dinsdag 29 maart 2011

Irritant buitenbeentje

Hongarije wordt steeds meer het buitenbeentje van de EU. Het gedraagt zich op Europees niveau behoorlijk recalcitrant, onbetrouwbaar, onvoorspelbaar en soms zelfs ronduit vijandig (zie Orbán’s redevoering bij de 1848 herdenking waarbij Brussel op één lijn werd gesteld met het Moskou van Breznjev). De reactie van de EU is wel voorspelbaar: Hongarije wordt waar nodig op de vingers getikt (de molens malen langzaam, maar ze malen wel degelijk) en verder vooral steeds meer argwanend bekeken, gemeden en genegeerd als de irritante maar kleine Pietje Bel (Csengö Péter?) die het is.

De echte Pietje was tenminste nog grappig
Er lopen diverse Europese procedures rond/tegen Hongarije o.a. over de mediawet, de speciale belastingen, de pensioenfondsen, de onafhankelijkheid van de Nationale Bank en de begrotingsdiscipline (of het gebrek daaraan). Wat dat laatste betreft: als Brussel in juni aanstaande het nieuwe economische meerjarenplan van de regering (het Kálmán Széll plan) niet betrouwbaar genoeg vindt (wat niet ondenkbaar is, zullen we maar zeggen), dan komen mogelijk ook de subsidiestromen naar Hongarije in gevaar, want die vormen onderdeel van dat plan (in afwachting van goedkeuring van dat plan heeft Orbán de bestaande subsidiestromen in feite stil gelegd, maar als er dus geen goedkeuring komt...). En er is meer.

Oost-Europa top

Het gedoe rond de Oost-Europa top (overleg tussen de EU en de VS met landen als Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië enz. over hoe verder samen te werken) is vooral protocollair gênant voor Hongarije. De top was al lang geleden gepland en zou onder EU voorzitterschap van Hongarije in mei plaatsvinden. In de discussie over de mediawet lieten diverse Duitse politici al weten het wat merkwaardig te vinden om nu juist onder leiding van Orbán’s Hongarije te moeten gaan praten over onder meer democratie en de rechtsstaat, zoals bekend niet de sterkste punten van veel voormalige Sovjet-republieken. Een maand geleden kwam vervolgens het bericht dat de top verschoven was naar de tweede helft van 2011 en de Poolse hoofdstad Warschau (dan de EU-voorzitter). De reden was, zo werd bezworen, puur logistiek: op de geplande datum konden allerlei internationale politici, waaronder Hillary Clinton, niet verschijnen. Er was de nodige skepsis of dat de echte reden was en die skepsis is nu alleen maar gegroeid. Want vorige week werd er aangekondigd dat er op exact die datum in mei in Warschau en onder Poolse leiding een topontmoeting plaats vindt tussen de leiders van een reeks voormalige Sovjet republieken, EU landen (voorop Duitsland) en de VS (jawel, inclusief Hillary Clinton). Blijkt gewoon te kunnen. Oeps.

Libië

De Libië-top in Parijs en sowieso het hele beleid van de EU t.o.v. het Midden-Oosten gaat geheel aan Hongarije voorbij. EU-voorzitter Hongarije was op de betreffende top niet eens aanwezig, het werd gewoon straal genegeerd. Oeps. Dat komt mede omdat Hongarije eigenlijk geen Midden-Oosten en Libië beleid heeft, of beter gezegd het heeft er twee. Terwijl minister van buitenlandse zaken Martonyi de dag voor de Parijse top op een internationale bijeenkomst zei dat het vrijwel onvermijdelijk was dat er ingegrepen moest worden in Libië, liet premier Orbán in Boedapest diezelfde dag optekenen dat er van ingrijpen absoluut geen sprake kon zijn. Oeps. Het is niet de eerste keer dat Orbán dingen zegt die volledig afwijken van wat het ministerie van BuiZa beweert, zodat de geruchten toenemen dat Martonyi er direct na het aflopen van het EU voorzitterschap van Hongarije de brui aan geeft.

Euro en Euro-pact

Bij de voorbereiding van het Euro-pact van hetzelfde laken een pak. Het pact heeft tot doel ervoor te zorgen dat alle landen zich beter aan de financiele spelregels (begrotingstekorten, staatsschulden) houden zodat situaties dat landen opeens van een bankroet gered moeten worden omdat ze stiekum veel meer hadden geleend en uitgegeven dat was overeengekomen (Griekenland, Ierland, Spanje) voorkomen worden. Hongarije had in de aanloop naar de top, als voorzitter, wel wat voorstellen voorbereid maar die werden snel maar minzaam aan de kant geschoven. Vervolgens ontwikkelden de grote EU landen een plan waar de meerderheid zich achter schaarde. Maar dat nu juist EU-voorzitter Hongarije een van de weinigen is die zich tegen het pact keert en niet deelneemt, is toch wel weer een beetje oeps. De andere drie zijn de bekende euroskeptische landen Groot-Brittanië, Zweden en Tsjechië. Bij die euroskeptici kan nu dus ook Hongarije formeel gerekend worden.
Volgens sommige commentatoren geeft de stellingname duidelijk aan dat invoering van de Euro (een verplichting volgens het verdrag waarmee Hongarije tot de EU toetradt en een stap die automatisch deelname aan het Europact impliceert) op de hele lange baan is. Orbán c.s. spreken zelf al over „zeker niet voor 2020,” en Fidesz financieel expert Varga heeft nu zelfs een voorstel ingediend om in de nieuwe grondwet te bepalen dat de forint de munt van Hongarije is. Waarmee een nieuwe regering niet tot de Euro toe kan treden als Fidesz teugen is.

Grondwet

Rond die Fidesz grondwet begint er nu ook in het Brusselse langzaam het nodige te rommelen. Niet dat men er nu groots tegen te hoop loopt, zoals bij de mediawet (uiteindelijk) gebeurde, maar erg positief is de ontvangst tot nu toe zeker niet. Het helpt niet dat ook ex-staatspresident Solyóm (zelf een voormalige voorzitter van het Grondwettelijk Hof en een man van conservatieve huize) een nieuwe grondwet overbodig vindt en zich zeer sterk uitspreekt tegen de inperking van de bevoegdheden van dat Hof. Het helpt niet dat de nieuwe grondwet, door Fidesz zelf omschreven als een grondwet voor de 21e eeuw, zoveel nadruk legt op nationalistische sentimenten en conservatief-christelijke waarden. Het helpt ook niet dat de officiële door de Hongaarse regering geregelde Engelse vertaling van de concept grondwet (bestemd voor een discussie in Europese kring) niet alleen veel fouten bevat (deze „21e eeuwse” grondwet is deels geschreven in dusdanig archaïsch Hongaars dat ze nauwelijks te vertalen is), maar dat ook een paar controversiële passages niet zijn vertaald. Oeps. Zoiets gebeurde nou bij de vertaling van de mediawet ook al. Oeps oeps.

Voor de buitenstaander is dit allemaal nog wel redelijk vermakelijk en wie tegen Orbán is kan ook nog redeneren dat de man zo zijn eigen graf graaft (zelfs verstokte critici beginnen nu te zeggen dat het met al dat geblunder en amateuristische gedoe nooit echt lang kan duren). Probleem is natuurlijk dat Hongarije meegetrokken wordt en de Pietje Bel status kan twee grote consequenties hebben:  1. buitenlandse investeerders (de kurk van de Hongaarse economie) zullen steeds minder makkelijk voor Hongarije kiezen of zelfs weggaan en 2. mocht er een nieuwe financiële crisis komen dan kan Hongarije financiële steun uit Brussel wel vergeten. Riskant, lijkt me.

Verder deze week:

- Opnieuw gaat Fidesz in de peilingen achteruit. De partij is nog veruit de grootste maar heeft tussen november 2010 en maart een derde van haar kiezers verloren (en nog veel meer onder de ouderen en de lagere inkomens). Nog steeds profiteert de oppositie nauwelijks maar het kamp van de twijfelaars groeit dramatisch en staat nu op 46% (weet niet). Daarbij zijn overigens niet zaken als de mediawet, de grondwet of de kwaliteit van de democratie van doorslaggevend belang. Wat steekt zijn vooral het beleid rond inkomens, armoede en werkloosheid en daarnaast ook (en daar zitten dan die eerste punten een beetje in) de autoritaire stijl van regeren.
- Ook financieel kloppen de cijfers niet. In januari zei de regering nog trots dat ze het begrotingstekort van 3,8% in 2010 had gehaald. Niet alleen blijkt dat cijfer nu hoger uit te komen (4,2%) maar inmiddels hebben de ministeries in de afgelopen drie maanden ook al 89% van hun budget voor 2011 opgesoupeerd. Nu is een overschrijding in de eerste helft van het jaar normaal, wat dan gedeeltelijk wordt goedgemaakt door extra veel inkomsten in de tweede helft. Maar zo scheef als nu is het nog nooit geweest. Haalt Fidesz het doel van een tekort van 3,2% in 2011? Never nooit niet. En dat kan weer gevolgen hebben voor het juni-oordeel van Brussel (zie het begin).

dinsdag 22 maart 2011

Fidesz en extreem-rechts


Ruim tien dagen werden de pakweg 300 zigeuners van het dorpje Gyöngyöspata (2500 inwoners) openlijk geterroriseerd. Na een demonstratie “tegen zigeunermisdaad” in het dorp op 6 maart door een paar duizend leden van extreemrechtse organisaties, bleven deze deels geüniformeerde bendes “om orde op zaken te stellen.” De zigeuners werden beledigd en bedreigd. Groepen extremisten patrouilleerden in het dorp en omsingelden het zigeunerwijkje. De bewoners waren zo bang dat ze hun huizen niet meer uit durfden en hun kinderen niet meer naar school durfden te sturen.
 
Helaas, het optreden van de extreemrechtse bendes werd ten volle en actief gesteund door zeker de helft van de blanke bevolking van Gyöngyöspata. Mede daarom greep de officiële politie, die al die tijd wel aanwezig was, niet in. Ook was er geen president, premier of minister voor minderheidszaken die het waagde naar het dorp af te reizen om zich op de hoogte te stellen en duidelijk te maken dat dit echt niet kon. Pas nadat het dorp tien dagen lang in de greep van deze bendes was geweest, boog de regering zich over de situatie en gaf vervolgens de minister van binnenlandse zaken Pintér opdracht om een actieplan op te stellen wat er gedaan zou kunnen worden aan de toenemende activiteit van dergelijke paramilitaire groepen. Rijkelijk laat en rijkelijk slapjes, dunkt me.
De omsingeling van de zigeunerstraat
Nu moet ik op voorhand zeggen dat de problemen complex zijn. Het gaat hier om arme dorpen met veel werkloosheid, waarbij de zigeuners dan vaak weer de armsten der armen zijn. Onder de ‘blanke’ inwoners is de werkloosheid bij wijze van spreken 25 of 30% maar onder de zigeuners eerder 80%. Dus leven velen van hen van uitkeringen, is er een hoop alcoholisme (sowieso een wijdverbreid verschijnsel in Hongarije) en doen de zigeunerkinderen het slechter dan gemiddeld op school. Er is, dus, ook heel veel kleine misdaad zoals diefstalletjes van het erf of uit de dorpswinkel, kleine inbraken en vechtpartijen waar alcohol weer een grote rol in speelt. Het is al gauw een neerwaartse spiraal van achterstand, wederzijdse discriminatie en wederzijds wantrouwen. Dat is bepaald niet makkelijk te doorbreken.
Deze sociale wantoestand is tegelijk de machtsbasis van de extreemrechtse partij Jobbik (wat in het Hongaars vrij vertaald zowel “rechtser” als “beter” betekent). En aan Jobbik verwant zijn een hele reeks paramilitaire groepen, zoals de Hongaarse Garde (door de rechter verboden en opgegaan in), de Nieuwe Hongaarse Garde, de Hongaarse Nationale Garde en Voor een Mooiere Toekomst (Szebb Jövö-ért). Al deze clubs paraderen dreigende rond achter deze of gene semi-fascistische vlag en gehuld in zwarte uniformen, camouflagekleding of legergroene jassen. Bovendien zijn een deel van de al veel langer bestaande officiële dorpswachten (een soort vrijwillige hulppolitie op dorpsniveau) geïnfiltreerd en/of vergenomen door extreemrechtse types. Ook een hoogst explosief sociaal-politiek mengsel.


Extreem rechts marcheert in Boedapest
Nu was een van de weinige lichtpuntjes van de electorale machtsgreep van Fidesz dat daardoor in ieder geval extreemrechts terug zou worden gedrongen. Deels omdat Fidesz de agenda van extreemrechts op punten overnam (harder optreden tegen misdaad, meer politie op straat), deels omdat Fidesz had beloofd ook resoluut op te zullen treden tegen die extreemrechts paramilitaire groepen. Helaas was daarvan, nu althans, niets te merken. Maar daar zal de regering toch ook op zijn tellen moeten passen, want Jobbik wordt weer duidelijk actiever. In de eerste acht maanden na de Fidesz-overwinning hield de partij zich redelijk rustig. Maar nu ze in de opiniepeilingen steeds verder dreigt weg te zakken (van 15% naar 14% naar 11%), hebben ze klaarblijkelijk besloten weer offensiever op te gaan treden. Gyöngyöspata was het eerste resultaat, maar nadat ze hun ‘belegering’ daar vrijwillig hadden beëindigd, kondigden ze aan op korte termijn ook in andere dorpen “de zigeunermisdaad” op soortgelijke wijze te zullen gaan bestrijden. Tijd voor de actie die Orbán beloofde. Ik ben benieuwd, maar niet al te optimistisch.

dinsdag 15 maart 2011

Op de rand

Het voorstel voor een nieuwe grondwet, zoals dat nu door Fidesz op tafel is gelegd, beweegt zich zoals te verwachten was op de rand van wat kan en niet kan in een modern Europa. Het gaat uit van een parlementair democratisch bestel en garandeert de basisvrijheden van de burger, maar het is ook een sterk christelijk-nationalistisch geïnspireerd document waarmee de regeringspartij haar machtspositie verder uitbouwt.

Om met dat laatste te beginnen: het Grondwettelijk Hof dat de toepassing van de grondwet controleert krijgt de bevoegdheden die de regering haar een half jaar geleden had ontnomen niet terug, zoals de laatste maanden door sommige Fidesz afgevaardigden was gesuggereerd. Ook in de nieuwe grondwet staat dat het Hof geen bevoegdheid heeft om een hele reeks fundamentele zaken aan de grondwet te toetsen omdat die zaken te maken hebben met de financiën en het budget van de overheid (recente voorbeelden: beslag leggen op de pensioenspaargelden van werknemers, het opleggen van belastingen met terugwerkende kracht tot 2004 e.d.)
15/03/2011. Socialistenleider Mesterházy:
"een sluipende grondwettelijke putsch."
Sterker nog, de nieuwe grondwet beperkt de macht van het Hof nog verder door het voor burgers/instanties onmogelijk te maken naar het Hof te stappen met het verzoek om een door het parlement aangenomen wet te toetsten aan de grondwet. Alleen het parlement kan in de toekomst zo’n algemene toetsing vragen, burgers kunnen alleen naar het Hof waar het de concrete en specifieke toepassing van een wet op henzelf betreft.
Bovendien wijzigt Fidesz de benoemingsprocedure voor de president van het Grondwettelijk Hof, uiteraard in haar voordeel. Nu wordt de president elke drie jaar benoemd door het college van rechters dat lid is van het Hof. In de nieuwe grondwet wordt hij voor 12 jaar benoemd door een 2/3 meerderheid van het parlement. Dus kan Fidesz binnenkort haar man in het Hof (István Stumpf, een oude vriend van Orbán, partijman en ruim ondergekwalificeerd voor de baan maar toch in oktober vorig jaar benoemd als rechter) tot president van het Hof bombarderen. Waar hij dan tot 2023 de baas is.
Dit is in lijn met tal van eerdere benoemingen van door premier Orbán persoonlijk benoemde trouwe partijmensen in plaats van onafhankelijke figuren op sleutelposities zoals de Mediaraad, de Rekenkamer, de allerhoogste officier van justitie,  de budgettaire raad, de financiële toezichthouder, de kiescommissie, en als het aan Fidesz ligt binnenkort ook de Nationale Bank. Daarmee verzekert Orbán zich voor langere tijd (2023-2025) van grote maatschappelijke invloed, zelfs als Fidesz bij verkiezingen een deel van haar meerderheid zou kwijtraken of zelfs zou verliezen.

15-03-2011 Facebook demo voor persvrijheid
Een paar andere controversiële elementen uit de grondwet:
- het extra stemrecht voor moeders, wat dunkt me discrimineert tegen zowel vaders als volwassen zonder kinderen want die zijn klaarblijkelijk minder gelijk.
- het huwelijk als verbintenis uitsluitend tussen man en vrouw, waarmee het homohuwelijk grondwettelijk onmogelijk is.
- de bescherming van het leven vanaf de conceptie, wat op zijn minst aanscherping van de abortuswetgeving lijkt in te luiden, hoezeer allerlei Fidesz politici ook beweren dat dat niet de bedoeling is (waarom zet je het er dan in?).
- Hongarije wordt nadrukkelijk neergezet als een christelijke/katholieke natie: pech dus voor niet-gelovigen en anders-gelovigen, zoals de joodse bevolking die bijvoorbeeld zo’n grote stempel drukte op de bloeiperiode van Hongarije tussen 1880 en 1920). De nadruk op vooral de katholieke achtergrond van dat christendom is ook wat merkwaardig gezien de grote rol die juist het gereformeerde bevolkingsdeel speelde (Transsylvanië) en speelt in de Hongaarse geschiedenis.
- het terugbrengen van het aantal nationale ombudsmannen van vier (mensenrechten, minderheden, databescherming en informatie, milieu) naar één. Weer minder onafhankelijke instituten waar burgers kunnen klagen.
- in de nieuwe grondwet wordt gesteld dat misdaden begaan onder zowel het fascisme als het communisme onvergefelijk zijn en geen tijdslimiet kennen. De vraag is hoe ruim dit geïnterpreteerd gaat worden en of ook de Kádár periode van goulash communisme daar onder gaat vallen.
- Het opperste gerechtshof, het hoogste gewone rechtscollege, gaat weer Kuria heten (net als in de jaren ’20 en ’30) maar er is onduidelijkheid over hoe dat college in de toekomst benoemd gaat worden.
- de macht van locale overheden zal worden ingeperkt ten behoeve van provincies en centrale overheid. Centralisatie dus in plaats van decentralisatie.

Verder ademt de grondwet een sterke nationalistische en conservatieve geest, die ongetwijfeld aanslaat bij het conservatieve deel van de bevolking, maar waarin het progressieve deel zich absoluut niet herkent. Hongarije is in de nieuwe grondwet bijvoorbeeld het land van “de Hongaarse natie”. Dat sluit dus wel de Hongaren in de buurlanden in, maar niet andere bevolkingsgroepen/minderheden die er wonen (ter vergelijking: de Amerikaanse grondwet heeft het slechts over “we, the people” zonder onderscheidt te maken naar etnische afkomst oftewel net als in de Nederlandse grondwet eenieder die op het grondgebied van het land woont). En in de paragraaf “Trots op Hongarije” van het voorwoord zit het boordevol frases over de heroïsche Hongaarse geschiedenis, de grootse Hongaarse cultuur en de unieke Hongaarse taal. “Nationale dikdoenerij,” noemt de historicus András Gerö dit deel, waarbij veel van wat als historisch feit wordt neergezet bovendien niet meer is dan mythe en verzinsel. Maar wel leuk voor de nationalistische aanhang.

Zoals in het begin gezegd, de grondwet spreekt ook de garantie uit dat democratie en vrijheden worden gerespecteerd, en daarnaast zijn er tal van punten in opgenomen die alleszins redelijk zijn. Zo zullen er nog maar eens in de vijf jaar locale verkiezingen worden gehouden, tegelijk met de Europese verkiezingen. Pensioen, werk, inkomen of een uitkering zijn niet langer een recht dat de staat moet garanderen, maar de overheid verplicht zich om alles te doen om dat mogelijk te maken (een stuk realistischer dus).

Het is al met al een echte Fidesz-grondwet. Het is geen frontale aanval op de democratie en dat zou de EU ook niet geaccepteerd hebben, zoals de regering zich na de media-affaire donders goed realiseert. Maar het is wel een grondwet die opnieuw kleine beetjes afknabbelt van de “checks and balances” die voor een democratie van vitaal belang zijn. In de komende weken zal de discussie binnen Fidesz wellicht nog tot een enkele wijziging hier en daar leiden, maar dan zitten we er voor hele lange tijd aan vast. Een referendum, zoals de oppositie eist, wil Fidesz niet. En om de grondwet ooit nog te wijzigen, zal ook een toekomstige centrumlinkse regering eerst nog maar eens moeten zien dat zij een tweederde meerderheid haalt.

Verder deze week:

Op 15 maart werd, zoals traditioneel, de opstand van 1848 tegen de Habsburgers herdacht. Via Facebook werd er ook weer een demonstratie voor persvrijheid georganiseerd, ditmaal met vele duizenden (10.000?) deelnemers en onder de sprekers Adam Michnik, de bekende dissident, medeoprichter van Solidarnosc, liberaal, krantenuitgever uit Polen. Hij waarschuwde zijn voormalige vriend Orbán dat de weg die hij nu gaat naar een dictatuur leidt.
Zie voor de sfeer: http://www.youtube.com/watch?v=PggN0TAelAU
Orbán hield bij de officiële herdenking een speech waarin hij verklaarde dat Hongarije niet zou wijken voor dictaten van Brussel. Tenslotte was het land altijd opgestaan tegen dictaten van Wenen (1848) en de Sovjet Unie (1956 en 1990), en had zijn regering het volk het afgelopen jaar ook beschermd tegen de dictaten van het IMF, van de beurshaaien die de pensioenfondsen beheerden (ING, Aegon) en van de grote banken (ING, Duitse, Italiaanse, Oostenrijkse banken). Kortom: weg met het grootkapitaal en de EU. Deze speech was ongetwijfeld vooral voor binnenlandse consumptie, maar dit soort populisme van de huidige voorzitter van de EU (!) is toch niet echt normaal. Toch?
Een interessante voetnoot: bij Orbáns speech waren zo'n 20-duizend mensen. Maar een verslaggever van origo.hu (een van de internet kranten) sprak met allemaal studenten die door een bedrijf waren ingehuurd om aanwezig te zijn en te klappen in ruil voor 1500-2000 forint. Op hun site is een video te zien (in het Hongaars) waarin studenten zeggen dat politiek ze geen donder interesseert, dat ze de speech niet veel aan vonden, maar dat een zakcentje voor een uurtje daar staan nooit weg is. Het bedrijf (naam onbekend) zou 500 studenten hebben ingehuurd, waarschijnlijk om te zorgen dat er ook lekker veel jongeren rond het podium staan. Ik moet bekennen dat ik geaarzeld heb (nog steeds een beetje) of dit nu een canard is of niet, maar ik denk toch dat het klopt (op de video komen echt een hoop van die studenten kort aan het woord). Ik heb nog altijd de illusie dat dit in Nederland echt niet zou kunnen (premier Rutten die studenten inhuurt om te klappen?). Maar hier ligt niemand er wakker van: volgende onderwerp aub. Sterker nog, volgens een woordvoerder van de premier "is het een onderdeel van het programma dat er mensen te zien zijn op de trappen van het Museum." (The press chief of the PM's office said the sight of people standing on the steps of the museum was part of the program. [origo.hu]).

dinsdag 8 maart 2011

His Master’s Voice

De publieke TV-stations in Hongarije zijn verworden tot propaganda-zenders van de regering, zo blijkt uit een onderzoek. Dus de mediawet mag nu gedeeltelijk zijn aangepast aan Europese normen, daarmee is de media-situatie nog lang niet wat ze hoort te zijn.

Gisteren nam de Fidesz-meerderheid in het parlement de wijzigingen in de mediawet aan die de Europese Commissie verlangde. Daarmee zijn in ieder geval een paar punten uit de infame mediawet rechtgezet (zie: Door de bocht, 19 februari). Het wat mij betreft belangrijkste punt: private media kunnen niet meer worden bestraft voor „niet objectief” berichten of „openlijk of in bedekte termen beledigen.” In de afgelopen weken leek het er nog heel even op dat die laatste wijziging niet zou worden doorgevoerd, maar dat is dus wel gebeurd. Misschien dat het feit dat EU Commissaris Neelie Kroes de laatste dagen persoonlijk aanwezig was – ze zat op de publieke tribune van het Hongaarse parlement tijdens de stemming – daar ook een rol in speelde?
Dat wil niet zeggen dat alle nu rozengeur en maneschijn is, zoals de Fidesz regering nu beweert (maar dat beweerde ze ook vóór deze vier wijzigingen werden doorgevoerd). Zoals al eerder betoogd bestaat de zeer machtige Mediaraad nog steeds louter uit Fidesz-mensen, is de rol van de onafhankelijke rechter geminimaliseerd, is bronbescherming voor journalisten onvoldoende gegarandeerd en blijven publieke media propagandainstrumenten in handen van de regering.
Om dat laatste punt te illustreren een onderzoekje van „Policy Solutions”, een onafhankelijk bureau van politieke analisten. Zij hebben eind februari het avondjournaal bekeken van de zes Hongaarse TV zenders die er zijn: de publieke zenders M1 en Duna TV, de commerciele zenders RTL Klub en TV2, het private en zelfverklaarde rechts-conservatieve TV station Hir-TV (Nieuws-TV, zeg maar de Hongaarse uitvoering van Fox-News) en het linkse private station ATV.
Hun conclusie was dat alleen RTL Klub voldoet aan de eis van „objectief berichtgeven” (een eis die dus voor TV-zenders nog steeds bestaat). Weliswaar krijgt rechts daar iets meer zendtijd, maar niet veel meer en dat is ook logisch gezien het feit dat dat nu eenmaal de regering is. Hir-TV geeft, geen wonder, meer ruimte aan rechtse politici dan aan links. Maar schokkend is dat de situatie bij de publieke zenders en bij TV 2 nog schever is dan bij Hir-TV. Het percentage commentaren door rechtse politici of regeringsvertegenwoordigers is 84% op TV2, 83% op M1 en 82% op Duna-TV (Hir-TV 72%). En wat net zo of nog kwalijker is, als er aan de oppositie aandacht wordt besteed, is dat vrijwel uitsluitend in negatieve zin – ze zijn betrokken bij corruptie en hebben weer eens wat te zeuren/kritiseren – terwijl Fidesz vrijwel nooit negatief in het nieuws komt.
Met het linkse van het linkse ATV valt het overigens nog wel mee. Van de politieke commentaren komt 43% van links en 40% van rechts, aldus het onderzoek. Daarmee is ATV – overigens de armste en daardoor veruit de kleinste van de zes TV-zenders – het enige station waar met name de grootste oppositiepartij, de socialistische MSZP, goed aan bod komt. Maar er is dus wel degelijk ruim aandacht voor de visie van de regering, zoals het hoort.
De kleine partijen hebben nauwelijks toegang tot de media, aldus het onderzoek van Policy Solutions. Het extreem-rechtse Jobbik komt al helemaal niet aan bod want er is een de-facto boycot op alle TV-zenders. De Groene LMP heeft, behalve bij ATV en RTL, ook veel moeite om aandacht te krijgen.
Kortom: als Fidesz haar eigen mediawet en de plicht van publieke media om objectief te berichten serieus neemt, dan valt er nog heel wat te doen. Maar zoals we weten gaan we in werkelijkheid de andere kant op en zijn/worden de publieke media (ook de radio en het persagentschap MTI) volgestopt met partijaanhangers.

Verder deze week:
- de regering kwam eindelijk met haar lang verwachte bezuinigingsprogramma. De meeste analisten beschouwen het als positief dat de Fidesz-regering nu eindelijk erkent dat het de overheidsuitgaven moet beperken. Maar ook dit ’plan’ blinkt weer uit door gebrek aan datgene waar de duivel zit: details. Er gaat bezuinigd worden op sociale uitkeringen en pensioenen, onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, staatsbedrijven, openbaar bestuur enz. en er worden zelfs wat globale bedragen genoemd. Maar wat en hoe en wanneer precies, niemand weet het nog. De details die loskomen voorspellen echter niet veel goeds, met name niet voor de armsten in de samenleving. Het is bovendien zuur dat deze nieuwe bezuinigingsronde eigenlijk vooral nodig is om de belastingverlaging voor de rijken te betalen. En er is tegelijk, tien maanden nadat Fidesz aan de macht kwam, ook nog geen enkel serieus plan hoe de genoemde sectoren structureel hervormd gaan worden, hoewel dat hard nodig is.
- van sommige details die wel loskomen, wordt je ook niet vrolijker. Zoals het plan om de leerplichtige leeftijd te verlagen van 18  naar 15 jaar. Nu is 18 wellicht hoog, maar 15 weer absurd laag. De gevolgen zullen vooral aan de onderkant van de samenleving (zigeunerkinderen) desastreus zijn en ook economisch niet goed uitwerken in een tijd dat Europa het moet hebben van de uitbouw van een kenniseconomie. Hongarije uitgezonderd? (Zie ook: www.scribblesfromhungary.com/2011/03/leerplicht.html)