woensdag 19 december 2012

De revolutie van de winterroos


Onder de kop “De studentenrevolutie van de winterroos” zijn er de afgelopen dagen opnieuw allerlei demonstraties en protestacties gehouden op universiteiten en middelbare scholen (waar met name de scholieren van eindexamenklassen in actie kwamen) en voor en rond het Parlement. De jongeren protesteren tegen de invoering van collegegeld, bezuinigingen op het hoger onderwijs, de invoering van een “werken-in-Hongarije” contract voor studenten en de autoritaire wijze waarop ‘hervormingen’ worden doorgevoerd.


De acties beperkten zich niet tot Boedapest, maar vonden ook in een reeks andere steden plaats. Het zijn nog altijd geen hele grote massa’s, maar er is duidelijk reuring. Studenten scandeerden leuzen als “We zijn één,” “Een vrij land, een vrije universiteit,” en “Niets over ons zonder ons.” De titel “winterroos” heeft symbolische betekenis. Het is enerzijds een woordspeling op de naam van de minister van onderwijs (Roos Hoffmann), maar ook een verwijzing naar de Hongaarse democratische omwenteling van 1918, die de annalen inging als de revolutie van de herfstroos.

De regering lijkt woensdagmiddag in ieder geval voor een aanzienlijk deel te hebben gecapituleerd: een noviteit na 2 ½ jaar Fidesz bewind. Een regeringswoordvoerder zei na het kabinetsberaad dat komend jaar 55.000 studenten toch een volledige beurs krijgen. Dat suggereert dat de regering Orbán op het punt van het collegegeld/beurzensysteem de eisen van de studenten volledig inwilligt. Dat gebeurde overigens na een opzichtige PR stunt van premier Orbán op zondag. Die ging in een hoofdstedelijk café met een groep studenten praten en vertelde daarna dat hij hun klachten goed had beluisterd. De suggestie was dat het zomaar een groep studenten was, maar achteraf bleek het te gaan om een groep Fidelitas-leden (Fidesz-jongeren). Maatschappelijke consultatie a la Orbán.

Veel studenten wantrouwen de concessie dan ook. Welk addertje blijkt er straks weer onder het gras te zitten, als er rond Kerst een nieuw wetsvoorstel met de uitgewerkte nieuwe regeling op tafel komt? En wat gebeurt er het jaar erna, wat gebeurt er met het werken-in-Hongarije contract, wat gebeurt er met de beperking van het aantal studenten op tal van faculteiten, de inperking van de autonomie van de universiteiten en de bezuinigingen op het hoger onderwijs?

Aanvulling Donderdag 20 December, 17.00 uur:
En gelijk hebben ze met hun wantrouwen. Het is absurd maar waar, maar slechts een luttele dag na de aankondiging van de regering dat iedereen in 2013 gratis kan studeren, verklaart het ministerie van onderwijs volgens index,hu doodleuk dat dat niet het geval zal zijn voor studies zoals economie, rechten, andragogie, toerisme,  communicatiewetenschappen, internationale relaties, management, arbeidsverhoudingen enz. Al die (niet-exacte) studies kunnen alleen gevolgd worden door diegenen die de kosten geheel zelf dragen.

Verder deze week:

- Op een Engelstalige eliteschool in Balatonalmadi werden 14 scholieren uit hogere klassen en vijf leraren een voor een bij de door Fidesz nieuwbenoemde rectrice geroepen en werd hen de vraag gesteld waar ze stonden in het conflict tussen regering en studenten. De rectrice maakte aantekeningen voor een rapport aan het provinciale regeringsbureau (Fidesz) in de stad Vesprém, “dat daarom had gevraagd.” Ouders, leerlingen, oud-leerlingen en leraren luchtten hun woede via de pers en Facebook en dreigen met gerechtelijke stappen.

- Fidesz parlementarier Jozsef Angyán, die al tijden met de fractie overhoop ligt omdat hij zich verzet tegen de uitgifte van landbouwland aan (Fidesz) oligarchen, heeft nu van de Fidesz fractie een financiële boete opgelegd gekregen omdat hij bij de stemming over een landbouwwet onlangs  niet volgens de fractiediscipline stemde. Het kost hem 250.000 forint (bijna 1000 euro), een modaal maandsalaris.

- De regering heeft opnieuw uitlatingen gedaan die duidelijk maken dat er een eind komt aan de onafhankelijkheid van de Nationale Bank zodra de huidige gouverneur András Simor in april a.s. afscheid neemt (zijn termijn zit erop). De regering benoemt een opvolger en je kunt op je vingers natellen dat dat een Orbán vertrouweling zal zijn. Gevreesd wordt ondermeer dat de regering de reserves van de bank, nodig voor de financiële stabiliteit, zal gaan inzetten om in de aanloop naar de verkiezingen leuke dingen te gaan doen.

- Een andere ontwikkeling voor de komende weken : de dreiging dat het Grondwettelijke Hof haar laatste restje onafhankelijkheid verliest. Ook bij dat Hof moeten binnenkort twee rechters opstappen en de benoeming van twee nieuwe Orbán-getrouwen zal betekenen dat het Fidesz blok in het rechterlijke college van 15 definitief een meerderheid heeft. De verwachting is dat die Fidesz-rechters (voor een deel Fidesz politici) als blok gaan stemmen om Fidesz wetgeving te beschermen, zelfs waar die ongrondwettelijk is. De komende weken is dus mogelijk de laatste gelegenheid voor de andere rechters van het Hof om onconstitutionele wetten tegen te houden. Het Hof moet zich binnenkort o.a. uitspreken over de nieuwe kieswet (aparte kiezersregistratie, inperking van de verkiezingscampagne enz.). Het is niet ondenkbaar dat een krappe meerderheid van rechters die wet nog eenmaal naar de prullenbak verwijst.

vrijdag 14 december 2012

Genoeg geweest?

“Het is genoeg geweest,”  aldus een protestbord van studenten die demonstreerden tegen de invoering van collegegeld, een demonstratie georganiseerd door “linkse” en  “rechtse” studentenorganisaties tezamen.  “Ik heb er schoon genoeg van,” was ook het thema van een recent spraakmakend interview waarin de gerespecteerde kunstenaar Levente Szőrényi de nationalistische cultuurpolitiek van de regering Orbán frontaal aanviel. Szőrényi was in het verleden uitgesproken pro-Fidesz maar is nu een van de vele prominente kunstenaars van diverse politieke achtergrond die gezamenlijk hun stem verheffen.
Elég volt! (Genoeg geweest!)


De demonstraties van studenten beginnen langzaamaan behoorlijk wijdverbreid te raken. Er waren de afgelopen dagen al acties (demonstraties, sit-in’s, korte bezettingen van regeringsgebouwen) in Boedapest, Szeged, Pécs, Komló en Miskolc. Ook scholieren uit het eindexamenjaar – de eersten die door het nieuwe collegegeldstelsel getroffen zullen worden – doen her en der mee. De beweging is nog niet heel massaal, maar zelfs regeringsgezinde commentatoren waarschuwen dat het dat wel kan worden.

Want het hoofdpunt is al bijna niet meer de invoering van het collegegeld als zodanig. Iedere deskundige en iedere politicus weet dat een of andere vorm van eigen bijdrage onvermijdelijk is en dat het dus gaat om de manier waarop (geleidelijke invoering, een eerlijk leenstelsel voor arme studenten, serieus overleg met alle betrokkenen). Maar de boosheid onder studenten over andere regeringsmaatregelen op onderwijsgebied is net zo groot (het verplichte “werken in Hongarije” contract, het streven om het aantal studenten op universiteiten drastisch in te perken, de verregaande aantasting van de autonomie van universiteiten, de plagiaatschandalen) en bovenal is er woede over de onbeschaamde manier waarop de regering zelfs tegen zijn eigen aanhang liegt.

In 2008 was Fidesz de grote kracht achter een referendum dat elke vorm van betaling voor hoger onderwijs afwees. Dat referendum speelde een cruciale rol in de ondergang van de linkse regering in 2009, de overweldigende verkiezingsoverwinning van Fidesz in 2010 en de massale steun onder studenten voor rechts. Sindsdien heeft Orbán uit en te na herhaald dat hij geen collegegeld in zou voeren, nooit niet en op geen enkele manier. Zelfs afgelopen oktober zei zijn woordvoerder nog dat er absoluut geen plannen in die richting waren. En nu ligt er “opeens” een voorstel dat het woord collegegeld niet gebruikt, maar daar wel volledig op neerkomt. Een voorstel dat “in het belang van de studenten” zou zijn maar een veel drastischer eigen bijdrage invoert dan de linkse regering in 2008 voorstelde.

De studenten voelen zich gewoon verschrikkelijk in de zeik gezet. Het is een morele kwestie aan het worden: een enkel leugentje om bestwil is te begrijpen, maar er zijn grenzen. En het helpt dan niet dat premier Orbán een uitnodiging van studenten om zijn beleid “en plein public” te komen verdedigen, naast zich neerlegt (in 1996 had een linkse minister die collegegeld wilde invoeren wel het lef tot zo’n openbaar debat). En dus gaat HÖOK, de grootste studentenorganisatie die als pro-Fidesz geldt, nu samen met HaHa, een linkse studentenorganisatie, de straat op. Premier Orbán liet vanuit Brussel weten dat het allemaal eind van de week wel over zou zijn. Maar dat is maar de vraag.

Want ook op cultureel terrein zie je een omslag. “Ik heb er schoon genoeg van dat ik alles van de zogenaamde “burgerlijke” zijde maar moet accepteren omdat het “nationaal” is en dat ik me moet verontschuldigen  als iets me niet bevalt omdat ik anders te horen krijg dat ik geen goede Hongaar zou zijn,” aldus de gerespecteerde kunstenaar Szőrényi in het eerder genoemde interview. Hij en tientallen andere gerenommeerde Hongaarse kunstenaars, van zowel linkse als conservatieve huize, hebben nu ook hun handtekening gezet onder een petitie die protesteert tegen de snel groeiende invloed  van een uiterst conservatieve en nationalistische Academie Voor Hongaarse Beeldende Kunsten (zie mijn vorige blogbericht). De teneur van het protest: we willen terug naar een normaal cultuurbeleid, waarin goede kunstenaars worden gewaardeerd omdat ze goede kunstenaars zijn, en niet opzij worden gezet ten behoeve van tweederangs knutselaars met de “juiste” politieke overtuiging.

Is er sprake van een keerpunt? Het is te vroeg om dat te zeggen. Maar ik denk nog steeds dat Gordon Bajnai, leider van de nieuwe politieke beweging Samen 2014, de groeiende stemming in het land goed samenvat als hij in zijn speeches zegt: we willen terug naar een normaal Hongarije; een Hongarije waarin iedereen telt, waarin verantwoordelijke politici zich houden aan democratische spelregels en minimale normen van politiek fatsoen, waarin competentie belangrijker is dan politieke hielenlikkerei, waarin extremisme klip en klaar wordt veroordeeld en waarin normaal debat mogelijk is.




Verder afgelopen week:

- Het is nog steeds onduidelijk hoeveel eigen bijdrage studenten nu precies moeten gaan betalen. De bedragen en schattingen variëren van 90.000 Forint (350 euro) per jaar voor sociale wetenschappen tot 300.000 Forint (ruim 1.000 euro) per jaar voor meer exacte studies, met uitschieters tot ruim 2 miljoen forint (8.000 euro) per jaar voor wie medicijnen wil studeren en alles zelf zal moeten betalen. Nogmaals ter vergelijking: het minimumloon ligt hier op ongeveer 350 euro per maand.

- Euronews, een mede door de EU gesubsidieerde 24-uur nieuws TV zender, zal vanaf komend voorjaar uitzendingen in het Hongaars gaan maken gericht op Hongarije met nieuws uit en over Hongarije en de wereld. Het is uitdrukkelijk de bedoeling, aldus Euronews, om met eigen nieuwsgaring  te gaan werken en onafhankelijk nieuws te gaan maken dat aan de hoogste journalistieke normen voldoet. De zender is bezig een grote staf op te bouwen. Dat is een belangrijk initiatief omdat het huidige medialandschap allerminst objectief is. De publieke media en het nationale persbureau zijn propaganda instrumenten van de regering geworden en de enige nieuws TV zender van Hongarije, Hir TV, wordt gefinancierd en gecontroleerd door een radicaal rechtse oligarch. Nu zien of de kabelmaatschappijen in de diverse Hongaarse steden Euronews in hun pakket op gaan nemen?

woensdag 5 december 2012

Toch collegegeld




 Naar verwachting zullen 65.000 nieuwe studenten zich in willen schrijven voor het volgend studiejaar 2013/2014. Het overgrote deel van hen (80%) zal echter fors collegegeld moeten gaan betalen, zo blijkt uit de jongste plannen van de regering. Een zoveelste belofte (“Wij voeren nooit collegegeld in”) die wordt gebroken.


Studentenprotest in februari dit jaar
In 2010 kregen nog ruim 50.000 studenten een volledige beurs, in dit lopende studiejaar was dat al teruggebracht tot zo’n 30.000 en dat worden er volgend jaar nog maar 10.500. Ruim 46.000 eerstejaarsstudenten krijgen dan alleen nog maar een gedeeltelijke beurs en de rest (een krappe 10.000) zal alles zelf moeten betalen, aldus de plannen.

In praktijk betekent het dat het overgrote deel van de studenten zo’n 80.000-90.000 forint aan collegegeld  zal moeten betalen, oftewel zo’n 350 euro (dat is de helft van wat een doorsnee studie hier in Hongarije heet te kosten, 170.000-180.000 forint per jaar). Nu mag een collegegeld van 350 euro in Nederlandse ogen een schijntje lijken, maar in een land waar dat ongeveer het bedrag van het minimummaandloon is, is het fors. Een van de neveneffecten zal ongetwijfeld zijn dat er minder mensen gaan studeren, maar dat is dan ook een van de intenties van de regering Orbán.

Het is ook duidelijk dat de regering het beurzensysteem gebruikt om de toestroom naar bepaalde studies te frustreren. Er zijn geen volledige beurzen meer beschikbaar voor studies als economie of rechten en er zijn er nog maar beperkt voor mensen die sociale  en geesteswetenschappen willen studeren. Het merendeel van de volledige beurzen zal beschikbaar zijn voor studenten in de exacte wetenschappen (techniek, informatica, medicijnen e.d.).

Voorwaarde voor enige vorm van studiebeurs blijft dat de ontvanger een contract tekent met de regering dat hij of zij na de studie tweemaal de periode van de studie in Hongarije gaat werken (wat dus op zes tot acht jaar neer zal komen). Brussel onderzoekt op het moment of die voorwaarde geen aantasting is van het recht op vrije vestiging in Europa.

Het moge duidelijk zijn dat dit soort plannen onder studenten niet erg goed vallen. In 2008 organiseerde Fidesz nog een nationaal referendum tegen de invoering van een collegegeld. Ook voor de verkiezingen van mei 2010sprak de partij zich daar onomwonden tegen uit. Maar hoewel de regering nu het woord “collegegeld” angstvallig vermijdt, weten we allemaal waar het op neerkomt, aldus Dávid Nagy, voorzitter van de landelijke studentenorganisaties  HOÖK.

Verder de afgelopen weken:

- Terecht veel ophef over de schandalige uitspraken van een  kamerlid van het extreemrechtse Jobbik dat het hoog tijd wordt om een lijst aan te leggen van de Joden in overheidsdienst omdat die staatsgevaarlijk zijn. Aan de demonstratie tegen die uitspraken afgelopen zondag werd ook deelgenomen door Antal Rogán, fractievoorzitter van Fidesz. Prima, want hoe meer Fidesz-mensen zich in het openbaar tegen Jobbik keren, des te moeilijker zal het in de toekomst voor Fidesz zijn om een coalitie met extreemrechts aan te gaan.

- Tegelijk wijzen veel critici er op dat Rogán een van de architecten is van de inperking van de democratie in dit land, dat hij de naam heeft een van de meest corrupte politici van dit land te zijn en dat zijn partij Fidesz medeverantwoordelijk is voor het politieke klimaat dat ervoor heeft gezorgd dat antisemitisme in Hongarije de afgelopen jaren weer vrijwel normaal is geworden. Met name premier Orbán is een meester van de dubbele tong. Soms veroordeelt hij antisemitisme (“Wij Hongaren komen op voor onze Joodse landgenoten,” zei hij afgelopen maandag in het parlement nog), vooral in het buitenland. Maar tegelijk gebruikt hij in Hongarije stelselmatig gecodeerde taal en symboliek die door iedere Hongaar worden begrepen als anti-Joods (“mensen wier hart in het buitenland ligt,” “de macht van bankiers en financiers,” de herintroductie in het openbare leven van antisemitische politici en schrijvers uit de jaren dertig zoals Horthy, Nyirő en Wass). Fidesz is geen antisemitische partij, maar Fidesz is wel heel cynisch: voor het winnen van stemmen onder extreemrechtse sympathisanten is heel veel toegestaan.

- De Academie voor Hongaarse Beeldende Kunsten (MMA), een private organisatie die een aantal jaren terug is opgericht door de uiterst conservatieve  en nationalistische architect Imre Makovecz, krijgt een grote rol in het Hongaarse culturele leven. De academie krijgt van de regering Orbán vanaf 1 januari het eigendomsrecht van een van de grootste musea van Boedapest (de Kunsthal op het Heldenplein) en van een van de grotere theaters (Pesti Vigadó). De artistiek directeur van de Kunsthal heeft inmiddels uit protest ontslag genomen. Daarnaast krijgt de Academie een beduidende stem in het beleid van twee grote subsidieverleners op cultureel gebied, de Nationale Cultuur Stichting en de Nationale Film Stichting, en in de toekenning van een aantal nationale cultuurprijzen.  Tenslotte wordt de subsidie aan de Academie verhoogd van 10-15 miljoen forint naar 2,5 miljard forint.

- Diverse grote Europese banken heroverwegen hun strategie in Hongarije, waarbij terugtrekking uit die markt een van de opties is, aldus Daniel Gyuris, hoofd van de Vereniging van Banken. Het is een reactie op de aankondiging van de regering Orbán dat de (exorbitant hoge) speciale bankbelasting nooit zal worden afgeschaft (ondanks vele malen herhaalde beloftes dat de belasting slechts tijdelijk is) en op de invoering van een speciale belasting op financiële transacties (elke overschrijving en opname gaat belast worden, wat uiteraard de klant uiteindelijk betaalt).

- De Vereniging van Hongaarse Geschiedenisonderwijzers verwerpt het nieuwe geschiedenis curriculum dat volgend schooljaar door de Orbán regering gaat worden ingevoerd. Het materiaal geeft een onkritische, eenzijdige, vooringenomen en vergoelijkende kijk op de Hongaarse nationale geschiedenis, aldus de leraren. De kans dat hun kritiek tot iets leidt, is miniem, want er is nauwelijks tijd voor enig debat ingeruimd, zo constateren ze.

zaterdag 24 november 2012

Bedrog is normaal

Het jongste schandaal rond een Hongaarse politicus (de vicepremier) die zijn universitaire graad heeft verkregen door plagiaat en fraude zal waarschijnlijk geen politieke gevolgen hebben. Maar het werpt een schril licht op het bedenkelijke academische niveau in Hongarije.



Vrees niet mijn zoon: wij kopiëren de bijbel al eeuwen.
Het kwaliteitsblad HVG kwam met de onthulling dat de vice premier en leider van de christen democratische club binnen Fidesz, Zsolt Semjén (zie foto bij de paus), zijn twee academische titels uit begin jaren negentig had behaald met behulp van plagiaat en fraude. Het proefschrift voor zijn theologische titel bij de Pazmány Universiteit bestaat voor 40% uit andermans werk (met wat cosmetische wijzigingen maar zonder afdoende voetnoten e.d.): plagiaat. Het proefschrift voor zijn sociologische titel bij de ELTE universiteit in Boedapest is in feite niet meer dan een verkortte versie van dat eerdere werk: academische fraude.

Het is het tweede politieke plagiaat-schandaal in korte tijd (dit voorjaar moest president Pál Schmitt aftreden omdat zijn dissertatie voor 98% uit plagiaat bleek te bestaan), maar het lijkt er niet op dat dit enige consequenties gaat hebben. Semjén en Fidesz verwerpen uiteraard alle beschuldigingen als “een politieke aanval” en gaan niet concreet op de beschuldigingen in (ze weerleggen de beschuldigingen overigens evenmin). Maar opvallend genoeg lijkt er ook geen enkele animo in leidinggevende academische kringen om deze zaak verder uit te zoeken.

Dat is misschien te ‘begrijpen’ voor de conservatief katholieke Pazmány Universiteit, die zeer nauwe banden heeft met de zittende regering en Semjén. Het is al merkwaardiger in het geval van ELTE, dat als één van de topuniversiteiten van het land bekend staat, maar de zaak geen nader onderzoek waard vindt. Nog merkwaardiger was de reactie van de socialistisch politicus, ex-minister van onderwijs en gerespecteerd academicus István Hiller, die vond dat het allemaal niets voorstelde en dat je geen oude koeien uit de sloot moest halen.

De verklaring voor dit sluiten van de academische rijen is misschien te vinden in de stortvloed van anekdotes die deze nieuwe zaak in diverse media losmaakte, ondermeer van docenten en professoren, en die allemaal in één richting wijzen: gesjoemel met eindscripties, dissertaties en proefschriften is in Hongarije normaal, copypasten van Internet is normaal en zelfs plagiaat is normaal. Het wordt op zeer grote schaal gedaan, docenten en professoren weten het verdomde goed en ze kijken massaal de andere kant op. Degene die zich daar tegen verzet of god-beter-het mensen wil laten zakken, moet stevig in zijn schoenen staan. Want het onderwerp zelfs maar aan de orde stellen, wordt ook door heel veel collega’s (en superieuren) afgekeurd. Slechts anekdotes en dus geen wetenschappelijk bewijs. Maar toch.

Zoals iemand in een commentaar op een blog schreef: dat krijg je in een onderwijssysteem waarin uit het hoofd leren van feiten, regeltjes en axioma’s als hoogste goed staat aangeschreven en waarin creatief, kritisch en origineel nadenken eerder wordt bestraft dan beloond. Het werpt wel de vraag op wat de waarde is van een Hongaarse academische graad of diploma, zeker in de ogen van onafhankelijke buitenstaanders. Ik ben bang heel weinig.

Het is niet voor niets dat Hongaarse universiteiten bedroevend laag scoren op de wereldranglijst: de Technische Universiteit van Boedapest is met een 359e plaats nog de hoogstgeplaatste, maar anderen zoals ELTE, Corvinus of Szeged komen vervolgens pas na plaats 550. Ter vergelijking: in de top tien staan de grote Amerikaanse en Britse universiteiten, Amsterdam is de beste Nederlandse universiteit op een 62e plek en andere bekende Nederlandse universiteiten volgen tussen de 150 en 250.

Verder de afgelopen week:

- Het belangrijkste politieke nieuws was de afwijzing door de LMP van samenwerking met Samen 2014. Een splitsing van de LMP wordt daarmee een steeds waarschijnlijker scenario. Het besluit kreeg slechts een krappe meerderheid op het congres (de actieve leden). Acht van de 15 Kamerleden van de LMP steunen het besluit niet en hebben al een eigen platform opgericht. Als straks in nieuwe peilingen opnieuw blijkt dat de LMP kiezers in Boedapest (en daarbuiten stelt de club niets voor) massaal overlopen naar Samen 2014, gaat dat consequenties hebben.

- De aangekondigde anti-Bajnai campagne door een aan Fidesz gelieerde civiele organisatie is begonnen met (uit overheidsfondsen betaalde) advertenties op bussen in Boedapest. Het laat Bajnai en ex-premier Gyurcsány zien en de tekst: Vergeet het niet. Samen maakten zij het land kapot.

- De eerste kredietbeoordelaar (Standard & Poors) heeft Hongarije opnieuw afgewaardeerd. Sinds december 2011 geldt Hongaars staatspapier al als “junk” (BB+) maar nu is het “nog junky-er” (BB). Andere bureaus volgen mogelijk in December of Januari. De negatieve beoordeling is uitdrukking van het feit dat vrijwel geen enkele buitenlandse economische waarnemer meer gelooft dat de Hongaarse regering haar onbetrouwbare, populistische (en onsuccesvolle) beleid zal bijsturen en dat er nauwelijks meer enig vertrouwen is in het tot stand komen van een overeenkomst met het IMF en de EU. Volgens superminister van financiële en economische zaken György Matoclsy, de architect van het gewraakte beleid, is er sprake van een “samenzwering” van internationale financiële “piraten” tegen Hongarije.

woensdag 14 november 2012

Oneerlijke verkiezingen




Vele kleine beetjes maken ook een grote, onder dat motto past de regering Orbán opnieuw een aantal kiesregels aan zodat het speelveld nog verder naar haar kant overhelt. De invoering van een volstrekt onnodige extra kiezersregistratie zal ertoe leiden dat 25% of meer van de stemgerechtigden van de stembus wordt weggehouden. Het gaat daarbij vooral om burgers die zich niet met politiek bezig houden en ook geen enkel vertrouwen in politici (meer) hebben. Er is bovendien een verbod ingesteld op politieke advertenties bij de commerciële TV en radio en op het Internet. “Als je het formeel bekijkt, worden het in 2014 nog wel vrije verkiezingen. Maar eerlijk worden ze zeker niet, de oppositie wordt zwaar benadeeld,” zegt Csaba Tóth, politiek analist van denktank Republikon.

Een gelijk speelveld, gelijke kansen
Hoewel Hongarije een prima werkend bevolkingsregister heeft en uit opiniepeilingen blijkt dat 79% van de Hongaren tegen aparte registratie is, moeten de acht miljoen stemgerechtigde Hongaren zich nu toch apart en persoonlijk gaan registreren (wie werkt zal dus zelfs een halve of hele dag vrij moeten nemen). Die extra registratie is voor vier jaar geldig maar wie zich tot  twee weken voor verkiezingsdag niet heeft geregistreerd, mag niet meedoen. Deskundigen verwachten dat deze extra hindernis zeker een kwart van de kiezers weg zal houden van de stembus en dat de opkomst daardoor makkelijk kan dalen van 70% bij de vorige verkiezingen tot 45-50% in 2014.

Afgelopen maandag voerde Fidesz parlementariër Gergely Gulyás op een persconferentie allerlei formele argumenten aan waarom de bestaande burgerlijke stand nu opeens niet meer afdoende zou zijn. “Maar dat is merendeels onzin, die burgerlijke stand heeft altijd prima gewerkt. Waar het om gaat is dat de regeringspartij af wil van de aanzienlijke groep apathische en gedesillusioneerde kiezers die op het allerlaatste moment zo boos zijn dat ze toch nog naar de stembus gaan om de zittende regering weg te sturen,” aldus Tóth en zijn collega Robert László van onderzoeksinstituut  Political Capital. Bij de verkiezingen van 2010 kwam ongeveer 10% van de uitgebrachte stemmen van deze groep ‘zwevende kiezers’ die in de laatste twee weken besloten toch te gaan: dat zijn 500-duizend stemmen die toen voor een groot deel voor Fidesz waren en die ze nu tegen dreigt te krijgen.

Volgens de nieuwe regels mag er ook nog maar 50 dagen campagne worden gevoerd en mogen politieke partijen geen advertenties plaatsen op commerciële TV en radiostations  en op het Internet. Volgens Fidesz-man Gulyás is dat om te verhinderen dat partijen teveel geld uitgeven aan campagne voeren, maar ook daar geloven de twee analisten niets van. Zij denken dat Fidesz het de oppositie moeilijker wil maken om via die commerciële stations en populaire  nieuwssites op het Internet een groot publiek te bereiken. Natuurlijk zijn er wellicht omwegen om deze regels gedeeltelijk te omzeilen, zeker op het Internet, maar dat kost dan wel weer extra moeite en extra geld. “En TV zenders die daar aan meewerken, zouden via de omstreden mediawet weer problemen kunnen krijgen, dus die zullen heel voorzichtig zijn.”

Er mag straks wel beperkt campagne gevoerd worden via de staatsomroep (maar die is zwaar pro-regering en trekt nauwelijks publiek), via reclameborden op straat (maar die zijn voor een zeer groot deel eigendom van Fidesz oligarchen die de prijzen kunnen bepalen) en via gewone kranten (die slechts een klein publiek bereiken dat zijn keus toch al gemaakt heeft). En de regering kan intussen natuurlijk nog wel ‘publieke informatiecampagnes’  houden, zoals ze recent allerlei advertenties tegen het IMF plaatste. Maar als het aan Fidesz ligt komt er geen lange en felle verkiezingscampagne, komen er geen politieke advertenties en komen er zeker geen TV debatten met de oppositie, want dat alles lokt alleen maar zwevende kiezers naar de stembus.

In 2010 won Fidesz met 2,7 miljoen stemmen, maar de helft daarvan is inmiddels totaal gedesillusioneerd afgehaakt. De strategie is nu om met de overgebleven één tot anderhalf miljoen mensen, die volkomen idolaat zijn en hoe dan ook altijd op Orbán zullen stemmen, in 2014 te winnen. In dat licht moet je alle nieuwe regelgeving zien, meent Tóth. De regels van deze week komen bovenop eerder manipulaties, zoals de invoering van het “first past the post” systeem (de grootste partij wint een district, zelfs al heeft die maar 30% van de stemmen), het rommelen met de samenstelling van districten (waardoor Fidesz niet zal winnen in districten die traditioneel links zijn, maar wel veel meer kans heeft in zogenaamde “swing districts”), de invoering van stemrecht voor Hongaren in Roemenië en andere buitenlanden (alleen die Hongaren die een Hongaars paspoort hebben aangevraagd, wat doorgaans de meer nationalistisch gezinden zijn en dat levert Fidesz zo weer 100- of misschien 200-duizend stemmen extra op).

Elke maatregel op zichzelf is geen ongekende schending van het kiesrecht en elke maatregel op zichzelf levert de regeringspartij maar een klein beetje voordeel op. Maar al die voordeeltjes bij elkaar, leiden tot een aanzienlijke verstoring van het eerlijke speelveld.

En in het voorjaar van 2013 komt er nog meer, zoals een mogelijke drastische beperking of zelfs afschaffing van de overheidssubsidie voor partijen (zodat de oppositie, die toch al armer is dat de regering en haar oligarchen, nog minder fondsen heeft om te mobiliseren voor registratie en het stemmen zelf). “Let wel, deze regering kan eenzijdig en op elk moment de regels van het spel wijzigen, doet dat ook permanent en kan daarmee doorgaan tot vlak voor de verkiezingen. Dat alleen al maakt het heel moeilijk voor een oppositie om een campagne op te zetten en is dus eigenlijk onaanvaardbaar in een democratie,” aldus Tóth.


Maar hoezeer het speelveld ook verstoord is, we moeten en kunnen  met een sterke grassroots campagne Fidesz zelfs dan nog verslaan, zegt Gordon Bajnai van “Samen 2014” op een persgesprek met buitenlandse correspondenten afgelopen dinsdag: “We hebben geen keus. Het wordt onze laatste kans om op een redelijke manier van dit regime af te komen.” Bajnai hoopt in de zomer van 2013 een coalitie met een alternatief regeringsprogramma op poten te hebben. Daarvan zouden alle democratische partijen inclusief  centrumrechtse groepen deel uit moeten maken. “Het is belangrijk dat de EU Hongarije  zeer nauwgezet in de gaten houdt, maar verandering kan alleen maar van de Hongaren zelf komen.”

Verder deze week:



- Boeren in het dorp Kajászó hebben een stuk grond aan de rand van het dorp illegaal ‘bezet’. Ze bewerken het land gezamenlijk en willen de opbrengst onderling verdelen. Dit gebeurt uit protest tegen de oneerlijke manier waarop naar hun mening de Fidesz regering grote stukken staatsgrond, die eigenlijk onder kleine locale boeren verpacht zou moeten worden, in handen speelt van partijgetrouwen. Ook het bezette stuk grond is recent aan zo iemand toegewezen. Volgens ex-staatssecretaris van landbouw József Ángyán (Fidesz), die uit protest tegen deze corruptie een jaar geleden aftrad, vervreemd de regeringspartij op deze manier haar traditionele aanhang op het platteland van zich.

- Bij de hoofdstedelijke brandweer wordt het schoonmaakwerk tegenwoordig gedaan door 22 vrouwen van de werkverschaffing (gedwongen werk voor uitkeringsgerechtigden tegen een aanzienlijk verlaagd loon). Nadat de overeenkomst daartoe was getekend door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (zowel de baas van de brandweer als van de werkverschaffing), zijn 19 schoonmaaksters in vaste dienst (met een regulier minimumloon) ontslagen, aldus een rapport van nationale ombudsman Máté Szabó.