zaterdag 27 juli 2013

Hongaars-nationaal grootkapitaal

Voor de Hongaarse regering is de versterking van het Hongaars-nationale kapitaal, niet alleen onder de kleine en middelgrote bedrijven maar ook onder de grote ondernemingen, van uitzonderlijk belang. Dat was volgens nieuwssite Index een van de thema’s van de toespraak van premier Viktor Orbán tijdens de jaarlijkse bijeenkomst in het Roemeense plaatsje Tusnádfürdö op zaterdag 27 juli.

Het luxe voetbalstadion in aanbouw naast Orbán's huis
Tijdens de jaarlijkse ‘zomeruniversiteit’ van aan Fidesz verwante organisaties van Roemeense Hongaren in dit plaatsje in Transylvanië houdt Orbán altijd een redevoering waarin hij vaak elementen van zijn lange termijn visie toelicht. Ditmaal waren dat met name de rol van krachtige nationale staten tegenover een steeds zwakkere EU – zoals bekend wordt Orbán steeds EU sceptischer – en het belang van de opbouw van een sterke Hongaars-nationale kapitalistenklasse.

“De opbouw van een netwerk van grote Hongaarse ondernemingen die de internationale concurrentie aankunnen, vordert gestaag,” zei de premier ondermeer. De ondernemingen die hij daarbij op het oog heeft zijn niet alleen de grote ‘Hongaarse’ bedrijven die al langer actief zijn op de markt, zoals oliemaatschappij MOL, bouwbedrijf en projectontwikkelaar Trigranit, de OTP bank en geneesmiddelenonderneming Richter. Hij rekende daar nadrukkelijk ook de aan Fidesz gelieerde nieuwkomers op de markt bij, zoals de bedrijven van een aantal Fidesz oligarchen (Simicska, Nyerges en Fellegi) en natuurlijk de nieuwe grote Hongaarse spaarbank die het gevolg zal zijn van de recente nationalisatie en samenvoeging van kleine spaarverenigingen in het hele land (meer dan 100 kleine investeerders raakten zo de controle over hun kapitaal kwijt).

Volgens sommige critici vergeet Orbán in dit streven zijn eigen familie ook niet. Formeel bezit de premier zelf al decennialang niet meer dan een woning in Boeda, een buitenhuis in het dorp Felcsut, een auto en een bescheiden middenklasse inkomen. Maar als je alle eigendommen vergaard door zijn vader, zijn vrouw en ettelijke mensen die als stromannen worden gezien bij elkaar optelt, dan behoort de familie Orbán inmiddels misschien wel tot de vijf rijkste van Hongarije, menen sommigen. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dat een wat wilde schatting is, want niemand weet precies hoe het zit en de echte feiten zijn niet of nauwelijks boven water te krijgen.

Het is onvermijdelijk dat bij het van Fidesz-staatswege uitbouwen van zo’n nieuwe economische elite – gepresenteerd als het voltooien van de echte anticommunistische systeemomwenteling die in 1990 nooit echt van de grond kwam – af en toe ook de nodige wrijvingen ontstaan met zittende oligarchen wier belangen soms even tweede viool spelen. Zo uitte Sándor Demjan, eigenaar van Trigranit en ook betrokken bij de kleine spaarfondsen, recent felle kritiek op die nationalisatie. Ook zijn er volgens sommige commentatoren de nodige wrijvingen met Sándor Csányi, topman en grootaandeelhouder van de OTP bank (en nog tientallen andere bedrijven o.a. in de voedselindustrie). Zijn onverwachte stap om een deel van zijn OTP aandelen te verkopen en de scherpe val in het bankaandeel die daar direct het resultaat van was, leidde tot de nodige speculaties over een ruzie met Orbán (waarbij Csányi met zijn actie zou hebben willen laten zien: kijk, dit kan er gebeuren er als je mijn belangen onvoldoende in het oog houdt). Maar zelfs als een enkele oligarch zijn steun voor Fidesz in alle openheid
zou opzeggen – en daar zijn we nog lang niet – dan nog is het onwaarschijnlijk dat zoiets de strategische koers van Orbán wezenlijk beïnvloedt.

zaterdag 20 juli 2013

In Absurdistan gaat het beter

Volgens premier Viktor Orbán gaat het beter met Hongarije. Dankzij de extra crisisbelastingen op banken en bepaalde multinationals is hij er, zegt hij zelf, in geslaagd de financiële situatie van het land te stabiliseren. Het begrotingstekort is onder de 3% gebracht en zowel de inflatie, de werkloosheid als de staatsschuld zijn verminderd. Dus is er nu ruimte voor forse verlagingen van de energie- en waterlasten van huishoudens, de verhoging van de salarissen van leraren en artsen en een handhaving van de koopkracht voor gepensioneerden. Het land staat aan het begin van een periode van economische groei en bloei, zo herhaalt hij steeds weer.


Ja, het begrotingstekort is onder de 3% gebracht. Daarvoor was een hele reeks van bezuinigingsrondes nodig (hoewel Orbán in 2010 had beloofd dat er niet meer bezuinigd zou worden) en het is misschien vooral gedaan omdat Brussel anders wel eens de EU subsidies aan Hongarije zou kunnen gaan opschorten of bevriezen (ruim vier miljard euro netto per jaar dus geen kattenpis), maar toch, dat is gelukt. Maar dan heb je het ook wel gehad met de positieve cijfers.

De werkloosheid is ongeveer gelijk gebleven aan 2010. Niets geen één miljoen banen erbij, zoals Orbán destijds beloofde. Er is veel schijnwerkgelegenheid gecreëerd in de vorm van werkverschaffing tegen een gehalveerd minimumloon. Maar er zijn in de private economie geen banen – echte banen dus – bijgekomen en dat is wat telt. Bovendien zijn er bijna een half miljoen werkzoekenden naar het buitenland vertrokken, wat de werkloosheidscijfers ook nog eens danig vertekent.

Orbán heeft de staatsschuld tot staatsvijand nummer één verklaard. Maar wat hij ook beweert, die schuld is net als toen hij aan de macht kwam nog altijd iets boven de 80% (ondanks de inbeslagname van miljarden aan private pensioenreserves die als rook voor de zon zijn verdwenen). Bovendien zijn economen het er niet over eens hoeveel staatsschuld nu wel of niet acceptabel is: 80% is aan de ruime kant (hoewel niet perse alarmerend), maar 50% zoals in 2002 is weer heel weinig.

Het aantal mensen dat rond het bestaansminimum leeft is gestegen van ruim drie miljoen in 2010 naar vier miljoen mensen nu en daar bovenop zijn er inmiddels 1,38 miljoen Hongaren die onder het bestaansminimum leven. Dat wil zeggen dat 54% van de totale bevolking er bar slecht aan toe is. De oorzaken liggen in de invoering van de vlaktaks (waar de rijke 12% enorm van profiteerde maar de rest op verloor), de verhogingen van de BTW naar 27% en al die andere nieuwe belastingen die zijn ingevoerd en niet te vergeten de ongekend grofe bezuinigingen op sociale uitkeringen. Het klinkt dan vervolgens heel mooi om nu, met de verkiezingen van voorjaar 2014 in aantocht, leraren opeens een grote loonsverhoging van ruim 30% toe te zeggen. Maar diezelfde leraren, aan wie zo’n loonsverhoging overigens eigenlijk al was toegezegd in 2010, hebben sindsdien hun inkomen fors achteruit zien gaan. Gemiddeld verdiende een leraar in 2010 133.000 Ft., gecorrigeerd voor inflatie had dat nu 153.000 Ft moeten zijn maar het is in feite 128.000 Ft. En voor dat salaris moeten ze dan ook dankzij een nieuwe wet aanzienlijk meer uren maken dan voorheen. Kortom, die verhoging is vooral een sigaar uit eigen doos.

En dat geldt eigenlijk ook voor de campagne waarbij de regering de elektriciteit, gas- en waterbedrijven dwingt hun tarieven met tientallen procenten te verlagen. Dat klinkt aardig tot je bedenkt dat de tariefverlaging alleen maar betaald kan worden door de investeringen in het netwerk stil te leggen. Als gevolg daarvan verdwijnen er duizenden banen bij deze bedrijven en betalen we met zijn allen over een jaar of vier a vijf de tol in de vorm van blackouts en andere storingen in het net (die dan weer voor veel meer geld moeten worden opgelost)

En tenslotte de crisisbelastingen voor banken, telefoonmaatschappijen, grootwinkelbedrijven e.d. Het is natuurlijk niet onredelijk als grote bedrijven extra bijdragen in tijden van crisis. Maar wel op een redelijk niveau (de Hongaarse crisisbelasting is vele malen hoger dan in andere Europese landen) en in redelijk overleg (nu was het een dictaat en is de “tijdelijke” belasting allang permanent geworden). De onvoorspelbaarheid en willekeur waarmee de afgelopen drie jaar met het bedrijfsleven is omgegaan, betekent dat Hongarije zichzelf in de voet heeft geschoten.

Want daardoor is Hongarije de afgelopen jaren verder achterop geraakt op naburige landen als Polen, Tsjechië of Slowakije en zit het nu op het niveau van Roemenië en Bulgarije, meent Attila Chikán, een prestigieuze Hongaarse econoom en minister in een eerdere rechtse regering. Volgens zijn conservatieve collega en ex-president van de Nationale Bank György Surányi is daarbij vooral verontrustend dat de investeringen naar een absoluut dieptepunt zijn gedaald en dat kan niet anders dan negatieve lange termijn gevolgen hebben. Er wordt nu al anderhalf jaar minder geïnvesteerd dan nodig is om zelfs maar de bestaande economische activiteiten te vervangen. Oftewel, de economie teert in en de kans op blijvende groei is daardoor miniem.

Zoals Gordon Bajnai van Samen 2014 zegt: “Als ik Orbán hoor, is het alsof we in twee werelden leven. In Absurdistan gaat alles beter, maar in het echte Hongarije merk je daar niets van.”

woensdag 10 juli 2013

Van die dingen dus…

Een ex-minister die in een volstrekt geheim proces op geheime aanklachten en bewijzen wordt veroordeeld tot gevangenisstraf, rechters die elkaars vonnissen kopiëren (inclusief spelfout), 1000-en kleine winkeliers die hun zaak failliet zien gaan en nog zo het een en ander van de afgelopen twee weken. Merk je in het dagelijks leven nou veel van dat autoritaire beleid van Orbán, vragen mensen uit Nederland wel eens? Als je de krant leest wel, en natuurlijk als je in een van die hoeken zit waar net de klappen vallen.

* György Szilvásy, in de vorige links-liberale regering minister voor de veiligheidsdiensten, en twee voormalige directeuren van die diensten zijn in een geheim proces veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor iets dat met landverraad te maken zou hebben. Szilvásy kreeg twee jaar en tien maanden. Niet alleen het proces maar ook de aanklacht en dus ook het vermeende bewijsmateriaal zijn geheim en mogen niet openbaar gemaakt worden tot 2040. De veroordeelden en hun advocaten hebben wel verklaard dat de aanklachten volstrekte onzin zijn en nergens op slaan, maar mogen op bevel van de rechter geen enkel detail over het hoe, waarom en wat naar buiten brengen. Normaal gesproken had het proces plaats moeten vinden in Boedapest, maar de Fidesz bazin van de rechterlijke macht, Tünde Handó, had het proces verschoven naar een (conservatievere?) rechtbank in Debrecen. Een Fidesz woordvoerder verklaarde na het vonnis blij te zijn dat de schuldigen zijn gestraft. Schuldigen? Aan wat dan? Op grond van welk bewijs? Weet hij meer dan wij? Vindt je het gek dat dit bij de oppositie geldt als een schoolvoorbeeld van een door Fidesz opgezet schijnproces?

* Een aantal jaren geleden eiste een Fidesz bestuurder van een deelgemeente in Boedapest in een brief aan het personeel dat iedereen deel moest nemen aan een Fidesz demonstratie. Een aantal ambtenaren die niet waren gegaan, werden later ontslagen. De formele reden was natuurlijk niet hun politieke mening, maar ze werden wel allemaal vervangen door uitgesproken pro-Fidesz mensen. Zes van hen vochten hun ontslag aan en hoewel hun zaken dienden bij verschillende rechtbanken, verloren ze niet alleen alle zes hun zaak, maar luidde het vonnis van de zes verschillende rechtbanken ook woord voor woord hetzelfde….tot op de fout in de spelling van een naam van een getuige aan toe. Volgens de betrokkenen wijst dit erop dat het vonnis ergens hogerop (Tünde Handó?) was voorgekookt en vervolgens simpel zes maal is gecopypaste.

* Nee, de rechterlijke macht is nog niet volledig door Fidesz discipelen vervangen. Her en der zitten nog steeds rechters die op basis van eigen kennis en geweten recht spreken en zich niet laten intimideren door de politieke bazen, al weet je natuurlijk nooit op voorhand wie. Hoe dan ook, het hoogste rechtscollege, de Kuria, heeft het gewaagd om in een zaak betreffende leningen in buitenlandse valuta een uitspraak te doen die er op neerkomt dat banken wettig hebben gehandeld bij het afsluiten van zulke contracten en hen dus juridisch niets te verwijten valt. Een woordvoerder van Fidesz noemde diezelfde dag de uitspraak “schokkend en onacceptabel.” Dat muisje gaat dus een staartje krijgen, wie weet ook voor de rechters in kwestie?

* Enige duizenden winkeliers, de meesten kleine familiebedrijven, staan op het punt failliet te gaan nu ze geen sigaretten meer mogen verkopen. Zoals bekend is de tabaksverkoop genationaliseerd en zijn vergunningen voor die verkoop in heel veel plaatsen vooral gegaan naar mensen die de goedkeuring van de plaatselijke Fidesz politici konden wegdragen, voor het overgrote deel mensen met geen enkele voorafgaande ervaring. Om er nog maar eens eentje uit te pikken: in de stad Miskolc had vooral de familie van een locale Fidesz politicus “geluk.” Zijn echtgenote, zijn schoonmoeder en zijn broer kregen ieder vergunningen voor het exploiteren van vier winkels, zodat “de familie” van de ene dag op de andere een keten van twaalf winkels in de stad bezit.

* De nationalisatie van 120 kleine spaarbankjes staat inmiddels ook op de rol. Ze gaan gedongen worden samengevoegd tot een organisatie waarin de centrale overheid het grootste belang heeft. Zelfs oligarch Demjan, lange tijd een supporter van Fidesz en eigenaar van een kleinere bank die eveneens wordt opgeslokt, vindt dit te ver gaan. Hij heeft nu al een tweede protestbrief aan premier Orbán geschreven waarin hij klaagt dat dit er erger aan toe gaat dan destijds onder partijleider János Kádár.

* Hoeveel geld heb je per maand nodig om in Hongarije te kunnen leven en wat zou u doen als u moest rondkomen van een Hongaarse bijstandsuitkering die door deze regering is verlaagd naar 22.800 forint per maand (77 euro) voor het hele gezin? Een hulporganisatie stelde die vraag aan voorbijgangers op straat in Boedapest en hier is hun filmpje (Hongaars met Engelse ondertitels).

* Er zijn zeer drastische bezuinigen doorgevoerd op de budgetten van gemeentes. Het plaatsje Kübekháza (1600 inwoners) heeft 5 miljoen forint per maand nodig voor een aantal basisdingen maar ontving van het rijk voor de maand juli het bedrag van … 3.480 forint. Burgemeester Molnár (Fidesz) heeft met instemming van de gehele gemeenteraad deze “belediging” teruggestuurd.

donderdag 4 juli 2013

Regering Orbán onder verscherpt politiek toezicht van de EU

De aanname op woensdag 3 juli van het zogenaamde Tavares rapport (over de democratie in Hongarije) door een overduidelijke meerderheid in het Europese Parlement lijkt oppervlakkig gezien een zoveelste veroordeling van de koers van de regering Orbán door een Europese instantie. Maar het is veel meer dan dat. Wat de Raad van Europa vorige week niet aandurfde, heeft het Europees Parlement nu wel gedaan: Hongarije wordt onder verscherpt politiek toezicht geplaatst om te zorgen dat de regering Orbán van koers wijzigt en er worden nieuwe instrumenten geschapen om alle lidstaten die de democratische waarden van de EU ondermijnen tot de orde te kunnen roepen.

Orbán 2011: Take care what you wish for.
Het rapport bevat een zeer gedocumenteerde en omvattende analyse van wat er de laatste drie jaar in Hongarije allemaal gebeurd is, een zeer lange lijst van wetten, regels en gedragslijnen die Hongarije moet veranderen en aanbevelingen aan de Europese Commissie hoe te handelen als Europese lidstaten (in dit geval Hongarije) de waarden en normen van de EU ondergraven. Het rapport werd aangenomen met een ruime meerderheid van 370 tegen 248 stemmen en 82 onthoudingen. De meeste waarnemers zijn het erover eens dat dit een zeer ruime marge is en dat het een belangrijk politiek feit is dat een deel van de EPP fractie waartoe ook Fidesz (en het CDA) behoort, vóór deze veroordeling van de regering Orbán heeft gestemd of in ieder geval niet tégen (de onthoudingen). Commissie voorzitter Barroso heeft al te kennen gegeven dat hij de aanbevelingen van het rapport wil gaan uitvoeren.Volgens grondwetsdeskundige Kim Lane Schepele betekent dat concreet het volgende (zie haar uitgebreide analyse in Hungarian Spectrum):

1. Er komt een “Artikel 2 Alarm Agenda” waarop alle punten komen te staan die het betrokken land (in dit geval Hongarije) moet wijzigen/corrigeren/intrekken. Die Alarm Agenda heeft absolute prioriteit. Totdat het betrokken land (in dit geval Hongarije) aan de aanbevelingen heeft voldaan, kunnen alle andere gesprekken, onderhandelingen of overleggen met het betrokken land (in dit geval Hongarije) niet worden afgerond. Wat dat precies inhoudt, moet worden uitgewerkt. Geen nieuwe overeenkomsten? Geen nieuwe samenwerkingsverbanden? Geen nieuwe contracten met EU instellingen? Geen nieuwe toewijzingen voor subsidies?

2. Er wordt een nieuwe politieke commissie in het leven geroepen, die moet beoordelen hoe de voortgang van het betrokken land (in dit geval Hongarije) is. In die commissie zitten afgevaardigden van het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van Europa (vandaar de naam Trialoog) en die gaan een uitgebreid monitoring systeem opzetten dat de overheid van het betrokken land (in dit geval Hongarije) op alle punten van kritiek (justitie en rechtbanken, media, parlementaire procedures, kiesregels en kiessysteem, budgetbeleid, mensenrechten enz. enz.) zeer nauwgezet in de gaten moet houden.

3. Er komt een Kopenhagen Commissie van onafhankelijke en alom gerespecteerde Europese experts die voortaan in de gaten moeten houden of EU-lidstaten zich wel houden aan de democratische normen en waarden van de EU die ze allemaal hebben ondertekent, te weten artikel 2 van het EU verdrag en de Kopenhagen Verklaring van 1993. Wat het Tavares rapport is voor Hongarije wordt voortaan een Kopenhagen rapport.

4. Als het betrokken land (in dit geval Hongarije) ook door deze maatregelen niet tot inkeer te brengen is, maar dan zijn we wel een paar jaar verder, dan kan alsnog artikel 7 van het EU verdrag in werking treden met sancties als het opschorten van stemrecht en/of het intrekken van subsidies.

Hoe nu verder?

Uiteraard veroordeelde Viktor Orbán de uitspraak van het Europees Parlement onmiddellijk. Hij noemde het een politieke aanval van links-liberalen (maar de EPP stemmen dan?), zei dat Europa zijn bevoegdheden overschrijdt (door te controleren of lidstaten zich aan de afspraken houden?) en dat dit niet het Europa is waar Hongarije lid van werd (dat is het juist wel, dat is het hele punt). Tijdens het debat in het Europees Parlement had hij het ook al over “de vijanden van Hongarije” gehad en vergeleek Fidesz afgevaardigde József Szájer de procedure zelfs met de Stalin schijnprocessen. Die opstelling deed de Fidesz zaak in het Parlement zeker geen goed, maar ongetwijfeld gaat Orbán voort met deze verscherpte anti-EU retoriek. Er is sprake van een extra zitting van het Hongaarse parlement waarop de Fidesz meerderheid een scherpe veroordeling van het Europees Parlement uitspreekt. Een andere vraag is hoe de Hongaarse regering gaat reageren op de concrete stappen die nu zullen volgen. Gaat ze het gesprek aan met de trialoog commissie, gaat ze meewerken aan het nieuwe monitoring systeem, gaat ze meewerken aan een onderzoek naar het kiessysteem en een eventuele extra grote delegatie van Europese waarnemers bij de verkiezingen volgend jaar? Gaat ze zoals gebruikelijk rekken en trekken (kleine concessies doen die later weer deels worden teruggenomen, formele procedures aangaan maar intussen voldongen feiten scheppen enz.) of komt er een meer confronterende koers?

Hoe anti-EU de retoriek ook wordt, het is vooralsnog niet waarschijnlijk dat Hongarije er zelf uitstapt. Orbán’s hoofddoel is en blijft het scheppen van een nieuwe economische elite van mensen die politiek aan hem en Fidesz zijn gelieerd en die dus ook altijd een dominerende rol in de politiek en de rest van de samenleving kunnen spelen. Essentieel daarvoor zijn de enorme EU subsidies die nog steeds uit Brussel komen (en tot 2020 zijn vastgelegd) en het overeind houden van de kurk waar de Hongaarse economie op drijft: de voor de export producerende multinationals in de auto industrie, de elektronica e.d. (die dan ook niet getroffen worden door allerlei extra belastingen en willekeurige wetgeving zoals de banken, energiemaatschappijen, grootwinkelbedrijven en andere dienstverlenende multinationals die op de Hongaarse markt opereren). Zelf uit de EU stappen zou betekenen dat die twee essentiële inkomstenbronnen verspeelt worden. Dat is niet erg rationeel en het is maar de vraag of Orbán daarmee de verkiezingen van 2014 kan winnen. Maar waar spanningen toenemen, kunnen nationalistische emoties de overhand krijgen over rationele argumenten en kunnen kleine incidenten soms grote gevolgen hebben.