Vorige week liet het
openbaar ministerie in Hongarije weten dat het een aanklacht wegens corruptie en
bedrog tegen oud premier Ferenc Gyurcsány in de zogenaamde Sukoro zaak heeft
laten vallen „wegens gebrek aan bewijs.” Het zoveelste met veel bombarie en
tromgeroffel gepresenteerde „schandaal” waarin oppositionele politici betrokken
zouden zijn en dat vervolgens – veel later – in alle stilte van tafel verdwijnt.
Maar intussen is de reputatie van een politieke tegenstander zwaar beschadigd.
Het is een beproefd recept geworden.
Precies hetzelfde overkwam een groep filosofen in Boedapest,
waaronder Agnes Heller, die zware kritiek uitten op de conservatieve Orbán
revolutie. Anderhalf jaar geleden stonden de rechtse media opeens vol verhalen
dat zij op grote schaal overheidssubsidie hadden misbruikt voor persoonlijke
doeleinden. Vertegenwoordigers van Fidesz spraken er schande van en het openbaar
ministerie startte een onderzoek. Het onderzoek is een tijdje geleden stilzwijgend
stopgezet omdat er geen enkel bewijs was. De filosofen in kwestie werden
overigens niet van die stap op de hoogte gesteld, maar kwamen daar bij toeval
achter.
Het projectplan van het Sukoró casino |
Ook de Sukoro zaak had vanaf het begin alle kenmerken van
een politieke aanklacht. In het kort: een groep Israëlische investeerders wilde
bij het Velencemeer bij Boedapest een groot casinocomplex bouwen. Ze kochten land
aan de oever en uiteindelijk hadden ze ook een gesprek met premier Gyurcsány,
waarin ze hun plan presenteerden. Nu waren er goede argumenten om tegen het
plan te zijn – er zou een prachtig stuk natuurgebied verloren gaan en wat moet
het land met weer zo’n megalomaan gokproject – maar de regering Gyurcsány was
positief omdat het een miljardeninvestering in euros betrof die een paar
duizend banen kon opleveren. Toen Fidesz in 2010 aan de macht kwam werd het
project niet alleen stopgezet, maar werden er in de rechtse pers en de
staatsmedia en door Fidesz politici ook beschuldigingen gelanceerd dat er
sprake was van corruptie en gesjoemel met contracten waardoor de Hongaarse
overheid miljarden forint financiële schade had geleden. Het OM begon een
onderzoek en zette diverse betrokkenen ernstig onder druk om te verklaren dat
Gyurcsány persoonlijk bij het project betrokken was en het door had willen drukken
(ze weigerden). En steeds weer die boodschap in de media: corrupt, corrupt,
corrupt. En dan wordt het onderzoek opeens in alle stilte stopgezet omdat er zelfs
geen flinter van bewijs is.
Nog zo’n zaak: de centrumrechtse partij MDF – ooit een
concurrent van Fidesz en Orbán – en het UD schandaal. Een paar jaar terug kreeg
het MDF bestuur een CD toegespeeld met opnames van telefoongesprekken tussen
een zeer machtige Hongaarse bankier met rechtse sympathieën en mensen van beveiligingsbedrijf
UD. Uit die opnames werd niet alleen duidelijk dat het beveiligingsbedrijf illegaal
MDF politici afluisterde en betrokken was bij interne partijtwisten, maar ook
dat dat met medeweten en op verzoek van hoge Fidesz politici was gebeurd. Het
MDF bracht de opnames in het openbaar en … werd vervolgens door het OM aangeklaagd
wegens aantasting van de goede naam van UD. Jarenlang sleepte het proces zich
voort. Uiteindelijk werd de partij door een rechtbank vrijgesproken, maar wat
kopen we daarvoor, aldus voormalig partijleidster Ibolya David? De schade aan
onze reputatie was gedaan en we verloren de verkiezingen van 2010, Fidesz had zijn
doel allang bereikt.
De lijst van dit soort zaken is aanzienlijk langer. Fidesz
stelde in 2010 zelfs een aparte regeringscommissaris aan die als enige taak had
alle corruptieschandalen van de vorige linkse regeringen, die er volgens Fidesz
volop waren, bloot te leggen en hen voor het gerecht te slepen. Tot op de dag
van vandaag heeft die commissaris niet één enkele zaak met succes aangebracht. Maar
dat geeft niet. De beschuldigingen worden gelanceerd, de onderzoeken houden “het
schandaal” levend en de schade aan de politieke tegenstander is maximaal.
Natuurlijk wil dat niet zeggen dat er geen corruptie was
onder de vorige regeringen. Die was er en daar is tot op de dag van vandaag onvoldoende
verantwoording voor afgelegd door de socialisten. Hoe ernstig het was is
moeilijk te zeggen. Dat valt misschien nog het best af te lezen uit de
onderzoeken van Transparency International.
Dat plaatst Hongarije al jaren ergens tussen West-Europa aan de ene kant
en Roemenie, Bulgarije of Griekenland aan de andere (en TI concludeert nu overigens
dat het de laatste twee jaar erger wordt en dat de staat gekaapt is door
privébelangen).
Maar door de hetzecampagnes in de rechtse en overheidsmedia, de
schandalige politisering van elke zaak door regeringspartij Fidesz en de
ontegenzeggelijke partijdigheid van het openbaar ministerie, dat wordt geleid
door een zeer machtige Fidesz vertrouweling, is het voor een buitenstaander nog
moeilijker dan anders om te beoordelen wat in elk concreet geval waar is en wat
niet, wat recht is en wat niet, en wie een eerlijk en onafhankelijk oordeel
velt en wie niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten