De gematigd
conservatieve ex-president László Sólyom uitte recent felle kritiek op de
regering Orbán. Volgens hem was de politiek en de wetgevende praktijk van de
Fidesz regering de afgelopen twee jaar roekeloos, in strijd met de Hongaarse en
internationale wetgeving en zijn de fundamenten van de Hongaarse
samenleving en economie gedestabiliseerd. De plannen voor een
kiezersregistratiesysteem betitelde hij als onconstitutioneel en in strijd met
de Europese mensenrechten.
Solyóm – zijn leven lang conservatief en nooit zelfs maar
gewoon partijlid – was een van de auteurs van de herziene grondwet van 1990
(die twee jaar geleden door Fidesz als “communistisch” werd weggezet), ex-president van het Grondwettelijk Hof
(1990-1998) en ex-staatspresident
(2005-2010). Zulke stevige kritiek van zo’n man betekent dus wat, maar daarbij
moet worden aangetekend dat Solyóm ook fors uithaalde tegen de onmacht van
links en tegen ongefundeerde aantijgingen over “een sluipende invoering van fascisme
en dictatuur,” die een objectieve kritiek op wat er mis is bemoeilijken.
De reacties op zijn uitspraken waren gemengd. In regeringskringen,
gelijkgeschakelde media en andere rechtse kranten en bladen overheerste de
stilte. Het is zeker dat veel gematigde conservatieven in Hongarije, ook
degenen die net als Solyóm aanvankelijk de overwinning van Fidesz in 2010 toejuichten,
de kritiek delen. Maar de meesten laten zich niet horen en in de Fideszpartij
van Orbán waagt vrijwel niemand het om openlijk kritiek op het beleid te uiten.
Ter linkerzijde overheerste in veel reacties helaas de
kinnesinne. Solyóm was allesbehalve een vriend van de linkse regeringen tussen
2002 en 2010, zijn persoonlijke aversie tegen voormalige premier Ferenc Gyurcsány
is grenzeloos en de kwaliteit van zijn staatspresidentschap op zijn zachtst
gezegd discutabel. Je kunt een zeer plausibele redenering opzetten om aan te
tonen dat Solyóm in veel opzichten heeft meegewerkt aan het creëren van het politieke
klimaat van populisme en polarisering waarin de opkomst en overwinning van
Fidesz in 2010 mogelijk was. Maar dat doet er dus allemaal niet toe. Wie ooit
een coalitie wil die in staat is om de Orbán-kliek uit het zadel te wippen –
een coalitie van links via liberaal tot centrum rechts – moet dus leren
samenwerken met mensen met wie in het verleden grote meningsverschillen waren.
Wat natuurlijk ook voor Solyóm zelf geldt.
Verder de afgelopen
weken:
- Er was veel kritiek toen Fidesz een jaar geleden een
aantal onafhankelijke ombudsmannen (media, databescherming, minderheden) ophief
en in plaats daarvan Mate Szabó aanstelde als de ene overkoepelende ombudsman.
Die kritiek was in veel opzichten terecht, maar gezegd moet ook worden dat
Szabó zich ontwikkelt tot een echte pain-in-the-ass van de regering. Hij heeft
nu al diverse wetten voorgelegd aan het Grondwettelijke Hof met de kennelijke
bedoeling onderdelen van die wetten te blokkeren. Premier Orbán had het zelfs over
een “contrarevolutionaire” aanval naar aanleiding van Szabó’s verzoek aan het
Hof om de wet op het Hoger Onderwijs (o.a. na je studie verplicht in Hongarije
werken) nader te bekijken. Die terminologie! Geleerd op de cursus
marxisme-leninisme van de communistische jeugdorganisatie of wat?
- Anderhalf jaar geleden nam Fidesz een wet aan die
vastlegde dat apotheken in de toekomst niet langer 100% eigendom mogen zijn van
een onderneming. Apotheken in bezit van ondernemingen moeten minimaal voor 51% eigendom
zijn van de apotheker(s) die er werken (invoering in twee fases in 2013/2014).
Ook deze wet was en is klaarblijkelijk gericht tegen grote (buitenlandse)
ketens die de afgelopen jaren apotheken openden. Maar om ongewenste
activiteiten van multinationale ondernemingen tegen te gaan, volstaat het om
sterk en onafhankelijk markttoezicht in te voeren. Daarvoor heb je niet zo’n draconische
aantasting van het recht op eigendom nodig. Bovendien zijn er belangrijke
neveneffecten. Zo is er een familie van drie apothekers in Pécs die de
afgelopen jaren een kleine keten van negen apotheken heeft opgebouwd. Die moeten dus nu zes van hun zaken deels
verkopen aan de gediplomeerde werknemers die in hun winkels staan. Doet dat u
ook ergens aan denken? En de meesten van die potentiële nieuwe eigenaren willen
helemaal geen ondernemer zijn (met alle risico’s van dien) en hebben ook het
geld voor zo’n aankoop niet. Sluiten dan maar?
- Je moet wat met je kinderen als ze tweeënhalve maand zomervakantie
hebben en daarvoor hebben de Hongaren van oudsher de zomerkampen. Daar zitten
er ook een aantal curieuze bij (althans, in de ogen van een verstokte links-liberaal
als ondergetekende).
Zo was er het “Patriotisme Kamp” in Zalaegerszeg waar 50
jongeren zich wekenlang bezig hielden met activiteiten die hen ongetwijfeld tot
goede patriotjes opvoeden, zoals paraderen, vlaggen hijsen en wat dies meer
zij. De opening werd verricht door de voorzitter van het parlement, de bekende
Fidesz nationalist László Kövér die de jongelingen op het hart drukte wat het
betekent om Hongaar te zijn: “Het is je gift en erfenis van God, die je moet
koesteren en verrijken.”
Een andere mogelijkheid was het Militaire Kamp, opgezet door
leger en politie, waar je een basisopleiding tot soldaat kon doorlopen:
marcheren, opdrukken, (nacht)wacht lopen, maar ook schieten met een AK-47
(echte ammunitie), gooien met handgranaten, man tegen man gevechten enz. Voor
kinderen van 12-16 jaar?
Je kon natuurlijk ook met het hele gezin naar de Turanische
Bijeenkomst op de poesta. Dat is een bijeenkomst van allerlei nationalistische
groepjes uit een reeks Midden Aziatische landen die de theorie aanhangen dat al
deze volkeren (inclusief de Hongaren) dezelfde Aziatisch-Iraanse oorsprong
hebben. Wetenschappelijk volkomen kolder maar erg populair onder extreem rechts
in Hongarije. En dit jaar werd de bijeenkomst ook nog eens officieel gesponsord
door de Hongaarse regering en werden delegaties ontvangen in het parlement
(zoiets alsof een VVD-CDA regering een bijeenkomst van de Dietse Beweging
sponsort en in de Tweede Kamer ontvangt, heel normaal, toch?).
Anti-zigeuner demo in Devecser |
En dan waren er ongetwijfeld nog de nodige bijeenkomsten en
kampen van radicaalrechtse paramilitaire organisaties die erom bekend staan dat
ze aan semimilitaire training doen. Dat soort types was ook ruim present op een
demonstratie tegen zigeuners van Jobbik in het plaatsje Devecser op 6 augustus.
Er werd met stenen, flessen en stukken beton gegooid naar huizen van zigeuners.
De politie stond erbij en keek ernaar.
- Tenslotte mag het tweedaagse kamp van de Hongaarse
Transilvaanse Jeugd in Roemenie niet ontbreken. Fidesz parlementariër Zoltan Köszegi
zei daar in een toespraak dat als Fidesz maar sterk genoeg en aan de macht blijft,
de wijziging van de Trianon-grenzen misschien al wel in 2020 op de agenda kan
komen. Zowel de Hongaarse regering als de Fideszpartij haastten zich te
verklaren dat dit een persoonlijke visie van Köszegi betreft en geen officieel
beleid. Maar toch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten