vrijdag 22 juni 2012

Toenemend antisemitisme?



Na regent Miklos Horthy en een drietal fascistische schrijvers, begint nu de rehabilitatie van bisschop Ottokár Prohászka (1858-1927) langzaam vorm aan te nemen. De katholieke bisschop is uiterst controversieel vanwege zijn rabiate antisemitisme en zijn fervente anti-Joodse propaganda in de jaren twintig. Hij werd in 1920 parlementslid en was een van de drijvende krachten achter en opstellers van de numerus clausus wet die dat jaar in Hongarije werd aangenomen: de allereerste wet in Europa in de 20e eeuw die het aantal Joden op universiteiten en in bepaalde beroepen beperkte.

Hongarije is de laatste maanden geplaagd door een hele reeks antisemitische incidenten, variërend van het bekladden van monumenten en de bedreiging van een bejaarde rabbi op straat tot de rehabilitatie van prominente antisemieten uit de jaren twintig en dertig zoals regent Miklos Horthy en drietal fascistische schrijvers.
Recente bekladding: "Vuile Joden, dit is niet jullie land."
Het was aanleiding voor Elie Wiesel, de prominente Holocaust overlevende en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 1986, om de allerhoogste Hongaarse onderscheiding (het Grootkruis in de Orde van Verdienste) die hij in 2004 kreeg, terug te geven. Wiesel werd in 1929 geboren in het Roemeense Transsylvanie, dat in 40-44 door Hitler aan Hongarije werd (terug)gegeven. De deportaties richting Auschwitz werden in juni 1944 door Hongaarse functionarissen en onder formeel opperbevel van Horthy georganiseerd. Volgens Wiesel “moedigen de Hongaarse autoriteiten het witwassen van een tragische en misdadige periode in het Hongaarse verleden aan.”
Ook de Speciale VS Afgevaardigde voor het monitoren en bestrijden van antisemitisme Hannah Rosenthal publiceerde een verklaring waarin ze haar verontrusting uitsprak over wat er de laatste maanden op dit gebied in Hongarije gebeurt. En volgens Peter Feldmajer, hoofd van de federatie van Hongaarse Joodse gemeenschappen, zijn antisemitische opmerkingen niet meer kenmerkend voor extreemrechtse politici, maar zijn ze in brede conservatieve kring gemeengoed geworden.

Maakt dat alles Fidesz tot een antisemitische partij? Nee, daarvoor moeten we vooralsnog bij Jobbik zijn. Maar Fidesz is wel een partij waar al sinds jaar en dag op alle niveaus, ook helemaal aan de top, politici zitten die bij tijd en wijle de meest verschrikkelijke antisemitische uitspraken doen en sommigen van hen zijn wel degelijk uitgesproken antisemieten. Niemand in die partij windt zich daar erg over op en er is nog nooit iemand op aangesproken door de partijleiding, laat staan uit de partij gezet. Het is de Fidesz minister van onderwijs die de boeken van fascistoïde schrijvers uit de jaren dertig in het schoolcurriculum opneemt en het zijn locale Fidesz bestuurders die beelden plaatsen en straten hernoemen naar hun helden uit de jaren dertig. Het is de regeringspartij Fidesz die een autoritaire machtsstructuur schept en het zijn Fidesz leiders die steeds weer polariseren met uitspraken dat links vermorzeld moet worden, dat de invloed van socialisten en liberalen uit de maatschappij moet worden verbannen en dat socialisten eigenlijk geen recht hebben in het parlement te zitten. Het is Fidesz dat om electorale redenen steeds weer beleidspunten overneemt van neonazi partij Jobbik.

Er is kortom de afgelopen twee jaar een politiek klimaat geschapen waarin radicaal rechts denken en dus ook antisemitisme salonfähig is geworden, waarin het groeit en bloeit en, met een kleine variant op dr. Fop I. Brouwer, ons voor je het weet weer boeit. Het is prima als een aantal gematigde Fidesz politici, de fellow travelers van radicaal rechts, zeggen dat ze het antisemitisme verfoeien en dat de regering harder moet en zal optreden tegen antisemitische incidenten, maar het is ook volstrekt onvoldoende.


Verder deze weken:

- Het regeringsggezinde weekblad Heti Válasz heeft een contract getekend met het Fidesz deelgemeentebestuur van district II van Boedapest, waarin het toezegt in een Boedapester bijlage van het blad niets negatiefs over dat bestuur te zullen schrijven in ruil voor 275.000 forint (1000 euro) vergoeding per maand. Heti Válasz en een ander rechts blad Demokrata hebben de afgelopen twee jaar al 100 miljoen forint (350.000 euro) opgestreken dankzij soortgelijke contracten met Fidesz deelgemeentes.

- Muziek radiozender NeoFM is zijn vergunning kwijt omdat het zijn financiële vergoedingen aan de Mediaraad niet langer kon betalen. Het ogenschijnlijk merkwaardige is dat een andere muziekzender, Class FM, dergelijke financiële problemen helemaal niet heeft, hoewel beide zenders ongeveer evenveel luisteraars hebben. Maar NeoFM is eigendom van een persoon met banden met linkse politici en kreeg vorig jaar slechts zeer mondjesmaat advertenties van de overheid en dit jaar helemaal niets. Terwijl  Class FM, eigendom van de Fidesz oligarchen Nyerges en Fellegi, juist volop advertenties van de staat en van staatsbedrijven kreeg. De Staatsloterij spendeerde in 2011 82% van haar advertentiebudget van 708 miljoen forint aan Class FM, dat ook advertenties kreeg van ondermeer het bureau van de premier, de Paks kerncentrale, het ministerie van nationale ontwikkeling, het ministerie van justitie en het Landbouw Marketing Centrum. Lang leve de persvrijheid.


maandag 11 juni 2012

Nieuwe kritiek van Venetië commissie


De Venetië commissie, een groep internationaal gerenommeerde juridische experts van de Raad van Europa die eerder al de grondwet en de mediawetgeving in Hongarije onderzocht (en serieus kritiseerde), komt donderdag met een rapport over een aantal andere wetten en opnieuw zal het oordeel naar verluid uiterst kritisch zijn.

De experts hebben de nieuwe kieswet, de positie van het Constitutionele Hof, de onafhankelijkheid van het justitieel apparaat en de nationaliteitenwetgeving (dubbele paspoorten en stemrecht voor Hongaren in het buitenland) onderzocht en volgens persberichten hebben ze op alle gebieden opnieuw een aantal fundamentele kritiekpunten.

Dat wordt dus opnieuw een zware dobber voor die conservatieve Hongaren die de regering Orbán nog steeds in bescherming nemen en beweren dat alle kritiek niet meer is dan een opeenhoping van misverstanden en gebrek aan kennis bij critici en heel veel verongelijkt gezeur van de linkse oppositie. Tenzij je natuurlijk gewoon beweert dat de Venetië commissie een club ongeïnformeerde linkse dilettanten is – jawel, ik heb het argument al gelezen – maar dat argument zal niet bij veel mensen aanslaan.

Het is niet waarschijnlijk dat de regering Orbán zich heel veel van die kritiek zal aantrekken. Vorige week nog liet Eurocommissaris voor telecommunicatie Neelie Kroes zich zeer negatief uit over de manier waarop de Hongaarse regering was omgegaan met de kritiek van de Venetië commissie op de mediawet. Van de 66 aanbevelingen voor verandering nam de Hongaarse regering er op 4 Juni slechts 11 over. “Er is niet tegemoet gekomen aan de zorgen van de Raad van Europa en de Europese Unie,” aldus een verontwaardigde Neelie Kroes.

Het is inmiddels zo ver dat er zich een meerderheid in de Raad van Europa begint af te tekenen om t.a.v. Hongarije een permanente monitoring procedure in werking te stellen ( ja, ook een deel van de conservatieven is daar voor). Die procedure is tot nu toe alleen gebruikt voor landen die een aanvraag tot lidmaatschap van de EU hebben ingediend, nooit voor een land dat al EU lid is. Het is, zo moge duidelijk zijn, geen teken dat Hongarije het op internationaal diplomatiek niveau erg goed doet.

Verder deze week:

-  Alle opiniepeilers constateren inmiddels een enorme val in de populariteit van Fidesz, dusdanig dat het voor het eerst weer voorstelbaar is geworden dat de democratische oppositie verkiezingen in 2014 zou kunnen winnen. Maar 2014 is nog ver weg. En niet alleen heeft Fidesz de regels uitgebreid opgerekt en aangepast om ervoor te zorgen dat ze zelfs met weinig stemmen de verkiezingen nog wint (en kan de partij daarin nog heel wat verder gaan), maar Orbán heeft het systeem ook zo ingericht dat Fidesz een eventuele andere coalitie het regeren volstrekt onmogelijk kan maken.
Blauw is weet niet, geel Fidesz, rood MSZP.

- In een uitgelekte video-opname zegt een hoofdadviseur van het Hongaarse verkeersinstituut dat de regering Orbán de sluiting van een reeks spoorlijnen voorbereid (een gevoelig punt, want Fidesz  heeft daar altijd fel campagne tegen gevoerd), maar dat er gewacht wordt met de aankondiging totdat er een zondebok voorhanden is. “Als de IMF besprekingen van start gaan en er gezegd kan worden dat het IMF stinkende en smerige kapitalistische gieren zijn die ons dwingen de lijnen te sluiten.” Een regeringswoordvoerder ontkent uiteraard dat er zulke plannen bestaan.

- De huidige regering heeft het land in de verkeerde richting geleid, ondanks het feit dat haar voorganger (de regering Bajnai…HH) de financieel-economische positie van Hongarije aanzienlijk had verbeterd. En nee, dat is niet de mening van een koppige, links-liberale criticaster, maar die van Attila Chikán, minister van economische zaken in de Fidesz regering in 1998-1999. De regering heeft er twee jaar over gedaan om zich te realiseren dat het voortzetten van haar zogenaamde economische vrijheidsstrijd ernstige consequenties zou hebben. Het zou de regering sieren als ze openlijk toegaf gaf dat het tot nu toe gevoerde beleid fout was, aldus Chikán.

- Maar dat zit er niet in. De huidige minister van Economische Zaken György Matolcsy liet in een interview op CNN nog eens weten dat het geweldig gaat met Hongarije, dat er een prachtig Hongaars sprookje in de maak is en dat volgend jaar (elk jaar zegt hij "volgend jaar"…HH) de grote economische groei en bloei zal beginnen. De interviewer van CNN kon zijn ongeloof over de antwoorden die hij kreeg nauwelijks onder controle houden.

- Tenslotte het oordeel van investeerders: uit een onderzoek onder Duitse bedrijven in welkl land in het voormalige Oostblok Duitse ondernemingen het liefst investeren, komt Hongarije nu helemaal onderaan op de 13e plaats. Vorig jaar stond Hongarije nog op de tiende plaats, ook al mager – de concurrenten Tsjechië, Polen en Slowakije staan respectievelijk één, twee en drie – maar toen hield het in ieder geval Roemenië, Servië en Bulgarije nog achter zich. Niet langer.

zaterdag 2 juni 2012

Putin-light: de halfvrije media



In de marge – met name op het internet - bestaat er in Hongarije persvrijheid en pluriformiteit. Dat is dan ook het standaardargument voor sommigen om te beweren dat er niets aan de hand is en dat iedereen in Hongarije als hij wil elke mening kan ventileren en lezen. Klopt, maar vrijheid in de marge is niet het punt, die is er ook in het Rusland van Putin. De Amerikaanse NGO Freedom House kwalificeerde recent de mediasituatie in Hongarije niet voor niets als “halfvrij.”


Buiten die marge, bij de grote commerciële TV-zenders, de populaire radiostations, de publieke omroepen, het merendeel van de dag-, week- en huis-aan-huis bladen, kortom bij de media die de massa van de bevolking bereiken, is de situatie heel anders. Daar overheersen volgzaamheid en zelfcensuur, het resultaat van commerciële en wettelijke druk en een van Azerbeidjan gekopieerd systeem van “co-regulering” dat critici karakteriseren als het “outsourcen” van censuur

Zonder vrije pers is er geen democratie.
Maar eerst het positieve nieuws. Onder druk van Europa wordt de mediawetgeving maandag 4 juni op een aantal punten aangepast. Journalisten kunnen niet meer zomaar gedwongen worden hun bronnen prijs te geven, gedrukte en online media vallen niet meer rechtstreeks onder de inhoudelijke controle van de Media autoriteiten en media kunnen niet langer gedwongen worden willekeurig welke gegevens over  zichzelf en hun functioneren aan de Media autoriteiten te overhandigen. Prima allemaal, maar…

Aan de kern van de kritiek van Europese deskundigen geeft de Hongaarse regering niets toe. De almachtige positie van door Fidesz benoemde Media autoriteiten blijft. Die autoriteiten kunnen nog steeds enorme boetes opleggen aan media voor “ernstige” overschrijding van fatsoensnormen, belediging van religieuze overtuiging e.d. Wat ernstig en wat fatsoen is bepalen die autoriteiten zelve en media kunnen niet inhoudelijk tegen zo’n boete in beroep bij een rechter. Het is dus niet ondenkbaar dat een zender die al te kritisch is over de regering extra boetes oploopt voor andere overtredingen, want er is altijd wel wat te vinden. Het resultaat is zelfcensuur: de meeste onafhankelijke commerciële media mijden controversiële kwesties en politiek in het algemeen zoveel mogelijk.

Ook blijven de Hongaarse publieke omroepen slaafse regeringsspreekbuizen waar van bovenaf directe censuur wordt uitgeoefend (“Je moet echt alles voorleggen, ik wordt er gek van,” aldus een omroepmedewerker die uiteraard niet geïdentificeerd wenst te worden). Hetzelfde geldt voor het nationaal persbureau MTI. Nadat een vakbond van werknemers daar recent protesteerde tegen een reorganisatie, besloot de regering het aantal werknemers van MTI te verminderen tot onder de 50 … zodat het personeel wettelijke geen recht meer heeft op vakbondsvertegenwoordiging.

Om de onafhankelijke media extra onder druk te zetten is er bovendien een systeem ingevoerd dat eigenlijk uit de wereld van het Internetbeheer komt: co-regulering. De Mediaraad heeft, in ruil voor de toezegging dat ze zou afzien van boetes, met overkoepelende organisaties van uitgevers e.d. contracten afgesloten waarbij die organisaties zich verplichten erop toe te zien dat de media onder hun bereik de inhoudelijke richtlijnen van de mediaraad (objectiviteit, fatsoen, enz.) respecteren. Volgens Miklos Haraszti, mediadeskundige en voormalig mediawaarnemer van de OVSE, is Hongarije met die aanpak, die in zijn woorden neerkomt op het uitbesteden van de censuur, uniek in Europa. Het effect is uiteraard nog meer zelfcensuur.

Daarnaast is een heel groot deel zo niet de meerderheid van de media (TV, radio, gedrukte pers) inmiddels al opgekocht door aan Fidesz-gelieerde bedrijven. Ook de huis-aan-huis bladen die ik in Vác in de bus krijg – en die mede worden gefinancierd door de locale (Fidesz) overheid –  zijn stuk voor stuk regeringsgezind en het is in de meeste steden niet anders. De markt van outdoor advertenties (plakkaten op bushokjes, muren, gigantische borden langs snelwegen enz.) wordt al jaren overheerst door bedrijven van goede vrienden van premier Orbán. Bovendien hebben rechtse en radicaalrechtse radiostations (Lánchíd Rádió, Mária Rádió, Európa Rádió) de afgelopen twee jaar bij de toewijzing en herschikking van frequenties de helft van alle tenders gewonnen. Een typische gang van zaken: een zeker radiostation doet veruit het hoogste aanbod en belooft bijvoorbeeld speciale locale programmering. Een paar maanden nadat Media autoriteit besloten heeft dat die zekere tender de tender heeft gewonnen, besluit de Media-autoriteit dat het station de speciale locale programmering mag schrappen en dat het ‘t toegezegde enorme bedrag toch niet hoeft te betalen. Het nieuw contract waarin staat hoeveel ze dan wel betaalt, is niet openbaar.

De paar oppositionele traditionele media die er nog wel zijn, worden ernstig in hun functioneren beperkt. Zo krijgen ze nauwelijks tot geen advertenties meer van de overheid en van overheidsbedrijven en durven veel commerciële bedrijven niet bij die media te adverteren omdat ze bang zijn (en hen met zoveel woorden te verstaan is gegeven) dat dan hun zakelijke relaties met de overheid wel eens in gevaar zouden kunnen komen. Het bekende geval van talk radiostation Klubradio, de enig overgebleven oppositionele radiozender, laat bovendien zien hoe de Media-autoriteit kritische geluiden ook met ondoorzichtige regels en beslissingen aan kan pakken. De meest recente noviteit: de Fidesz meerderheid in het parlement heeft een wet aangenomen die bepaalt dat de Media-autoriteit Klubradio geen frequentie hoeft te geven, zelfs als de rechtbank in hoger beroep binnenkort (opnieuw) mocht besluiten dat dat wel moet.


Gezien het voorgaande zal het niemand verbazen dat de twee grote commerciële TV zenders van het land, RTL Klub en TV2 die samen misschien wel 90% van het TV kijkende publiek bereiken, zich buitengewoon stil houden. Politiek is vrijwel uit de programmering geschrapt en de nieuwsvoorziening is zeer omzichtig. De grote angst bij die zenders is dat ze de vergunning voor hun frequentie, die dit jaar vernieuwd moet worden, kwijtraken. Of dat ze bijvoorbeeld gedwongen worden een groot pakket an hun aandelen af te staan aan een aan Fidesz-gelieerd bedrijf. Ik weet het, dat klinkt als maffia, maar het gebeurt. Het ooit zeer populaire radiostation Danubius bijvoorbeeld zegt dat het een paar jaar terug een dergelijk “aanbod” kreeg (naar verluid van de man die later minister van economische zaken werd in de Fidesz regering). Danubius weigerde …en was een half jaar later haar vergunning helemaal kwijt.

"Dit is allemaal flagrant in strijd met het persklimaat zoals dat in een EU land hoort te zijn," aldus Haraszti. "De paradox is dat dit alles gebeurt binnen de EU, maar dat de EU er weinig tot niets daadwerkelijk aan kan doen omdat daartoe de middelen en mechanismes ontbreken."


Verder deze week:

-Volgens de Europese Centrale Bank zijn de veranderingen die de regering Orbán (a.s. maandag) doorvoert in de wetgeving op de positie van de Hongaarse Nationale Bank (MNB) onvoldoende. De onafhankelijkheid van de MNB is nog altijd niet gegarandeerd en dus kunnen de gesprekken met het IMF over een lening nog altijd niet van start. Langzaam maar zeker nadert de koers van de forint weer de gevarenzone (gisteren 306 voor de euro).

- De populariteit van Fidesz en premier Orbán is de afgelopen maand opvallend sterk gedaald. Fidesz en MSzP zijn nu in sommige peilingen bijna even sterk en Orbán is nog nooit zo onpopulair geweest.

- Transparency International stapt uit het overleg met politieke partijen over wetgeving die fraude en corruptie bij partij- en campagnefinanciering moet tegengaan. De werkelijkheid is dat dat overleg nooit op gang is gekomen omdat Fidesz afgevaardigden nooit geen tijd zeggen te hebben om aanwezig te zijn, aldus TI.

- Ex president Pál Schmitt, in maart afgetreden vanwege plagiaat, krijgt niet alleen de rest van zijn leven van de staat een inkomen, een staf, een dienstauto en een villa in de heuvels van Boeda, maar de regering Orbán wil dat nu ook vastleggen in een cardinale wet die deel van de grondwet is. Zodat een nieuwe regering dit alles alleen maar van Pál af kan pakken als ze een 2/3 meerderheid heeft.

- Een correctie op mijn stuk over oligarchen en de Fidesz vrienden die honderden hectaren landbouwgrond kregen toebedeeld. Ik schreef toen op gezag van een andere publicatie dat velen van hen de 300 euro EU subsidie incasseerden en vervolgens hun land verpachtten en ook nog eens pachtopbrengst incasseerden. Dat is onjuist, al is de werkelijkheid niet veel beter. Degene die de grond pacht, krijgt van de EU de landbouwsubsidie van 200 tot 300 euro (afhankelijk van diverse factoren). Maar de hoogte van de pachtsom die hij aan de eigenaar van de grond betaalt, is min of meer aan die subsidie gekoppeld en kan oplopen tot 100-150 euro per hectare. Zo vloeit een aanzienlijk deel van de EU subsidie naar de eigenaar van de grond en die hoeft over die inkomsten vervolgens in Hongarije geen cent belasting te betalen (inkomen uit lease van land is belastingvrij). Nog steeds zeer lucratief dus.