woensdag 26 september 2012

Nokia doos



Is zelfs de zaak van de Nokia doos een farce? Feit is dat, twee weken na het begin van dit proces tegen een vermeende corrupte socialistische politicus, al twee aangeklaagden voor de rechtbank belastende verklaringen hebben afgelegd over manipulatie door justitie en politie. Er wordt met spanning gewacht op de kroongetuige, op wiens verklaring de hele zaak lijkt te rusten.

De zaak van de Nokia doos werd in maart 2010, vlak voor de verkiezingen van mei, waarschijnlijk de bekendste corruptiezaak ooit in Hongarije. De socialistische politicus Miklós Hagyó, plaatsvervangend burgemeester van Boedapest en onder meer verantwoordelijk voor het Openbaar Vervoer Bedrijf van de hoofdstad (BKV), zou een manager van die BKV hebben gedwongen in totaal 150.000 euro (40 miljoen forint) uit de BKV kas aan hem te overhandigen. Volgens die manager, de kroongetuige, moest hij regelmatig geld in cash en verpakt in een Nokia doos aan Hagyó overhandigen. Het geld werd, zo was de veronderstelling, onder andere in de partijkas van de socialisten gestort.

De ophef was enorm, het begrip “Nokia doos” werd in luttele weken in Hongarije een synoniem voor “door en door corrupt en verdorven” en de zaak was een belangrijke factor in de ongekende verkiezingsnederlaag van de socialisten en links-liberalen (die ook een zeer belangrijke vinger in het stadsbestuur van Boedapest hadden). Direct na de verkiezingen, waarin Hagyó zijn parlementszetel verloor en dus ook zijn parlementaire onschendbaarheid, werd de politicus gearresteerd en startte justitie een groot onderzoek naar corruptie binnen het Openbaar Vervoer Bedrijf.

Maar de aanklagers kwamen in twee jaar onderzoek niet heel erg ver. Ja, er werden her en der wat onduidelijke zakenpraktijken boven water gehaald (de BKV is notoir verliesgevend en bureaucratisch) en in totaal zijn er 16 mensen aangeklaagd, onder meer op de nogal vage beschuldiging van “schending van de plicht tot vertrouwelijkheid.” Maar justitie lijkt met niets te kunnen komen dat corruptie of omkoping keihard bewijst en bovenal, op die ene kroongetuige na lijkt er geen enkel aanvullend bewijs dat Hagyó geld heeft geëist, gekregen of doorgesluisd naar de socialisten.

En nu heeft dus één van de aangeklaagden verklaard dat hem is beloofd dat in ruil voor een belastende verklaring tegen Hagyó de aanklacht tegen hem zou worden ingetrokken. Hij weigerde mee te werken. Een andere aangeklaagde trok ten overstaan van de rechter zijn eerdere belastende verklaring tegen Hagyó in en bood omstandig zijn excuses aan de politicus aan. Hij was ziek toen hij in de gevangenis zat en verhoord werd en justitie en politie wilden hem alleen naar huis laten gaan als hij Hagyó zou beschuldigen, zei hij. Waarop hij uiteenzette hoe zijn verklaring naar justitie werd gefaxt net zo lang tot ze daar tevreden waren met de inhoud.

Dat doet de vraag rijzen wat er straks overblijft van de kroongetuige, de manager die door Hagyó zou zijn gedwongen geld te overhandigen en die volgens critici bij voorbaat niet zo betrouwbaar over komt.Zij wezen er al eerder op dat de man snel na het afleggen van zijn belastende verklaringen een nieuwe advocaat nam en wel iemand van een bureau dat veel zaken doet voor Fidesz. En wat te denken van het feit dat hij een jaar later door het Fidesz bestuur van de stad Pécs opeens is benoemd als manager bij het openbaar vervoerbedrijf aldaar?

In linkse kringen wordt dan ook hardop gezegd dat het hier in feite gaat om weer een politiek showproces, waarbij ook de Orbán-vertrouwelingen aan de top van het justitiële en gerechtelijke apparaat (de nationale hoofdofficier van justitie en het administratieve hoofd van de rechtbanken) betrokken zijn. De vraag of de opzet altijd slaagt, is van minder belang; ook de zogenaamde “grote zaken” tegen voormalig socialistisch premier Ferenc Gyurcsány en de centrumrechtse politica Ibolya Dávid (zie de Kuif van 25 juli 2012) stortten uiteindelijk ineen. Maar het kwaad – het zwart maken van oppositionele politici – is wel geschied.

En ik herhaal het maar weer eens: ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat er onder de socialisten de nodige corruptie was. Daarbij komt me steevast het interview voor ogen met de CEO van een grootwinkelbedrijf. De man legde omstandig uit hoe hij in gemeentes en deelgemeentes (de socialisten én Fidesz) waar hij een filiaal wilde openen, regelmatig wat moest betalen aan deze of gene locale politicus. Uiteindelijk stond hij erop dat die passage uit het interview werd geschrapt. Dus ja, er was corruptie maar de Hagyó-zaak lijkt er opnieuw op te wijzen dat het met de socialisten nou ook weer niet zo erg was als sommigen altijd suggereren.


Verder de afgelopen week

- Er lijkt toenemende onenigheid in oppositiekringen wat te doen op 23 oktober, de dag van de herdenking van de opstand van 1956. De afgelopen twee jaar werd er, op initiatief van Facebookgroep Milla, op die dag door vele tienduizenden gedemonstreerd in Boedapest tegen de autoritaire tendensen van de regering Orbán. Maar Milla lijkt over haar hoogtepunt heen. De groep organiseert wel opnieuw een demonstratie, maar wil niet dat daar oppositiepartijen e.d. bij aanwezig zijn. Dat is weer reden voor groepen die vinden dat er meer moet gebeuren dan alleen maar roepen dat we “tegen” zijn, om af te haken en zelf elders iets anders te organiseren. De verdeeldheid neemt vooralsnog toe, niet af.

- De socialistische MSZP heeft daarop nu verklaard dat ze desnoods alleen de verkiezingsstrijd met Orbán en Fidesz in 2014 aangaat, hoewel de partij volgens leider Attila Mesterházy liever samenwerkt met andere oppositionele krachten, zoals de LMP (de min of meer groene partij), de DK (de nieuwe links-liberale partij van ex-premier Gyurcsány), Milla, Szólidáritás (een nieuwe vakbondsgroepering) en 4K! (een nieuwe partij van sociaaldemocratische jongeren). Helaas wil de LMP absoluut niet samenwerken met socialisten en DK (hoewel ze op haar eentje al moeite zal hebben de kiesdrempel te halen), wil Milla apolitiek blijven (maar wel de politiek veranderen, rara hoe dan?) en stellen andere groepen zoals Solidariteit en 4K! weinig voor. De socialisten hebben dus geen keus. Het probleem is natuurlijk dat ze zelf nog altijd niet grondig genoeg zijn vernieuwd en dat de nieuwe kiesregels die door Fidesz worden opgelegd (en die nu in het parlement worden besproken) een nederlaag van de regering behoorlijk onwaarschijnlijk maken, tenzij de oppositie zich massaal achter één gezamenlijke kandidaat stelt.

zondag 16 september 2012

MTI eist 20.000 euro van blogger




Het Hongaarse nationale persagentschap MTI is een rechtszaak wegens smaad begonnen tegen de journalist György Balavany omdat hij op zijn persoonlijke blog tot twee keer toe (23 juli en 14 augustus) heeft beweerd dat dit publieke medium belastinggeld gebruikt om het publiek te desinformeren. Het MTI eist een boete van maar liefst 20.000 euro. Volgens Dunja Mijatović, verantwoordelijke voor mediavrijheid bij de Organisatie van Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), kan deze zaak ernstige gevolgen hebben voor de vrijheid van het Internet in Hongarije.



Ook de internationale niet-gouvernementele organisatie Freedom House beschouwt MTI in haar laatste report over 2011 niet als een echt onafhankelijk en betrouwbaar persbureau. MTI, dat wordt gefinancierd door de overheid, vol zit met staf die trouw is aan de Fidesz regering en inhoudelijk streng wordt gecontroleerd, heeft niet alleen een nieuwsdienst zoals het ANP, maar bepaalt ook de inhoud van alle nieuwsuitzendingen van de publieke TV- en radiozenders. Freedom House constateert dat er herhaalde malen incidenten zijn geregistreerd waarbij nieuws direct werd gemanipuleerd door bijvoorbeeld het weglaten van kritische opmerkingen van sprekers, het niet vermelden van positieve verwijzingen naar leden van de oppositie of zelfs trucage met TV beelden. Het is een van de redenen waarom de organisatie de mediastatus van Hongarije verlaagde van vrij naar half-vrij.

Mijatović van de OVSE is bezorgd dat MTI nu een smaadprocedure is begonnen tegen de journalist “simpelweg omdat hij kritische blogs publiceert. Vrijheid van meningsuiting is een essentieel element van elke democratie en die beperkt zich niet tot verklaringen die voor iedereen acceptabel zijn.” De stap van MTI is ook opmerkelijk omdat, mede dankzij internationale druk, de nieuwe Hongaarse mediawetgeving (die grote potentiële invloed geeft aan een regeringsgetrouwe mediacommissaris om zich met de inhoud van media te bemoeien), zich niet uitstrekt tot het Internet. Dit smaadproces op initiatief van een overheidsorganisatie kan derhalve ernstige negatieve gevolgen hebben, aldus Mijatović. “Na recente veranderingen in de Hongaarse mediawetgeving, is het Internet nu het voornaamste forum waar pluralistisch debat en discussie nog kan plaatsvinden. Verzwakking van de blogosfeer kan leiden tot een verdere verslechtering van de vrijheid van meningsuiting in het land.”

MTI claimt dat haar reputatie en commerciële belangen zijn geschaad door de blogs en eist van Balavany, die in het dagelijks leven journalist is bij het linksliberale kwaliteitsweekblad HVG, naast de boete ook een publiek excuus en verwijdering van de twee blogs.


Verder deze week:

- Oud premier Ferenc Gyurcsány heeft nu openlijk verklaard dat hij niet van plan is om zich bij verkiezingen in 2014 kandidaat te stellen voor het premierschap omdat hij beseft dat zijn positie daarvoor te omstreden is. Hij kondigde ook aan dat hij en zijn partij de Democratische Koalitie (DK) de kandidatuur zouden steunen van eenieder die zou worden aangewezen als aanvoerder van een gezamenlijke democratische oppositie, ook als dat de leider wordt van de socialistische partij (waar de DK een jaar geleden uitstapte). Gyurcsány en de DK hielden afgelopen week een ‘hongerstaking’  voor het Parlement uit protest tegen de manipulatie met de kiesregels door Fidesz, waaronder de invoering van een mogelijke registratieplicht.

- De president van de Europese Commissie Barosso, die afgelopen week een speech hield waarin hij pleitte voor stappen naar een Europese federatie, verwees daarbij impliciet ook naar de politieke problemen die Brussel heeft met bijvoorbeeld Hongarije en Roemenie.  “Een politieke unie betekent ook dat we de fundamenten moeten versterken waarop de EU is gebaseerd: het respect voor onze fundamentele waarden, de rechtsstaat en democratie. In de afgelopen maanden hebben we gezien hoe in sommige lidstaten de wettelijke en democratische structuur onder druk dreigde te komen. Het Europees Parlement en de Commissie waren de eersten die alarm sloegen en die een beslissende rol speelden om dat een halt toe te roepen. Maar deze situaties leggen ook de beperkingen bloot van onze institutionele regelingen. We hebben een beter arsenaal van maatregelen nodig – niet alleen de keuze tussen de “softe benadering” van politieke overtuiging en de “nucleaire optie” van artikel 7 van het verdrag (waarbij lidstaten het stemrecht ontnomen kan worden…HH). (…) We zullen snel met voorstellen komen.” Het probleem Hongarije blijft op de Europese agenda.

- De taak van de vrouw en haar plicht aan de natie is om kinderen te krijgen en als ze zich daaraan wijdt, is er geen reden voor huiselijk geweld. Pas als een vrouw er drie of vier heeft geproduceerd, kan ze zich richten op haar verdere ontplooiing. Dat is kort samengevat de mening die advocaat en Fidesz parlementariër István Varga ventileerde tijdens een debat over huiselijk geweld. Dat debat was afgedwongen na een handtekeningenactie waarbij 100.000 mensen tekenden maar werd vervolgens door de Fidesz parlementsvoorzitter ergens diep in de avonduren weggemoffeld. Zeker, Varga’s opinies staan niet model voor heel Fidesz, maar toch wel voor een belangrijk deel. En het is tekenend dat slecht een enkele vrouwelijke Fidesz afgevaardigde (waarvan er sowieso slechts een handvol zijn in dit bolwerk van mannenbroeders) het waagde meneer Varga openlijk te kritiseren. Een ander verklaarde slechts dat ze de woorden niet precies had gehoord, een tweede mompelde iets over het feit dat de meeste mannen in de fractie toch heel beleefde heren zijn en een derde klaagde dat er belangrijker zaken waren. Hoezo dat? Er worden per jaar in Hongarije 70 vrouwen vermoord door hun partner, dat is 39% van alle moordzaken in het land.

dinsdag 11 september 2012

Jong rechts

Gellért Rajcsányi is redacteur van de conservatieve en veel gelezen nieuwssite mandiner.hu en een typische vertegenwoordiger van “jong rechts” in Hongarije. Hij was tien jaar toen in 1990 de muur viel en de “systeemwisseling” plaats vond. Hij was jaren actief lid van Fidelitas (de jongerenorganisatie van Fidesz) en stemde in 2010 in volle overtuiging op Viktor Orbán, omdat die volgens hem de grote verandering zou brengen die zo hard nodig was na wat hij zag als jaren van links wanbeleid. Maar vandaag heeft Gellért voor het beleid van de regering Orbán nauwelijks een goed woord over.

Gellért is, zoals hij zelf zegt, opgegroeid in een vrije en kapitalistische samenleving en dat heeft zijn wereldvisie sterk gekleurd. “Ik keek naar MTV, mocht elk boek lezen dat ik wilde, kon vrij naar het buitenland en de winkels lagen vol met producten waaruit ik kon kiezen.” Hij heeft dan ook niets op met wat hij “oud rechts” noemt, al die mensen in de regering en de rechtse media die nog altijd permanent bezig zijn met het verwerken van hun eigen frustraties en trauma’s uit het verleden. De afrekening met het communisme, wie precies wat deed in het oude systeem, Trianon en de positie van de Hongaren in de buurlanden, de jonge rechtsen rond Mandiner vinden het allemaal maar oude koek die in de politiek van vandaag geen rol – in ieder geval geen hoofdrol – meer zou moeten spelen, meent Gellért. We moeten vooruit kijken. Onze toekomst ligt in een vrij, kapitalistisch en verenigd Europa en daarom zijn de jonge rechtsen nadrukkelijk “conservatief liberaal,” zegt hij.

En dat is dus iets totaal anders dan wat de regering Orbán in praktijk brengt. De inperking van allerlei rechten, het kortwieken van onafhankelijke controle-instituten, het gebrek aan debat, de groeiende regeringsinvloed op allerlei terreinen van de samenleving inclusief de economie, het bespelen van goedkope nationalistische sentimenten, de sneren tegen Brussel, het IMF en het internationale bedrijfsleven, en altijd maar weer dat geklungel en geïmproviseer in plaats van degelijk en vakkundig beleid, het heeft niets met degelijk liberaal conservatisme te maken, meent ook Gellért..

Tegelijk vindt hij ook dat hij “Hongarije” moet verdedigen tegen critici van links en uit het buitenland die in zijn ogen vaak overdrijven en de situatie veel te zwart voorstellen. En hij gelooft niet in samenwerking met een gematigd man als Gordon Bajnai – een van de weinige centrumlinkse Hongaarse politici die in brede kringen wordt gerespecteerd en die mogelijk in staat is de kloof tussen links en rechts te overbruggen. Maar toen hij in 2009/2010 premier was van een zakenkabinet, accepteerde hij de steun van de socialisten en ex-premier Gyurcsány en dat vindt Gellért nog altijd onvergefelijk.

Ziet hij Fidesz zelf dan van koers wijzigen? De kans is uiterst klein, geeft hij toe, want de greep van Orbán op de regeringspartij en het overheidsapparaat is zo groot dat er voor serieuze critici geen ruimte is. “Veel van mijn vrienden en kennissen hebben na 2010 banen in het regeringsapparaat aanvaard, maar ik merk van hun aanwezigheid niets in het beleid.” Ziet hij Fidesz dan wellicht de verkiezingen van 2014 verliezen? Ook die kans is uiterst gering, beaamt hij. Er is geen serieus alternatief, de oppositie is sterk verdeeld en Orbán zet de regels bovendien voldoende naar zijn hand om zijn kans op succes maximaal te maken, zelfs al is zijn populariteit gekelderd. Maar wat dan? Ik heb geen idee, geeft Gellért toe. “Als ik nu moest stemmen zou het zeker geen Fidesz meer zijn, maar ik weet ook niet wat dan wel. Misschien bleef ik wel thuis.”

Het klinkt allemaal behoorlijk sneu. En misschien, heel misschien, waren de jonge rechtsen met hun stem op Viktor Orbán in 2010 ook wel een heel klein beetje naïef?

Verder deze week:

- Er waren bergen kritiek op de wet die rechters verplichtte om vanaf 1 januari jl. op hun 62e met pensioen te gaan, i.p.v. de 70 jaar die al meer dan een eeuw als de pensioenleeftijd voor rechters geldt. Volgens de regering was de wet slechts bedoeld om de pensioenleeftijd gelijk te trekken met andere groepen, maar volgens critici is de wet uitdrukkelijk bedoeld om honderden kritische rechters op topposities in één klap te kunnen lozen en vervolgens een golf van promoties van Fidesz getrouwen in het gerechtsapparaat op gang te kunnen brengen. Maar vooral omdat Brussel ook mordicus tegen was, komt de regering Orbán nu met een nieuw voorstel dat zogenaamd aan de kritiek tegemoet komt. Rechters mogen volgens dit voorstel na hun 62e nog wel drie jaar in het gerechtelijk apparaat blijven werken maar alleen in ondergeschikte functies. Dus dan moeten voorzitters van rechtbanken, leden van het Hooggerechtshof of Grondwettelijke Hof enz. opeens als onderknuppel ergens anders gaan werken, terwijl de Fidesz-commissaris van het gerechtsapparaat een vervanger benoemt? Zooo doorzichtig.

- Newssite Origo citeert twee bronnen die zeggen dat Orbán in een besloten partijbijeenkomst vorige week heeft erkend dat hij persoonlijk het besluit nam om de bijlmoordenaar uit Azerbeidjan naar huis te sturen, hoewel hij wist dat de Azeri’s de man op zeker moment vrij zouden laten (Orbán ging ervan uit dat ze dat na een paar maanden “om gezondheidsredenen” zouden doen, en niet meteen en zo feestelijk). Het doel was een gebaar te maken naar de Azerische dictator om zo een lening van 2-3 miljard euro los te krijgen. Toch 30 zilverlingen dus.

maandag 3 september 2012

Dertig zilverlingen en een bijlmoordenaar



De affaire rond de Azerbeidjaanse bijlmoordenaar die afgelopen weekeinde onverwacht werd vrijgelaten, wordt een steeds grotere blamage voor de Hongaarse regering. Orbán heeft, na alle kritiek die er al op hem was, nu ook nog eens de naam van een man die bereid is voor 30 zilverlingen (een staatslening van 2-3 miljard euro van Azerbeidjaan) een veroordeelde laffe moordenaar vrij te laten. Hij is er bovendien in geslaagd in luttele dagen ruzie te krijgen met zowel Armenië als Azerbeidjaan, kan die staatslening waarschijnlijk op zijn buik schrijven en heeft in bredere internationale kringen zijn reputatie als een man die geen verstand heeft van diplomatie danig opgevijzeld.

De Azerbeidjaanse legerofficier Ramil Safarov zat in Hongarije een straf van 30 jaar uit, omdat hij tijdens een internationale NAVO cursus in Boedapest in 2004 zijn slapende kamergenoot, een officier uit Armenië, met een bijl de hersens insloeg. Safarov heeft zijn daad altijd gerechtvaardigd met een beroep op het conflict tussen Armenië en Azerbeidjaan over de provincie Nakorno-Karabach, een conflict dat in de jaren negentig tot een korte oorlog leidde. Safarov claimde simpelweg het recht en de plicht te hebben een Armeense soldaat, de vijand tenslotte, te doden en is daarvoor thuis altijd als een held vereerd.

De Azeri’s drongen dan ook al jaren op zijn vrijlating aan maar de Hongaren weigerden dat.  Tot premier Orbán recent een bezoek bracht aan Azerbeidjaan in de hoop van dit rijke en dictatoriale oliestaatje geld te kunnen lenen. En zie, na nog eens een bezoek van Orbán’s persoonlijke gezant buitenlandse zaken Péter Szijartó ( in juni benoemd) lieten de Azeri’s weten eventueel bereid te zijn twee tot drie miljard euro aan Hongaarse staatsschuld op te kopen. Maar blijkbaar alleen in ruil voor het naar huis zenden van Safarov.

De Hongaarse regering claimt dat ze vervolgens een akkoord sloot met de Azeri’s dat Safarov zijn straf in Azerbeidjaan uit zou zitten en dat ze zeer verbaasd is dat Safarov bij thuiskomst als een held werd ontvangen, meteen werd vrijgelaten en bovendien een flat, een fors bedrag ineens en een promotie kreeg.

Er ontstond direct diplomatieke heisa. Armenië was woedend en verbrak de diplomatieke verbindingen met Hongarije. Diverse Europese landen en de VS (bij monde van president Obama persoonlijk) vroegen zich openlijk af wat hier eigenlijk gebeurde. Het Hongaarse ministerie van buitenlandse zaken voelde zich vervolgens gedwongen de Azerbeidjaanse ambassadeur op het matje te roepen om te zeggen dat dit niet de overeenkomst was, hoewel het opvalt dat dit een aantal dagen op zich liet wachten en er bovendien nog steeds geen officiële afkeuring van de regering ligt.

Er zijn twee mogelijkheden: ofwel de regering wist donders goed dat Safarov zou worden vrijgelaten maar was daar vanwege de dertig zilverlingen niet in geïnteresseerd ofwel ze hebben zich als een stelletje klunzige amateurs verschrikkelijk om de tuin laten leiden.

Vast staat dat ambtenaren van buitenlandse zaken al onder de vorige regering hadden vastgesteld dat het niet waarschijnlijk was dat Safarov zijn straf zou uitzitten als hij naar Azerbeidjaan werd gestuurd (ook toen probeerde de Azeri’s dat te bereiken). Maar het lijkt er op dat dit alles is bekokstoofd door Orbán en zijn buitenlandsecretaris Szijartó buiten BuiZa om (dat zo ongeveer tot op de dag van de vrijlating volhield dat er van vrijlating geen sprake kon zijn). En de brief die de Hongaarse regering publiceerde waarin de Azeri’s volgens de Hongaren toezeggen dat Safarov niet vrijkomt, bevat in feite helemaal die toezegging niet. Er staat slechts dat Azerbeidjaan het Hongaarse vonnis respecteert en niet zal vernietigen door een nieuw proces te beginnen. Wel, dat hebben ze ook niet gedaan, ze hebben Safarov een presidentieel pardon gegeven en daarover staat in de brief niets.

En last but not least: na dit alles wordt het voor de Hongaarse regering heel moeilijk een lening van Azerbeidjaan alsnog in goed fatsoen te accepteren, aangezien dat het beeld van de dertig zilverlingen aanzienlijk zou versterken.

Verder de afgelopen week:
 - De Europese Commissie is bezorgd over de plannen van de regering Orbán om grote delen van de afvalverwerking, energiebedrijven en waterbedrijven te nationaliseren. Er wordt gevreesd voor de rechten van de private bedrijven die zich in die sectoren hebben ingekocht en aanzienlijke investeringen hebben gedaan. Bovendien, het land heeft een grote financiële lening van IMF en EU nodig (de avances naar Azerbeidjaan waren ondermeer een poging om daar onderuit te komen), maar dat geld is niet bestemd voor dit soort nutteloze aankopen.
- Die onderhandelingen met IMF en EU over een lening blijven overigens maar vooruit schuiven. Er is nog geen afspraak voor een eerste gesprek en Orbán heeft opnieuw gezegd dat hij aan een aantal eisen niet zal voldoen.
- Binnen oppositionele kringen beginnen de eerste discussie te ontstaan of de verkiezingen van 2014 wellicht niet geboycot moeten worden omdat ze nauwelijks  vrij en eerlijk kunnen verlopen. Met name de kleinere groeperingen (de groene LMP en groepen die zijn voorgekomen uit de grote demonstraties van de laatste twee jaar) zijn volstrekt kansloos. De grote vraag is: hoe oneerlijk worden ze precies (wordt er al dan niet een registratieplicht ingevoerd, bijvoorbeeld), wat tolereer je nog wel en wat niet meer?