In de marge – met name op het
internet - bestaat er in Hongarije persvrijheid en pluriformiteit. Dat is dan
ook het standaardargument voor sommigen om te beweren dat er niets aan de hand
is en dat iedereen in Hongarije als hij wil elke mening kan ventileren en lezen.
Klopt, maar vrijheid in de marge is niet het punt, die is er ook in het Rusland
van Putin. De Amerikaanse NGO Freedom House kwalificeerde recent de
mediasituatie in Hongarije niet voor niets als “halfvrij.”
Buiten die marge, bij de grote commerciële TV-zenders, de populaire radiostations,
de publieke omroepen, het merendeel van de dag-, week- en huis-aan-huis bladen,
kortom bij de media die de massa van de bevolking bereiken, is de situatie heel
anders. Daar overheersen
volgzaamheid en zelfcensuur, het resultaat van commerciële
en wettelijke druk en een van Azerbeidjan gekopieerd systeem van “co-regulering”
dat critici karakteriseren als het “outsourcen” van censuur
 |
Zonder vrije pers is er geen democratie. |
Maar eerst
het positieve nieuws. Onder druk van Europa wordt de mediawetgeving
maandag 4 juni op een aantal punten aangepast. Journalisten kunnen niet meer
zomaar gedwongen worden hun bronnen prijs te geven, gedrukte en online media
vallen niet meer rechtstreeks onder de inhoudelijke controle van de Media autoriteiten en
media kunnen niet langer gedwongen worden willekeurig welke gegevens over zichzelf en hun functioneren aan de Media
autoriteiten te overhandigen. Prima allemaal, maar…
Aan de
kern van de kritiek van Europese deskundigen geeft de Hongaarse
regering niets toe. De almachtige positie van door Fidesz benoemde Media
autoriteiten blijft. Die autoriteiten kunnen nog steeds enorme boetes opleggen
aan media voor “ernstige” overschrijding van fatsoensnormen, belediging van
religieuze overtuiging e.d. Wat ernstig en wat fatsoen is bepalen die autoriteiten
zelve en media kunnen niet inhoudelijk tegen zo’n boete in beroep bij een
rechter. Het is dus niet ondenkbaar dat een zender die al te kritisch is over
de regering extra boetes oploopt voor andere overtredingen, want er is altijd wel wat te vinden. Het
resultaat is zelfcensuur: de meeste onafhankelijke commerciële media mijden controversiële
kwesties en politiek in het algemeen zoveel mogelijk.
Ook blijven de Hongaarse
publieke omroepen slaafse regeringsspreekbuizen
waar van bovenaf directe censuur wordt uitgeoefend (“Je moet echt alles
voorleggen, ik wordt er gek van,” aldus een omroepmedewerker die uiteraard niet
geïdentificeerd wenst te worden). Hetzelfde geldt voor het nationaal persbureau
MTI. Nadat een vakbond van werknemers daar recent protesteerde tegen een
reorganisatie, besloot de regering het aantal werknemers van MTI te verminderen
tot onder de 50 … zodat het personeel wettelijke geen recht meer heeft op
vakbondsvertegenwoordiging.
Om de onafhankelijke media extra onder druk te zetten is er bovendien een
systeem ingevoerd dat eigenlijk uit de wereld van het Internetbeheer komt:
co-regulering.
De Mediaraad heeft, in ruil voor de toezegging dat ze zou afzien van boetes, met
overkoepelende organisaties van uitgevers e.d. contracten afgesloten waarbij
die organisaties zich verplichten erop toe te zien dat de media onder hun
bereik de inhoudelijke richtlijnen van de mediaraad (objectiviteit, fatsoen,
enz.) respecteren. Volgens Miklos Haraszti, mediadeskundige en voormalig mediawaarnemer
van de OVSE, is Hongarije met die aanpak, die in zijn woorden neerkomt op het
uitbesteden van de censuur, uniek in Europa. Het effect is uiteraard nog meer zelfcensuur.
Daarnaast is een heel groot deel zo niet de meerderheid van de media (TV,
radio, gedrukte pers) inmiddels al opgekocht door
aan Fidesz-gelieerde
bedrijven. Ook de huis-aan-huis bladen die ik in Vác in de bus krijg – en die mede
worden gefinancierd door de locale (Fidesz) overheid – zijn stuk voor stuk regeringsgezind en het is
in de meeste steden niet anders. De markt van outdoor advertenties (plakkaten op
bushokjes, muren, gigantische borden langs snelwegen enz.) wordt al jaren overheerst
door bedrijven van goede vrienden van premier Orbán. Bovendien hebben rechtse
en radicaalrechtse radiostations (Lánchíd Rádió, Mária Rádió, Európa Rádió) de
afgelopen twee jaar bij de toewijzing en herschikking van frequenties de helft
van alle tenders gewonnen. Een typische gang van zaken: een zeker radiostation
doet veruit het hoogste aanbod en belooft bijvoorbeeld speciale locale programmering.
Een paar maanden nadat Media autoriteit besloten heeft dat die zekere tender de
tender heeft gewonnen, besluit de Media-autoriteit dat het station de speciale
locale programmering mag schrappen en dat het ‘t toegezegde enorme bedrag toch niet
hoeft te betalen. Het nieuw contract waarin staat hoeveel ze dan wel betaalt, is
niet openbaar.
De paar
oppositionele traditionele media die er nog wel zijn, worden ernstig
in hun functioneren beperkt. Zo krijgen ze nauwelijks tot geen advertenties meer
van de overheid en van overheidsbedrijven en durven veel commerciële bedrijven
niet bij die media te adverteren omdat ze bang zijn (en hen met zoveel woorden te
verstaan is gegeven) dat dan hun zakelijke relaties met de overheid wel eens in
gevaar zouden kunnen komen. Het bekende geval van talk radiostation Klubradio,
de enig overgebleven oppositionele radiozender, laat bovendien zien hoe de
Media-autoriteit kritische geluiden ook met ondoorzichtige regels en
beslissingen aan kan pakken. De meest recente noviteit: de Fidesz meerderheid
in het parlement heeft een wet aangenomen die bepaalt dat de Media-autoriteit
Klubradio geen frequentie hoeft te geven, zelfs als de rechtbank in hoger
beroep binnenkort (opnieuw) mocht besluiten dat dat wel moet.
Gezien het voorgaande zal het niemand verbazen dat
de twee grote commerciële
TV zenders van het land, RTL Klub en TV2 die samen misschien wel 90% van het TV
kijkende publiek bereiken, zich buitengewoon stil houden. Politiek is vrijwel
uit de programmering geschrapt en de nieuwsvoorziening is zeer omzichtig. De
grote angst bij die zenders is dat ze de vergunning voor hun frequentie, die
dit jaar vernieuwd moet worden, kwijtraken. Of dat ze bijvoorbeeld gedwongen
worden een groot pakket an hun aandelen af te staan aan een aan Fidesz-gelieerd
bedrijf. Ik weet het, dat klinkt als maffia, maar het gebeurt. Het ooit zeer
populaire radiostation Danubius bijvoorbeeld zegt dat het een paar jaar terug
een dergelijk “aanbod” kreeg (naar verluid van de man die later minister van
economische zaken werd in de Fidesz regering). Danubius weigerde …en was een
half jaar later haar vergunning helemaal kwijt.
"Dit is allemaal flagrant in strijd met het persklimaat zoals dat in een EU land hoort te zijn," aldus Haraszti. "De paradox is dat dit alles gebeurt binnen de EU, maar dat de EU er weinig tot niets daadwerkelijk aan kan doen omdat daartoe de middelen en mechanismes ontbreken."
Verder deze week:
-Volgens de
Europese Centrale Bank zijn de veranderingen die de regering Orbán (a.s.
maandag) doorvoert in de wetgeving op de positie van de Hongaarse Nationale
Bank (MNB) onvoldoende. De onafhankelijkheid van de MNB is nog altijd niet
gegarandeerd en dus kunnen de gesprekken met het IMF over een lening nog altijd
niet van start. Langzaam maar zeker nadert de koers van de forint weer de
gevarenzone (gisteren 306 voor de euro).
- De populariteit van Fidesz en premier Orbán is de
afgelopen maand opvallend sterk gedaald. Fidesz en MSzP zijn nu in sommige
peilingen bijna even sterk en Orbán is nog nooit zo onpopulair geweest.
- Transparency International stapt uit het overleg met
politieke partijen over wetgeving die fraude en corruptie bij partij- en campagnefinanciering
moet tegengaan. De werkelijkheid is dat dat overleg nooit op gang is gekomen
omdat Fidesz afgevaardigden nooit geen tijd zeggen te hebben om aanwezig te
zijn, aldus TI.
- Ex president Pál Schmitt, in maart afgetreden vanwege
plagiaat, krijgt niet alleen de rest van zijn leven van de staat een inkomen,
een staf, een dienstauto en een villa in de heuvels van Boeda, maar de regering
Orbán wil dat nu ook vastleggen in een cardinale wet die deel van de grondwet
is. Zodat een nieuwe regering dit alles alleen maar van Pál af kan pakken als
ze een 2/3 meerderheid heeft.
- Een correctie op mijn stuk over oligarchen en de Fidesz
vrienden die honderden hectaren landbouwgrond kregen toebedeeld. Ik schreef
toen op gezag van een andere publicatie dat velen van hen de 300 euro EU
subsidie incasseerden en vervolgens hun land verpachtten en ook nog eens
pachtopbrengst incasseerden. Dat is onjuist, al is de werkelijkheid niet veel
beter. Degene die de grond pacht, krijgt van de EU de landbouwsubsidie van 200
tot 300 euro (afhankelijk van diverse factoren). Maar de hoogte van de pachtsom
die hij aan de eigenaar van de grond betaalt, is min of meer aan die subsidie
gekoppeld en kan oplopen tot 100-150 euro per hectare. Zo vloeit een
aanzienlijk deel van de EU subsidie naar de eigenaar van de grond en die hoeft over
die inkomsten vervolgens in Hongarije geen cent belasting te betalen (inkomen
uit lease van land is belastingvrij). Nog steeds zeer lucratief dus.