Er is lang
gespeculeerd over de vraag hoe de regering Orbán om zou gaan met de onafhankelijkheid
van de rechterlijke macht. De nieuwste wetsvoorstellen, waarover komende week
in het Parlement wordt gestemd, laten weinig ruimte voor twijfel. Ook de
rechters in het land krijgen vanaf 1 januari 2012 een vrijwel almachtige door
Fidesz benoemde functionaris boven zich. “De President van het Hooggerechtshof András Baka heeft het een regelrecht schandaal genoemd, maar het
gebeurt vrijwel zonder dat er een haan naar kraait,” aldus Peter Hack,
rechtskundige van de ELTE universiteit in Boedapest.
De nieuwe President van de te vormen Nationale Gerechtelijke
Raad krijgt vrijwel onbeperkte bevoegdheden in personele en financiële
beslissingen met betrekking tot de 3000 rechters die het land telt. De
president beslist over promoties, over salarissen en kan ingrijpen in het
toedelen van strafzaken (wie doet wat). De rest van de Raad, deels benoemd door de rechters, heeft slechts adviserende bevoegdheden.
De nieuwe president wordt gekozen door
een 2/3 meerderheid in het parlement en voor een periode van negen jaar, maar
blijft langer aan zolang er daarna geen 2/3 meerderheid is voor een vervanger.
Zolang Fidesz dus minstens 1/3 plus 1 van de zetels heeft, heeft de partij controle
over deze belangrijke functie, wie weet voor 20 jaar. De topkandidaat voor de
post is Tünde Handó, voorzitter van de Arbeidsrechtbank van Boedapest en de vrouw
van de voornaamste Fidesz man in het Europees Parlement Jozsef Szajer
De nieuwe functionaris kan in de loop der jaren een heel
belangrijke invloed uitoefenen op de samenstelling en het gedrag van de
rechterlijke macht, zegt Peter Hack. “De carrière van elke rechter wordt
volledig afhankelijk van die nieuwe president en wie dus omhoog wil en meer wil
verdienen, die zorgt dat hij of zij de baas niet tegen de haren instrijkt.” Natuurlijk
houden rechters theoretisch de mogelijkheid om altijd hun eigen oordeel te
vellen, maar dan zullen ze wel bereid moeten zijn om tegen een hele sterke
stroom in te roeien.
Daarnaast zijn en worden er diverse andere maatregelen
genomen die de macht van onafhankelijke rechters en rechtbanken aantasten. De
kritische president van het Hooggerechtshof Baka, die officieel nog vier jaar
in functie is, zal zijn post zeker kwijtraken. Het Hooggerechtshof wordt per 1
januari opgeheven en vervangen door “een ander” instituut met de naam Kuria. Fidesz
heeft al laten weten dat ze de grondwet dusdanig zal veranderen dat Baka daar
niet de president van wordt. Ook worden zo’n 300 rechters per 1 januari geforceerd
met vervroegd pensioen gestuurd. Het betreft de meest ervaren en veelal ook de
meest deskundige rechters waaronder veel critici van de nieuwe aanpak. Niet
alleen ben je daar dan vanaf, het schept ook ruimte voor de nieuwe President
van de Gerechtelijke Raad om een veelvoud van rechters die zij geschikt acht te
promoveren (omdat er op alle niveaus posten open gaan vallen).
Ook het Grondwettelijke Hof, heeft een heel andere
samenstelling gekregen en krijgt een heel andere rol. Inmiddels zijn 11 van de
15 rechters van dat Grondwettelijk Hof door Fidesz benoemd (een paar hadden
zelfs geen juridische praktijkervaring, alleen maar politieke connecties).
Bovendien zijn de competenties van het Hof dusdanig ingeperkt dat het zich in
praktijk vrijwel uitsluitend nog met individuele zaken zal bezig houden (zoiets
als het Hof in Straatsburg). De rol die het Hof tot nu toe had om te controleren
of de parlementaire meerderheid zich wel aan de grondwet houdt (daar hebben wij
in Nederland de Eerste Kamer voor) komt te vervallen, dat is volgens de
regering Orbán niet nodig.
In het Openbaar Ministerie paste de regering Orbán eerder soortgelijk
recepten toe. Ook de Nationale Hoofdofficier van Justitie Peter Polt heeft een oppermachtige
positie, is een duidelijke Fidesz-benoeming en zit er voor negen jaar en potentieel
levenslang. Je moet wel een behoorlijk zelfverzekerde officier van justitie
zijn en weinig om je carrièreperspectieven geven wil je tegen zijn wensen
ingaan. Ter illustratie: na de vorige Fidesz regering in 2002 diende de nieuwe
links-liberale regering 212 klachten in over corruptie, machtsmisbruik en
wangedrag door regeringsfunctionarissen van Fidesz. Raad eens in hoeveel
gevallen de Nationale Hoofdofficier van Justitie, toen ook Peter Polt, besloot
géén onderzoek in te stellen: precies, 212. En overigens kan volgens de Fidesz wetgeving ook deze nationale hoofdofficier van justitie in alle wat zwaardere zaken (mede) beslissen welke rechter over een betreffende zaak oordeelt.
En zo raakt het gerechtelijke en justitiële apparaat langzaam
maar zeker steeds meer in de greep van Orbán en de zijnen met wetgeving die zonder serieuze consultatie met de betrokkenen of experts van buiten wordt doorgevoerd. Dat alles gebeurt
met het argument dat er meer efficiëntie nodig is. “Het is absoluut waar dat de
oude organisatie, waarbij de rechterlijke macht volledig over haar eigen
organisatie besliste, inefficiënt was,” erkent rechtsgeleerde Hack. “Daarom
waren er nota bene afgelopen maart nog allerlei hervormingen en wetswijzigingen
doorgevoerd, met de volledige steun van de rechterlijke macht. Maar een half jaar
later wordt dat allemaal gewoon overboord gegooid in ruil voor een radicaal
nieuw systeem dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ondergraaft.”
Verder de afgelopen
weken:
Hoofdpunt was natuurlijk dat Hongarije af lijkt te stevenen
op een serieuze financiële crisis a la Griekenland. Het buitenland vindt het “onorthodoxe”
financiële beleid van de regering veel te onbetrouwbaar. Internationale
investeerders hebben hun investeringen in het land bevroren en beginnen zelfs
te dreigen het land te verlaten, de kapitaalmarkt is steeds minder bereid geld aan
Hongarije uit te lenen, de koers van de forint zakt steeds verder weg (nu rond
de 310-315 voor de euro) en de internationale kredietbeoordelaars overwegen om
Hongaarse leningen af te waarderen tot “junk” status. Als dat gebeurt zijn de
rapen gaar, dan dreigt een faillissement.
Dus suggereert Orbán, die tot gisteren nog tekeer ging tegen
“de dictaten en voorwaarden” van het IMF en Brussel, nu opeens dat de regering
alsnog een steunpakket wil van …het IMF en de EU, maar dan wel zonder enige
voorwaarden. Het lijkt me niet waarschijnlijk dat Brussel en Washington een
blanco cheque gaan uitschrijven en de vraag is dan of Orbán zal slikken (wat
een enorm prestigeverlies in eigen land betekent want zijn anti-IMF retoriek
was ongekend) of het land zal laten stikken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten