vrijdag 25 mei 2012

Weg



Tot voor kort waren de Hongaren de meest honkvaste Oost Europeanen. Terwijl miljoenen Polen, Roemenen, Bulgaren, Tsjechen, Slowaken en “Ossies” de afgelopen 20 jaar hun heil in het Westen zochten, bleven de Hongaren thuis. Een enkeling vertrok er altijd wel, al met al enige tienduizenden. Maar de meesten wensten – hoe mies ze vaak ook waren over de toestand in eigen land - geen afscheid te nemen van huis en haard en oma’s zondagse pot. Dat is snel aan het veranderen. In toenemende mate willen Hongaarse jongeren, en hun ouders met hen, vooral één ding: weg.

Onder beter opgeleide en progressief denkende Hongaren begon je het al te horen vanaf het moment, eind 2010, dat de contouren van Orbán’s beteugelde ‘democratie’ zich aftekenden. Mensen stalden hun spaargeld bij banken in Oostenrijk of Slowakije en begonnen actiever om te zien naar een tijdelijke baan elders in de EU (vaak gebruik makend van het netwerk dat een bestaande baan bij een multinational in Hongarije biedt). En in ieder geval, zo gaven ze aan, onderzochten ze serieus de mogelijkheden voor hun kinderen om in het buitenland te studeren. “Of ze ooit terug willen, zien ze later zelf maar.” De recente invoering van de nieuwe wet die studenten aan een Hongaarse universiteit verplicht om in ruil voor een studiebeurs na het afstuderen een langere periode in Hongarije te werken (tweemaal de duur van je studie) versterkt die tendens alleen maar. Je hoeft niet aan die verplichting te voldoen als je je studie helemaal zelf betaalt, maar als je dan toch veel op moet hoesten, kun je net zo goed of beter naar het buitenland gaan.

Maar ook aan de onderkant van de samenleving trekt de emigratie sterker en sterker. "Weet je niet iets in Nederland voor me, want hier kan ik niet meer rondkomen?"  is de vraag die je steeds vaker hoort. Er zijn geen banen bijgekomen, het minimumloon is reëel gedaald, op sociale voorzieningen is ongekend hard bezuinigd en van de gedwongen werkverschaffing wordt een mens ook niet vrolijk. Bijna vier van de tien miljoen Hongaren leeft onder het bestaansminimum, aldus de meest recente cijfers. Dus zoeken nu ook de arme en slecht opgeleide Hongaren steeds massaler naar manieren om weg te komen. “Het is de laatste tijd heel moeilijk geworden om goed bedienend personeel te krijgen, die trekken liever weg,” aldus een kennis met een horecabedrijf in Boedapest. Anderen gaan een paar maanden beton vlechten in Vlaanderen (al dan niet zwart), werken als tegelzetter of huisschilder in de bouw in Nederland of Duitsland, of zoeken emplooi als verpleegster, kindermeisje of als het moet ook als prostituee in Zürich (waar één op de vijf meisjes die op straat tippelen Hongaars is).

Deze nieuwe trend wordt nu ook door nieuw onderzoek bevestigd. Volgens onderzoeksbureau Tárki wil maar liefst één op de vijf volwassen Hongaren voor kortere of langere tijd of zelfs voor altijd naar het buitenland. Onder jongeren (tussen de 18 en 30 jaar) denkt zelfs 48% over emigratie na. Die cijfers zijn in de afgelopen twintig jaar nog nooit zo hoog geweest. Al in 2006-2008, toen in Hongarije de crisis toesloeg, zag je een toename maar vanaf 2010 (toen Orbán aan de macht kwam) is een scherpe stijging ingezet en die gaat nog steeds door. Ter vergelijking: in de economisch moeilijkste jaren na de val van het IJzeren Gordijn, van 1990 tot 1998, kwam het cijfer nooit boven de 6%. Blijkbaar hebben velen de hoop opgegeven dat het op korte termijn thuis nog iets wordt.


 Verder deze week:

- Volgens het linkse dagblad Népszabadság wordt er binnen Fidesz nog steeds zeer serieus nagedacht over het invoeren van een verplichte registratie bij verkiezingen. Het idee zou zijn dat iedereen die wil stemmen zich een tot twee maanden voor de verkiezingen persoonlijk moet registreren en anders niet mee mag doen. Het argument is dat men kiezers wil uitsluiten die geen “weloverwogen” oordeel hebben. Het moge duidelijk zijn dat zo’n regeling – waarvoor geen enkele steekhoudende technische reden is want Hongarije heeft een prima bevolkings- en kiesregister – vooral die mensen uitfiltert die onzeker zijn over hun stem, terwijl partijen met een trouwe aanhang (Fidesz) hun resultaat aanzienlijk kunnen oppeppen.

- Volgens diverse opiniepeilingen heeft nu 54% van het Hongaarse electoraat geen idee op wie te stemmen. De aanhang van Fidesz onder de gehele bevolking is gedaald tot 16% (van 46% in mei 2010), de socialisten staan op 12%, Jobbik op 9% en de groene partij LMP op 4%.

- Een ander plan dat de ronde doet is om de hoogte van de pensioenen afhankelijk te maken van het aantal kinderen dat je op de wereld zet. Volgens één plan zou een gepensioneerde zonder kinderen maar de helft aan pensioen krijgen dan iemand met vier kinderen. Er zouden zelfs deskundigen op het ministerie zijn die willen dat iemand die geen kinderen heeft, geen recht heeft op een staatspensioen. Alles om het geboortecijfer op te krikken en te veranderen dat het briljante ras der ware Hongaren uitsterft. Natuurlijk, het zijn nog slechts ideeën die circuleren, maar dan nog?

- Tenslotte nog een onderzoek van de sociologe Maria Vasárhely in het tijdschrift ÉS, allebei hartstikke links-liberaal natuurlijk, maar toch: tweederde van de Hongaren zien de periode van het goulashcommunisme onder partijleider Kádár als een “gouden eeuw” en slechts een derde betitelt de Kádár tijd als een dictatuur.


zondag 20 mei 2012

Partijgeld



Premier Viktor Orbán heeft geopperd dat met ingang van komend jaar misschien maar alle overheidssubsidies aan parlementaire partijen geheel moeten worden gestopt. Een bezuinigingsmaatregel in tijden van crisis, heet het. Maar een dergelijke stap zou de capaciteit van de oppositie om campagne te voeren serieus kunnen ondermijnen.

De bedragen die de partijen nu krijgen zijn al bescheiden (Fidesz ruim 5 miljoen euro, de socialisten en de neonazi’s ieder grofweg 2 miljoen, de groene LMP minder dan 1 miljoen per jaar). Daarnaast krijgen alle partijen nog eens officieel steun van burgers en bedrijven, maar die bedragen zijn maximaal de helft van de subsidie. Volgens Transparency International zijn juist die geringe overheidssubsidies de voornaamste oorzaak van corruptie op partijniveau. Iedereen weet dat je van dat geld weinig tot niets kunt doen, maar toch voeren partijen campagnes die volgens schattingen van TI aanzienlijk meer geld kosten. Conclusie: partijen financieren zichzelf uit illegale bronnen.
Vrijheidsplein werd Horthyplein in Gyömrő
Door de officiële staatssubsidie op te heffen, zouden partijen echter gedwongen worden zich vrijwel geheel uit dergelijke bronnen te financieren. Wie dat niet wil (zoals de groene LMP) is simpelweg blut. Iedere Hongaar weet ook dat de partij die aan de macht is de meeste mogelijkheden heeft om geld af te romen (percentages van overheidsopdrachten en EU-subsidies die naar de partijkas vloeien, schimmige constructies met overheidsbedrijven, door derden gefinancierde reclamecampagnes enz. enz.). En aangezien Fidesz zichzelf een vrijwel ongelimiteerde macht heeft toebedeeld, zijn ook haar mogelijkheden om te cashen vrijwel ongelimiteerd.
Het is kortom de inmiddels bekende manier van werken van deze regering: de voorgestelde regeling is geheel legaal, de praktische uitwerking is verre van democratisch. Wedden dat naarmate 2014 nadert, er op instigatie van het door Fidesz gedomineerde openbaar ministerie ook meer onderzoeken gaan plaatsvinden naar illegale financieringsmethoden door de socialisten en Jobbik?


Verder deze week:

- Minister van Justitie Tibor Navracsics heeft de voorzitter van de Hoge Raad, de Kuria, laten weten dat hij ontevreden is met de veroordelingen in de Cozma moordzaak. Die zijn volgens hem te licht en hij eist in zijn brief dat de rechterlijke macht beter luistert naar de roep van de samenleving om hardere straffen. Eerder lieten een parlementariër van Jobbik en vervolgens ook premier Orbán zich in soortgelijke zin uit. De Roemeense handbalspeler Marian Cozma werd driejaar geleden bij een ruzie met drie zigeuners in een nachtclub in Hongarije doodgestoken. De zaak werd door Jobbik aangegrepen voor een felle anti-zigeuner campagne. De drie daders werden aanvankelijk veroordeeld tot twee maal levenslang en eenmaal 20 jaar. Maar in hoger beroep werd dat afgezwakt  tot tweemaal 18 jaar en eenmaal acht. De rechtbank oordeelde dat de aanvankelijke straffen teveel rustten op anti-Roma sentimenten en niet op wat er werkelijk was gebeurd. Mensenrechtenorganisaties veroordelen de brief van de minister aan de Kuria als aantasting van de onafhankelijkheid van de rechtspraak. “Het wordt rechters steeds moeilijker gemaakt hun eigen oordelen te vellen,” aldus András Kadar van het Helsinki Commitee.

- Drie ultrarechtse schrijvers uit de 30er jaren, Albert Wass, Dezső Szabó, and József Nyirő, zijn opgenomen in het litteratuur curriculum voor middelbare scholen in Hongarije. Alle drie waren radicale nationalisten, openlijke antisemieten en twee van de drie zijn na de oorlog veroordeeld (in absentie) als oorlogsmisdadigers. De stap zou te rechtvaardigen zijn als het litteraire werk van de betrokkenen van enig niveau zou zijn, maar buiten fanatieke politieke aanhangers zijn alle critici het erover eens dat hun werk zeer matig tot volkomen onleesbaar is. De bond van leraren Hongaars heeft een protest gestuurd aan de minister.

- Jobbik voorzitter Gábor Vóna verklaarde recent op een demonstratie van de partij dat zijn partij alle buitenlandse bedrijven het land uit zou gooien, Hongarije uit de EU zou halen en een buitenlands beleid zou voeren dat onafhankelijk is van Europa, de VS, het IMF en Israel. Opdat we nog even weten waar die partij ondermeer voor staat.

- Het IMF heeft gezegd dat ze te allen tijde bereid is met de regering Orbán om de tafel te gaan zitten over het verstrekken van krediet zodra de aanpassingen van de wet die de onafhankelijkheid van de Nationale Bank moeten garanderen in het parlement zijn aangenomen. Alleen: die wetswijzigingen zijn nog steeds niet gerealiseerd en het is onduidelijk of en wanneer dat gebeurt. Dus na de aanvankelijke euforie van een paar weken terug, toen Orbán de EU (alweer) beloofde dat hij dat snel zou doen, beginnen de financiële markten langzaam weer onrustig te worden en beginnen ze (opnieuw) te geloven dat Orbán eigenlijk helemaal geen overeenkomst wil.  Geen idee wat er gebeurt als Griekenland echt uit de Euro stapt, maar ik kan me zo voorstellen dat dat voor Hongarije niet aangenaam is.

zaterdag 12 mei 2012

Hongaarse oligarchen


Hét buzz-woord van de laatste weken in Hongarije is „oligarch.” Telkens weer duiken er aanwijzingen op dat de afgelopen twee jaar onder premier Viktor Orbán de corruptie schrikbarend toeneemt (wat veelzeggend is want het was al niet best). Aan Fidesz verwante oligarchen, volgens sommigen inclusief de familie Orbán zelf, incasseren de ene na de andere mooie deal. Het steekt des te meer omdat Fidesz nu juist de vorige regeringen verwijt dat ze zo corrupt waren en naar buiten toe beweert dat ze brandschoon is en de corruptie keihard bestrijdt.

Ik schreef een paar weken terug al over de ontwikkelingen in Felcsut, het dorp waar Orbán zijn jeugd doorbracht en waar nu Fidesz-getrouwen voor een zacht prijsje honderden hectaren landbouwland wisten te pachten van de staat, land dat eigenlijk bestemd is voor kleine boeren. Let wel, landbouwgrond is dankzij EU subsidies zeer lucratief. Want Brussel betaalt per jaar 300 euro inkomenssteun uit per hectare landbouwgrond. De Fidesz burgemeester van Felcsut en zijn familie, die samen ergens rond de 1000 ha hebben, beuren dus ruwweg 300.000 euro per jaar (een modaal jaarinkomen is in Hongarije maximaal 10.000 euro).
Afgelopen week kwamen er ook de nodige details boven water over soortgelijke affaires in de provincie Borsod en over ‘landeigenaren’ die subsidies opstrijken uit Brussel maar gewoon in Boedapest wonen. Officieel wordt degene die deze steun krijgt weliswaar geacht het land ook te bewerken, maar dat doen sommige eigenaren van de grond niet zelf: ze verpachten het land voor zeg 20-25.000 forint per ha oftewel 65-75 euro (opnieuw kassa) aan kleine boertjes die het eigenlijke werk doen. Oude tijden herleven.
Volgens József Ángyán is dit soort dingen gemeengoed en is de Hongaarse landbouw een speelbal geworden van een “netwerk van oligarchen die alles in handen hebben: subsidies, grond, de markt.” Hij kan het weten, want hij was tot maart dit jaar staatssecretaris van landbouw in de regering Orbán. Hij dacht daar de belangen van boerenfamiliebedrijven te kunnen behartigen – daarvoor zegt Fidesz immers op te komen – maar trad uit protest tegen de werkelijke gang van zaken af.
Ook interessant is dat de familie Orbán aangrenzend aan de grond die de burgemeester van Felcsut wist te pachten eveneens twee stukken grond in bezit heeft. Het eerste schafte Orbán’s vrouw Anikó al in 2000 aan (in dezelfde tijd kocht ze goedkoop ook een wijngaard bij Tokaj), het tweede kocht zijn vader Győző minder dan een jaar geleden en dat betreft het voormalige landgoed van de Habsburgse Aartshertog Joseph. Vader Orbán kocht het voor een onbekend bedrag van de staat. Van het paleis zelf is na een brand in 1945 weinig meer over dan een paar stukken muur, maar er staan diverse andere gebouwen op waar onder andere de beheerders van het landgoed woonden. In Felcsut schijnt het gerucht te gaan dat de familie er een luxe hotel wil bouwen.
Voor alle duidelijkheid, vader Győző Orbán was ooit een arme sloeber tot hij lid werd van de communistische partij, opklom tot plaatselijke partijbons en het beheer kreeg van een steengroeve. Na de omwenteling kocht hij die groeve voor een zacht prijsje (precies dus datgene wat Orbán al zijn politieke tegenstanders ter linkerzijde steeds weer verwijt) en toen zoon Viktor in 1998 premier werd, kreeg vader Győző opeens heel veel overheidscontracten (wegenbouw) en groeide zijn bedrijf uit tot een imperium.

Ook in andere bedrijfstakken doen Fidesz prominenten het goed. Dé grote man is Lajos Simicska, een van de medeoprichters van Fidesz en goede vriend van Orbán. Hij geldt al sinds 1989 als het financiële brein van de groep, is verantwoordelijk voor allerlei shady deals ten bate van Fidesz in de jaren negentig met behulp van illustere BV’s met namen als Happy End en Ezüst Hajó (het Zilverschip). Simicska heeft inmiddels grote belangen op weten te bouwen in onder andere de mediawereld, de advertentiemarkt en de (wegen)bouw. Veel topfuncties in het ministerie van Economische Zaken worden tegenwoordig bezet door mensen die hoge posities hebben gehad in bedrijven van Simicska. En ook zijn bedrijven weten de laatste twee jaar opvallend veel overheidsopdrachten binnen te halen, al dan niet in openbare uitschrijvingen.
Ook andere topfunctionarissen van Fidesz hebben grote zakelijke belangen, van ex minister van Economische Zaken Tamás Fellegi (media) en minister van Binnenlandse Zaken Sándor Pintér (zijn ‘voormalige’ beveiligingsbedrijf beheerst nu de branche) tot de rijzende sterren als János Lázár (ex-fractieleider, nu benoemd tot staatssecretaris) en Rogán Antal (de nieuwe fractieleider) die beiden als burgemeester (van respectievelijk het stadje Hódmezővásárhely en het 5e district van Boedapest) een vermogen wisten op te bouwen (naar verluid is de locale politiek de meest corrupte sector in het land maar dat heeft daar natuurlijk niets mee te maken).

Ja, ook vóór 2010 was er veel corruptie in Hongarije. Er is zelfs sprake van dat er jarenlang een soort 70-30 deal bestond tussen de grote regerende en oppositionele partijen. Steekpenningen bij grote overheidsopdrachten werden, aldus het gerucht, volgens de 70-30 sleutel verdeeld en dus was iedereen gelukkig en hield iedereen zijn mond. Hoe waar dat gerucht is, valt tot op de dag van vandaag niet vast te stellen. Zelfs Transparency International durft daar desgevraagd niets met zekerheid over te zeggen en het is natuurlijk een schande dat de socialisten daar tot de dag van vandaag omheen draaien (hun financiële brein, Laszló Puch, is recent weliswaar uit alle bestuurlijke posities gezet maar daar blijft het bij).

Maar volgens een recent rapport van TI (maart) is er hoe dan ook geen twijfel over dat het risico op corruptie de afgelopen twee jaar aanzienlijk is toegenomen door een gebrek aan transparantie en door de uitholling van onafhankelijke controleorganen en instituten.


Verder deze week:

- In het stadje Eger hanteert Fidesz een soort zwarte lijst van acteurs en kunstenaars die ongewenst zijn. Een locale Internet nieuwssite publiceerde de notulen en later ook de opnames van een bijeenkomst van de commissie voor cultuur en toerisme, waar een stadsregente suggereerde zo’n lijst samen te stellen. Aanleiding was het optreden in de stad van een acteur die door Fidesz politici werd betiteld als een vuile jood en een liberaal en die derhalve geweerd had moeten worden. Of de lijst nu wel of niet op papier bestaat, iets wat uiteraard door Fidesz wordt bestreden, doet er eigenlijk niet meer toe.

- Slechts een derde van de Hongaren plant dit jaar een zomervakantie, de rest blijft thuis, En van degenen die gaan, is 62% van plan in Hongarije te blijven.
.




zaterdag 5 mei 2012

In een notendop


Onlangs verklaarde vicepremier en minister van justitie Tibor Navracsics op Kossuth  radio doodleuk dat alle meningsverschillen met de EU over de nieuwe opzet van Hongaarse rechtbanken e.d. eigenlijk waren opgelost. Er waren nog wat technische puntjes die moesten worden uitgepraat, maar de Hongaarse regering had ingestemd met een aantal wetswijzigingen die de Venetië Commissie van de Raad van Europa wenste en dus was alles opgelost. De aanklachten tegen Hongarije verpulveren tot stof, aldus Navracsics. Keihard en zonder blikken of blozen (hoewel, dat zie je niet op de radio). Maar ook onwaar.

In een persbericht van o.a. het Helsinki Comité worden de beweringen van de Fidesz minister weerlegd. De Hongaarse regering heeft wel wat kleine wetswijzigingen voorgesteld, maar die zijn vooral cosmetisch. Volgens de Venetië Commissie leidt de nieuwe wetgeving tot een ongekende concentratie van macht in de handen van enkele, door één politieke partij benoemde functionarissen en leidt dat gehele systeem tot een ernstige ondermijning van de onafhankelijkheid van het justitiële en gerechtelijke apparaat. Aan de essentie van die kritiek wordt door de regering absoluut niet tegemoet gekomen, aldus het Helsinki Comité, en de meningsverschillen zijn allerminst weg. Het lijkt mij stug dat minister Navracsics dat niet wist toen hij glashard het omgekeerde beweerde. Hij zou zich diep, zeer diep moeten schamen. Maar dat doet hij dus niet.

Maar ja, Navracsics is dezelfde man die in de verkiezingscampagne in 2006 tegenover buitenlandse journalisten doodleuk verklaarde dat Fidesz natuurlijk allerlei dingen beloofde en zei waarvan de partij drommels goed wist dat ze die niet waar kon maken en dat ze onzin waren, maar dat ze dat natuurlijk niet hardop ging zeggen tegen de kiezers, dat is nu eenmaal politiek. Vrij vertaald: niks mis met leugens als ze je aan de macht brengen en houden. Twee jaar Orbán regering in een notendop.


Verder de afgelopen week

> De nieuwste loten aan het belastingsysteem (dat volgens de beloftes – ooit – van Fidesz simpeler en lichter zou worden): belastingen op bankoverschrijvingen, op betalingen aan de overheid, op telefoonverkeer en op Internetgebruik. Het eindresultaat zal ook hier (net als bij de vlaktaks en allerlei andere nieuwe belastingen) zijn dat vooral de inkomens op en onder modaal extra getroffen worden want die geven immers al hun geld al uit aan de meest basale levensbehoeftes.

> In de krant Népszabadság een verslag uit een dorp op de poesta. Daar worden de allerarmsten – niet alleen zigeuners – gedwongen mee te doen aan de werkverschaffingsprojecten waar de regering Orbán zo trots op is. Op straffe van verlies van hun recht op een sociale uitkering voor jaren worden deze mensen, ook ouderen met een matige gezondheid, te werk gesteld op een boerderij waar ze zware landarbeid moeten doen tegen een schamele ’vergoeding’ van de helft van het minimumloon: 260-270 forint (één euro) per uur. Goede  business voor de landeigenaar in kwestie, dunkt me. Op diezelfde boerderijen werken ook illegale landarbeiders uit Roemenie die nota bene het dubbele verdienen: 500 tot 600 forint.

> Volgens de UNHCR in Hongarije worden de weinige politieke vluchtelingen die in Hongarije terecht komen en hier politiek asiel aanvragen vervolgens schandalig slecht behandeld. Ze worden opgesloten in gewone gevangenissen, mogen alleen geboeid aan handen en voeten naar een ziekenhuis, een rechtbank of de kerk, en er is ook regelmatig sprake van mishandelingen door bewakers. En dat in een land waar vandaan zelf nog niet zo heel lang geleden tienduizenden mensen wegvluchtten om politieke redenen, mensen die in 1956 en daarna elders in Europa massaal werden opgevangen en geholpen.

> Vroedvrouw Agnes Gereb dreigt nog altijd in de cel te verdwijnen voor hulp bij thuisbevallingen. Ze zit al meer dan een jaar in haar huis opgesloten. Ze krijgt dagelijks op diverse tijden (ook midden in de nacht) politiecontroles of ze er wel is. Haar absurde veroordeling (de rechtbank weigerde buitenlandse deskundigen op het vlak van thuisbevalling zelfs maar te horen) is in hoger beroep nog verzwaard: twee jaar celstraf en een beroepsverbod van zes jaar. Al maanden loopt er een verzoek om amnestie, maar dat hebben de Fidesz regering en de president nog altijd niet ingewilligd.

 > Fidesz dient zich gezien al het voorgaande diep, zeer diep te schamen. Maar dat doet ze dus niet. Integendeel, critici van het regeringsbeleid krijgen de wind van voren, ook van die mensen binnen Fidesz die als de meer gematigden en de “redelijke conservatieven” worden gezien: de eerder genoemde Navracsics, minister van buitenlandse zaken Martonyi. staatssecretaris van informatie Zoltán Kóvacs, en daarbij wordt steeds glashard beweerd dat er geen enkel probleem is.
Zo brengen deskundigen van de Raad van Europa binnenkort een rapport uit dat ernstige kritiek uit op de mediasituatie, ondermeer de enorme machtsconcentratie van de politiek eenzijdig samengestelde Mediaraad. De enige reactie van officiële zijde: het rapport is volkomen onwaar en gebaseerd op eenzijdige misinformatie. Deskundigen van het Amerikaanse Freedom House hebben deze week in de jaarlijkse beoordeling van de mediasituatie in alle landen van de wereld Hongarije afgewaardeerd van “vrij” naar “gedeeltelijk vrij.” De reactie van officiële zijde: allemaal schandalige onzin, die is gebaseerd op onjuiste informatie en vooringenomenheid tegen Hongarije. Twee jaar regering Orbán in een notendop.