dinsdag 27 september 2011

Groen Pardon



De onverwachte en dreigende sluiting van een zeer populaire uitgaansgelegenheid in Boedapest door locale Fidesz-bestuurders leidde vorige week tot een protestconcert van ruim 40.000 jongeren. Meer dan 130.000 mensen tekenden een petitie voor het openhouden van Zöld Pardon (Groen Pardon). Tevergeefs, zo lijkt het, en of dat politiek nou zo slim is?

Protestconcert, iedereen in iets groens.
Zöld Pardon is een open lucht concertpodium in Boeda aan de oever van de Donau. Het wordt omgeven door de rivier, een paar snelwegen en een wijk met grote kantoren en universiteitsgebouwen die het afschermen van de woonwijken daarachter. Het ging 13 jaar geleden open en was een buitengewoon populaire vrijplaats voor jongerencultuur. En natuurlijk alles wat daarbij hoort in de grote boze buitenwereld waar de Fidesz conservatieven zo bang voor zijn.
Dus kreeg Zöld Pardon in augustus opeens te horen dat de vergunning per oktober niet verlengd zou worden. Officieel vanwege de “toenemende klachten van omwonenden.” Alleen, er zijn geen omwonenden. Toegegeven, als de wind verkeert staat, waait er wel eens wat over. Maar dat lijkt me een kwestie van die enkele keer het volume aanpassen. Het zal dus wel teveel vrijplaats zijn. Net als het Tűzraktér (De Vuurloods?), een tot cultureel centrum omgebouwde school in de binnenstad van Pest, geëxploiteerd door jonge kunstenaars en buitengewoon populair. Van het vorige, links-liberale gemeentebestuur kreeg het subsidie, maar die is dus afgelopen voorjaar door de Fidesz regenten stopgezet. Dit alles tot chagrijn van menig tiener, twintiger en dertiger, want die hebben allemaal het Tűzraktér en Zöld Pardon meegemaakt.
Ik zou niet echt verbaasd zijn als ze ook Sziget nog een keer de nek omdraaien.

Verder deze week:

- in het dorpje Dombrád in het oosten van het land is een proefproject gestart ter voorbereiding van de werkverschaffing op grote schaal die volgend jaar van start moet gaan. Zo’n 120 mannen versterken daar een dijk van 2,1 km lengte en bouwen er een weg voor fietsers en wandelaars op. Geen machines, alles moet met de hand want anders is het zo snel klaar. Bij deze klus krijgen de mensen nog 68.000 forint (234 euro) per maand betaald, slechts iets minder dan het minimumloon van 75.000 forint. Maar dat gaat volgend jaar veranderen, heeft de regering al bepaald: dan krijg je voor “gemeenschapswerk” 48,000 forint (165 euro) per maand. Als je weigert, krijg je niets, ook geen bijstand.
- de Fidesz parlementariërs gaan hun eigen salaris wel verhogen naar zo’n 750.000 forint per maand (2000 euro). Ook krijgt iedereen een laptop van de overheid en een appartement in Boedapest voor degenen die elders wonen. Voorzitters en vicevoorzitters van comités krijgen nog extra vergoedingen. Het huidige salaris ligt rond de 220.000 maar inclusief vergoedingen (commissies, reizen enz.) verdienen de meesten het dubbele. Dat is blijkbaar nog niet genoeg. Ter vergelijking: een modaal salaris is in Hongarije rond de 210.000 forint (bruto per maand).
- de GRONDWETSTAFEL, zie een vorige post, blijkt verzonnen door Imre Kerényi, nu adviseur van de premier  maar in de "old days" een theatermaker die een actief lid was van de communistische partij die Orbán zo zegt te verafschuwen
- Het Hongaarse economische beleid is “eerlijk gezegd een zooitje,” meent Gyula Tóth van de Unicredit  bank. Hij adviseert zijn klanten op het moment dan ook niet om in Hongarije te investeren. Ook volgens andere banken beginnen investeerders zich van Hongarije af te keren. Ze steken hun geld liever in de buurlanden.

woensdag 21 september 2011

Het einde van de vlaktaks


Het economische paradepaardje van de regering Orbán, de vlaktaks (iedereen betaalt 16% over zijn inkomen, hoe groot dat ook is) bestaat nog geen jaar en is alweer ten einde. Natuurlijk bezweert de regering dat de vlaktaks overeind blijft (stel je voor dat je een fout toegeeft?), maar er is ook besloten tot “de tijdelijke invoering” van een extra belastingheffing op inkomsten hoger dan modaal oftewel 203.000 Ft (740 euro) bruto per maand.

De vlaktaks heeft van het begin af aan zwaar onder vuur gelegen omdat het voor bovenmodaal zeer gunstig is (door de afschaffing van de 35% belastingschijf hielden ze opeens honderdduizenden forinten per maand meer over) terwijl de lage inkomens (75.000 tot 100.000 Ft per maand) er nota bene vaak op achteruit gingen. Bovendien loopt de overheid hierdoor enorm veel belastinginkomsten mis (ter waarde van maar liefst 2% van het bbp) wat draconische bezuinigingen noodzakelijk maakt (hoewel Orbán, de man die voor de verkiezingen bezwoer dat hij niet zou bezuinigen, ook nu nog stug volhoudt dat er niet bezuinigd wordt – er vinden slechts “aanpassingen” plaats).

De theorie achter de invoering van de vlaktaks was dat er zo meer geld in de economie zou vloeien waardoor de economische groei gestimuleerd werd. Maar zoals 90% van de economen altijd al voorspelde komt daar niets van terecht. Zodat de hele economie de afgelopen maanden is gaan haperen, er weer nieuwe bezuinigingen nodig zijn enz. enz. En zo zit Hongarije midden in een kleine financiële crisis van merendeels eigen makelij, want al dat geschutter en geblunder helpt natuurlijk niet op een moment dat het met heel Europa slecht gaat.

Een en ander werpt ook een schril licht op de (on)betrouwbaarheid van Orbán's economisch beleid. In februari 2010 bezwoer hij dat er geen vlaktaks zou komen. Vijf maanden later werd tot de invoering besloten. Twee maanden geleden bezwoer Orbán dat er geen solidariteitsheffing voor hogere inkomens zou komen. Nu is hij er toch.

En het gestuntel gaat door. De regering heeft voor 2012 een pakket nieuwe en zeer drastische bezuinigingen aangekondigd. Zo gaat bijvoorbeeld de BTW omhoog van 25 naar 27%, het allerhoogste tarief in Europa. Er zijn schattingen dat alle bezuinigingen bij elkaar kunnen betekenen dat de lage inkomens (zeker 50% van de bevolking) er in 2012 maar liefst 10 tot 15% op achteruit gaan. Om dat te verhinderen wil de regering nu de minimumlonen in een klap met 18% verhogen van 75.000 naar 92.000, wat hetzelfde is als zeggen dat de bedrijven de tol moeten betalen voor de rotzooi die de regering schept. En wat er ongetwijfeld in resulteert dat er nog meer mensen ontslagen worden (vooral bij kleinere bedrijven), de economische groei nog verder afneemt enz. enz.


Verder deze week:

- Eind vorige week verbood de politie de D-Day demonstraties, gepland voor eind september en begin oktober. Een reeks vakbonds- en actiegroepen wil een sit-in actie houden op een druk plein aan de Donau-oever op de 29e en demonstraties bij het Parlement op de 30e en 1e. De sit-in is volgens de politie te hinderlijk voor het verkeer, de demo’s zouden het werk van de parlementariërs hinderen (hoewel het parlement geen zitting heeft en bovendien, sinds wanneer hinderen vreedzame demonstraties het werk van het parlement?). De rechter heeft nu het verbod voor de sit-in gehandhaafd, maar gezegd dat de demo’s en acties bij het parlement wel door mogen gaan. Dit is al de tweede keer dat de rechter een demonstratieverbod door de politie ongedaan moet maken (hetzelfde gebeurde met parade van homo’s en lesbiennes afgelopen zomer).

- De Hongaarse schrijver Ákos Kertész, ooit winnaar van de Kossuth staatsprijs vanwege zijn bijdrage aan de Hongaarse cultuur, liet zich in een krantenartikel over de uitholling van de democratie onlangs zeer denigrerend uit over de Hongaarse bevolking bij wie, zo schreef hij, onderdanigheid en het lijdzaam accepteren van onrecht en onderdrukking “in de genen” zit. Dit kwam hem te staan op furieuze reacties van rechtse media die dit als een aanval op de Hongaarse natie zien. Zelfs veel critici van de regering Orbán namen afstand van de schrijver. De president van Hongarije heeft nu het initiatief genomen tot een nieuwe wet om eenieder die zich ‘onwaardig’ gedraagt een eerder geven staatsprijs te ontnemen. Wat “onwaardig” is bepaalt ongetwijfeld de president of de regering.

- Het is zo langzamerhand wel duidelijk dat de regering Orbán niet al te veel respect heeft voor rechtszekerheid, privaat bezit en private contracten. Als zij het opportuun vinden, wijzigen ze naar believen wetten en de grondwet en lappen ze privébezit en contracten aan hun laars. Een half jaar geleden was er al eens een keer het gerucht dat de regering van plan was om ook de spaartegoeden van burgers bij banken geheel of gedeeltelijk “te lenen.” De koers van de forint kelderde toen onmiddellijk scherp en alleen een pertinente ontkenning van de regering, nog diezelfde dag, bracht weer rust op de markt. Maar veel burgers nemen toch het zekere voor het onzekere. Banken in Zwitserland, Oostenrijk, Slowakije en Roemenië zien een forse stijging in het aantal Hongaarse staatsburgers dat zijn spaargeld in het buitenland in veiligheid brengt. Volgens voormalige minister van financiën Peter Oszkó is de tendens onmiskenbaar: “Je ziet het nog niet terug in de cijfers van de Hongaarse Nationale Bank, maar ook ik zie het in mijn persoonlijke omgeving ook veel gebeuren," aldus Oszkó.

woensdag 14 september 2011

Een nieuwe en illegale aanval op buitenlandse banken


De banken in Hongarije, merendeels dochterondernemingen van West-Europese bankbedrijven, vrezen een schade van miljarden Euro’s nu de Fidesz regering hen gaat dwingen om uitstaande leningen in Zwitserse franken of Euro’s te ontbinden tegen een koers ver beneden de marktwaarde. Sommige waarnemers waarschuwen zelfs dat de stabiliteit van het Hongaars banksysteem in gevaar kan komen door deze maatregel, waarvan het Hongaarse ministerie van justitie nota bene zelf in een interne nota zegt dat ze tegen de grondwet en tegen het EU-recht is. Buurland Oostenrijk is zo woedend – Oostenrijkse banken hebben een aanzienlijk marktaandeel in Hongarije – dat ze de zaak aanhangig maakt in Brussel.

Bevalt het systeem niet? Demo, 23 okt.
Bijna een miljoen Hongaren hebben in betere tijden, tussen 2002 en 2007, leningen afgesloten bij banken in Euro’s maar vooral in Zwitserse franken. Ze kochten er vooral huizen van, maar heel wat mensen leenden ook om een auto of een flatscreen tv aan te schaffen of een leuke vakantie te boeken. Dat leek destijds heel gunstig omdat de rente op die leningen slechts een paar procent was, terwijl je op leningen in forinten rentetarieven van 10 tot 20% neer moest tellen. Win-win, toch?
Wel zolang de wisselkoersen stabiel waren. De frank stond jaren rond de 140 forint en de euro ongeveer op 240. Je kreeg je salaris in forinten en wisselde bij de bank wat nodig was om je aflossing in franken of Euro’s te betalen. Simpel toch? Tot de financiële crisis toesloeg en de wisselkoersen opeens de pan uitrezen. Nu staat de Euro regelmatig rond de 270 en de Zwitserse frank rond 230. Elke Hongaar die 100.000 Fr. heeft geleend moet nu dus niet 14 miljoen forint terugbetalen, maar 23 miljoen. Dat is afzien en een paar honderdduizend Hongaren zitten inmiddels zwaar in de problemen.
In de simplistische versie is dit allemaal de schuld van de banken die destijds dat soort leningen verschaften zonder te waarschuwen voor de risico’s. Onzin? Nou, laten we zeggen een halve waarheid. Ja, de meeste banken verschaften dit soort leningen maar al te graag (want business) en handelden de verplichte waarschuwing aan de consument over de risico’s af als een formaliteit. Maar er was ook een enkele bank die weigerde dit soort leningen te verstrekken omdat ze het te gevaarlijk vond (de ING in Hongarije, bijvoorbeeld). En de financiële toezichthouder waarschuwde wel in brieven en folders voor de risico’s, maar durfde nooit zo ver te gaan dat ze ingreep of een verbod suggereerde. Want ook de Hongaarse regering en de Hongaarse gemeentes (van welke politieke kleur dan ook) leenden massaal geld in franken en euro’s (en zitten nu dus ook met extra hoge afbetalingslasten). Kortom: er is niet één schuldige, de algemene sfeer was er een van “het zal wel loslopen.”
Wat nodig is, is dus overleg over een serieuze oplossing waarbij iedereen zijn steentje bijdraagt. Je helpt die consumenten die buiten hun schuld in de problemen zijn geraakt: mensen met een doorsnee inkomen die een niet al te dure woning hebben gekocht en nu hun baan kwijt zijn. Je laat banken een fors deel van de lasten dragen, maar ook de overheid. En ja, ook de mensen die teveel leenden voor te dure woningen of een vakantie of een flatscreen zijn de pineut. Want je kunt die mensen ook wel met belastinggeld uit de wind houden, maar dat zou niet eerlijk zijn tegenover al degenen die zich niet in belachelijke schulden staken.
Maar ja, overleg, onderhandelen, compromis, zo zit Viktor Orbán niet in elkaar. Die weet alles beter en dicteert gewoon een oplossing. Hij verpakte het maandag in een toespraak vol nationalistische retoriek over “het verdedigen van het land” tegen “mensen die  speculeren met het doel het Hongaarse volk te ruïneren” en “buitenlandse groepen die Hongarije aanvallen.” Het feitelijke voorstel: iedereen die wil mag zijn lening in één keer afbetalen tegen een door de regering vastgestelde lage koers ver beneden de marktwaarde (180 voor de Zwitserse Frank, 250 voor de Euro) en de banken hebben het verlies maar te slikken.
Dit idee rammelt aan alle kanten. Het is vooral goed voor de rijkeren (niet op de laatste plaats veel Fidesz parlementariërs zelf!) die het geld hebben liggen (zwart of wit) om in één keer af te betalen. De meeste Hongaren in schuldproblemen hebben dat niet. Maar als er op een of andere manier goedkope leningen in forinten beschikbaar komen (er is sprake van dat staatsbanken of een aan Fidesz gelieerde bank dat zouden kunnen gaan doen), verandert dat. Want dan kunnen heel veel mensen met behulp daarvan hun Zwitserse frank lening tegen gunstig tarief aflossen. Ogenschijnlijk leuk voor al die mensen maar een potentiële ramp voor de banken en zelfs het hele banksysteem en de economie. Nog los van de vraag wie die goedkopere forintleningen dan financiert (de belastingbetaler) of welke andere onbedoelde en nu niet te overziene gevolgen er op kunnen treden, tot aan een mogelijke nieuwe crisis in het Hongaarse financiële systeem aan toe.
En dat alles nog los van het feit dat de Fidesz maatregel illegaal is, zegt het Hongaarse ministerie van justitie in een interne nota die is uitgelekt. Het plan is tegen de Hongaarse grondwet en tegen het EU recht want met welk recht ontbindt de overheid zakelijke contracten tussen banken en hun cliënten? Daarmee leg je – opnieuw – de bijl aan de wortels van het marktsysteem en de rechtsstaat. Het ministerie en diverse conservatieve economen hebben de afgelopen weken geprobeerd Orbán van dit onzalige plan af te praten, maar tot nu toe tevergeefs. De Grote Roerganger zei maandag dat Hongarije alle kritiek en aanvallen zal weerstaan.
De Hongaarse Vereniging van Banken stapt naar het Grondwettelijke Hof en de Oostenrijkse regering dient een klacht in bij Brussel (de schade bij alleen de Oostenrijkse dochterbanken wordt geschat op 1 tot 2,5 miljard euro). Eerder dit jaar klaagden ook al een reeks grote verzekeraars, banken en Telecom bedrijven uit West-Europa, ondermeer de ING en Aegon uit Nederland, bij de EU vanwege de nationalisering van private pensioenspaargelden door de regering Orbán en de excessieve extra belastingen die vooral aan buitenlandse bedrijven worden opgelegd. In de moderne wereldeconomie heb je grote ondernemingen evenzeer nodig als het midden- en kleinbedrijf, een sterke overheid, mondige werknemers en lastige actiegroepen enz.. Als het internationale bedrijfsleven zijn vertrouwen in Hongarije serieus verliest – en dat moment komt steeds dichterbij – dan kan dat dit land heel veel geld, heel veel economische groei en heel veel banen gaan kosten


Verder deze week:
- een eerste demonstratie van vakbonden tegen de aantasting van de arbeidswetgeving en vakbondsrechten. Zo’n 2000 activisten vormden een menselijke keten rond het parlement en boden een petitie aan.
- een groep van 30 vakbonden en actiegroepen hebben ook demonstraties en meer aangekondigd voor eind deze maand, tegen de aantasting van rechten en voor behoud van de democratie. Er komt een zit-in op het Clark Adam tér op 29 september, een vakbondsdemonstratie voor het parlement op 30 september en een “Volksparlement” op dezelfde plek op 1 oktober. In de week daarop willen vakbonden ook wegblokkades starten.
- “Eén miljoen voor de democratie” (EMD) is een actiegroep van jongeren die is ontstaan uit een Facebook initiatief. Zij zijn wars van politieke partijen maar hebben tot nu toe wel de twee grootste demonstraties voor democratie georganiseerd (30.000 mensen op 15 maart). Ze roepen nu op 23 oktober, de herdenking van de opstand van 1956, opnieuw demonstraties bijeen, zowel in hartje Boedapest als in andere steden.

p.s. over de illustratie: in 1956 knipten demonstranten de communistische hamer en sikkel uit de Hongaarse vlag. Een oranje sinaasappel was ooit het symbool van Fidesz toen die partij in 1989 werd opgericht.

dinsdag 6 september 2011

GRONDWETSTAFELAMBTENAAR


Op 28 augustus deed de Hongaarse regering de oekaze uitgaan dat er per 1 september (!) in elk Hongaars gemeentehuis een aparte ruimte moet zijn met daarin een tafel (met glasplaat!), een stoel, een kopie van de nieuwe grondwet (opengeslagen op pagina 28!), een pen (met lint in de nationale driekleur!) en op de muur een bord met het woord “GRONDWETSTAFEL” (in hoofdletters!). Er moet bovendien een ambtenaar worden aangesteld om in deze ruimte dienst te doen (permanent gedurende openingstijden!).

Op de tafel dienen ook aanvraagformulieren te liggen zodat burgers een kopie, die door de parlementsvoorzitter persoonlijk zal worden ondertekend, aan kunnen vragen. Nee, dit is niet Monthy Python met hun “Ministry of Silly Walks.” Dit zijn de Fidesz regenten in overdrive die blijkbaar serieus menen dat hun nieuwe grondwet dit soort georkestreerde aanbidding in de beste tradities van het socialistisch-realistische verleden waard is.
Alsof de 3300 gemeentes in dit land, de meesten bijna failliete dorpen met hooguit een gemeentesecretaris en twee secretaresses, geld hebben om voor zoiets een aparte ambtenaar aan te stellen. Binnen drie dagen! Alsof burgers en ambtenaren domme onderdanen zijn die je tot in detail moet voorschrijven hoe te handelen. Alsof je de nieuwe grondwet, zo je die al wilt, niet gewoon van het Internet kunt downloaden. Ouderwetse regenten kortom.
Saai baantje natuurlijk, grondwetstafelambtenaar. Maar wel een mooi nieuw scrabblewoord: GRONDWETSTAFELS (past precies op het bord, 30 punten letterwaarde en driemaal driemaal woordwaarde)…810 punten! Hoezo waardeloos die nieuwe grondwet?

Verder deze week:
- In juni werd op een internationale onderwijsconferentie een bepaalde school in het oosten van het land door de minister van onderwijs de hemel in geprezen voor de manier waarop daar kinderen met een achterstand werden onderwezen. Nu heeft de school, opgezet door een onafhankelijke stichting, te horen gekregen dat de aanvullende staatssubsidie die ze krijgt (3000 euro per maand) per 1 januari wordt stopgezet. Doek voor 650 kinderen?
- Datzelfde ministerie voor onderwijs overweegt een regeling in te voeren om afgestudeerden die in het buitenland gaan werken te dwingen hun studiekosten aan de staat terug te betalen. Het gaat hier volgens de eerste berichten niet alleen om artsen en leraren, maar ook om IT deskundigen, ingenieurs enz. Dat je aankomende artsen of leraren een contract laat tekenen dat ze zich verplichten eerst een aantal jaren op het platteland te werken om zo het daar bestaande tekort aan te pakken, lijkt me alleszins acceptabel. Doen ze in Frankrijk ook (waarbij de staat overigens wel een woning enz. ter beschikking stelt). Maar mogen dan IT'ers, economen, managers en ingenieurs niet meer bij internationale bedrijven in het buitenland werken? Of maar voor een jaar? Of twee of drie? En hoe zit dat dan met de Europese uitwisselingsprogramma’s van studenten en met de vrije vestiging en arbeid in de EU? Klinkt kortom weer als een goeddoordachte regeling naar provinciaals regentenmodel.
- Wie beter wilde weten, wist het allang, maar nu is het min of meer officieel en uit zijn eigen mond: Viktor Orbán is een leugenaar. Althans, volgens Wikileaks documenten zei Orbán vlak voor de verkiezingen van 2006 tegen een groep Westerse diplomaten: “Besteedt geen aandacht aan wat ik zeg om gekozen te worden, dat kunt u negeren.” Dat is echt maar op één manier te interpreteren: wat ik in de campagne beloof om de kiezers te paaien is niet serieus, als ik regeer, doe ik wat anders. Soortgelijke woorden sprak een andere hoge Fidesz politicus ook aan de vooravond van de verkiezingen op een bijeenkomst met buitenlandse journalisten. En de Fidesz verkiezingscampagne van 2010 was al niet anders, gezien de fantastische beloften over werk en geen bezuinigingen en de harde werkelijkheid van vandaag: geen werk en heel veel harde bezuinigingen. Let wel: kort na de verkiezingen van 2006 erkende de winnende socialistische premier Gyurcsány in zijn befaamde partijrede in het dorpje Őszöd dat zijn verkiezingsbeloftes niet serieus waren geweest en dat bezuinigingen nodig waren. Waarop Orbán in het openbaar beweerde “dat hij nog nooit tegen de kiezers had gelogen” en een felle campagne startte (inclusief het gedogen van heftige rellen in de straten van Boedapest) om de premier als leugenaar weg te zetten.