen van hun salaris. Daarmee wordt het wel heel onvoordelig om je private pensioenfonds te handhaven (zeker als je nog dertig jaar te werken hebt tot je pensioen), maar dat is natuurlijk ook de bedoeling: zo moeten ook deze laatste 100.000 gedwongen worden om "vrijwillig" hun spaargeld (1 miljard euro) naar de staat over te maken.
En gisteren stond er een klein berichtje in de krant dat de regering nu heeft besloten dat iedereen zijn aanspraak op een AOW uitkering hoe dan ook behoudt, ook die paar van de 100.000 die misschien toch nog besluiten hun private pensioenspaargeld niet over te maken (ze hebben tot eind maart de tijd). Dat klinkt misschien wel heel redelijk, maar het betekent dus dat de voornaamste reden waarom 2,8 miljoen mensen hun geld overmaakten (anders verspeel je je AOW) gewoon weer is vervallen. Het was allemaal bluf. Maar hun spaargeld zijn ze mooi wel kwijt

Vandaag

Las zojuist een bericht op nieuwswebsite Index.hu en moet dat nog even kwijt. Premier Orbán heeft volgens Index in december j.l. geweigerd de benoeming te ondertekenen van een zekere György Majtényi tot leraar geschiedenis aan de hogeschool van Eger. Majtényi is de 34-jarige zoon van de voormalige ombudsman voor databescherming, die recent aan de kant is gezet en zich heeft ontwikkeld tot een belangrijke criticus van het regiem. Let wel: de ondertekening van zo'n lerarenbenoeming door de premier is een formaliteit en het is al tientallen jaren (!) niet voorgekomen dat zo'n door alle instanties ondersteunde benoeming door de premier werd geweigerd. Het heeft er toch wel heel erg de schijn van dat de zoon hier boet voor de politieke "misdaden" van zijn vader. Het Kadarisme herleeft. Dat is overigens ook het specialisme van György, de geschiedenis van het Kadarisme.

dinsdag 3 januari 2012

Een somber feestje



Maandagavond 2 januari hield de regering Orbán een feestje ter ere van de nieuwe grondwet die op 1 januari van kracht werd. Het werd een wat sombere aangelegenheid. Op straat demonstreerden enige tienduizenden opnieuw tegen de ernstige inperking van de democratie maar ook binnen was de stemming niet bepaald uitgelaten, aldus de nieuwssite Index.

Demo bij de Opera: God zij dank, dat ik niet Fidesz ben.
De viering bestond uit de opening ’s middags van een tentoonstelling in de Nationale Galerie (over Hongaarse helden in het verleden) en ’s avonds een galavoorstelling in de Opera, alles strikt voor genodigden. De crème de la crème van de Fidesz aanhang was er: politici, kerkelijke vertegenwoordigers, kunstenaars, sporters, ondernemers. Een verslaggever van Index in de Nationale Galerie constateerde echter dat de stemming er allesbehalve opgetogen, enthousiast en optimistisch was. Er waren veel gespannen, sombere, geagiteerde of apathisch gezichten te zien, er werd nauwelijks gelachen en de toespraken – ook die van Orbán – waren lauw en vol van de bekende frases die al zo lang worden gebezigd en niemand meer lijken te inspireren, zo constateerde hij. Wellicht dat men ook daar begint te beseffen dat het geld in maart op is, dat de verhouding met Europa beroerd is en dat Orbán het toch niet zo goed doet als hij zelf beweert, aldus Index. “Er is nog hoop.”


Imago

De regering Orbán heeft in ieder geval de internationale slag om het imago van het land definitief verloren. Hongarije staat internationaal inmiddels wijd en zijd te boek als onbetrouwbaar, intolerant, autoritair en provinciaals. De internationale kritiek wordt harder, luider en door steeds meer instanties uitgedragen. Elke keer weer komen Fidesz woordvoerders met verklaringen vol algemene frases dat er niets aan de hand is, dat alles prima en normaal verloop en dat eenieder rustig kan gaan slapen, maar de simpele realiteit is dat niemand ze meer gelooft.
Het is net als destijds in 2006, toen de toenmalige socialistische premier Gyurcsány op CNN had toegegeven dat hij had gelogen tegen de Hongaarse kiezers. Vanaf dat moment was er geen houden en geen repareren meer aan. Zijn imago was dat van de man die had gelogen, punt uit. En net als bij Gyurcsány kan ook Orbán’s verhaal alleen maar eindigen met zijn vertrek. Gyurcsány deed daar bijna drie jaar over.


De afgelopen weken

- De financiële en politieke confrontatie tussen de regering Orbán en IMF/EU wordt steeds scherper. De IMF en de EU eisen dat Hongarije in ruil voor een lening haar koers wijzigt, maar premier Orbán bezweert dat hij dat niet van plan is en dat Hongarije ook wel zonder een IMF-lening kan. Met de dag wordt zo de dreiging van een faillissement groter, want volgens economen en de financiële markten is het land als het in februari geen IMF lening heeft, gedoemd.

- In de laatste weken van december heeft Fidesz nog tientallen omstreden wetten aangenomen: de nieuwe verkiezingsregels die overduidelijk bedoeld zijn om de macht van de partij te consolideren, wetten die het onderwijs en de gezondheidszorg centraliseren, wetten die de onafhankelijkheid van het gerechtelijk apparaat ernstig ondergraven, wetten die de Nationale Bank onder politieke controle brengen, wetten die de parlementaire procedures nog meer tot een lachertje maken dan ze al waren (de Fidesz meerderheid heeft zichzelf nu het recht gegeven om wetten binnen luttele uren, dus zonder serieus debat, in te dienen en aan te nemen) enz. enz.

- Er is de laatste weken ook opvallend veel geprotesteerd in Hongarije zelf: tegen het uit de lucht halen van de kritische zender Klub Radio, tegen censuur bij de staats TV (een hongerstaking die nog altijd voortduurt) en tegen de inperking van de rechten van sommige godsdiensten. Politici van de groene LMP ketenden zich aan een hek bij het Parlement en werden door politie verwijderd en last but not least sloten alle oppositiepartijen zich aan bij de demo op 2 januari.

De éénpartijstaat, in 1988 en in 2011.

De Fidesz partijstaat is sinds 1 januari 2012 een feit,
het moment dat er geen geld meer uit de muur komt, is angstig dichtbij,
maar er is toch altijd nog hoop dat links zich aaneensluit en dat rechts bij zinnen komt.

Een interessant 2012!