zondag 28 april 2013

Eén gezamenlijke oppositie



De kogel is eindelijk door de kerk. Samen 2014 en de socialistische partij MSZP hebben definitief afgesproken dat ze vanaf nu één gezamenlijke oppositie vormen tegen het Orbán regiem. De leiders van de twee partijen, Gordon Bajnai en Attila Meszterházy, maakten die afspraak gisteren bekend.

Gordon Bajnai en Attila Mesterházy
Bij de verkiezingen van 2014 komt er in ieder district slechts één gezamenlijke kandidaat en er komt een gezamenlijke landelijke lijsttrekker. Bij alle tussentijdse verkiezingen zullen vanaf nu ook gezamenlijke kandidaten naar voren geschoven worden die gezamenlijk campagne voeren. De partijen houden op elkaar aan te vallen of te verzwakken en Mesterházy en Bajnai gaan vanaf nu hun werkzaamheden coördineren. Op lokaal niveau gaat er ook nauw samengewerkt worden tussen de partijactivisten (de MSZP heeft er zo’n 40.000 in het hele land, Samen 2014 maximaal 10.000 met het accent op Boedapest).

Samen 2014 – dat ook het buitenparlementaire Milla, de vakbond Solidarnosc en Dialoog voor Hongarije (de voormalige centrumlinkse vleugel van de Groenen) bevat – heeft zich daarmee eerder dan aanvankelijk de bedoeling was aan de MSZP gelieerd. Samen 2014 wilde aanvankelijk zoveel mogelijk tijd om meer centrumrechtse politici en andere publieke figuren die grote kritiek hebben op het beleid van de socialisten in het verleden, bij haar organisatie te betrekken. Maar het staat inmiddels wel vast dat zulks een schier hopeloze taak is. Hoeveel kritiek er ook in centrumrechtse kring is op Orbán c.s., de meesten van die critici weigeren ook categorisch zich openlijk met de oppositie te associëren.

De MSZP geeft met de verbintenis definitief het streven op om te zien in hoeverre ze op eigen kracht in staat is een vuist tegen Fidesz te maken. Diverse tussentijdse verkiezingen in gemeentes en deelgemeentes hebben de afgelopen maanden duidelijk gemaakt dat socialistische kandidaten in hun eentje kansloos zijn. Het ligt nu ook in de lijn der verwachting dat de landelijke lijsttrekker ofwel Bajnai ofwel een nog onbekende derde gaat worden, maar niet de socialist Mesterházy.

Verder afgelopen week:

* Het staatsmonopolie op tabaksverkoop draait, zoals te verwachten was, uit op een goede deal voor weer heel wat aan Fidesz gelieerde figuren. Er zijn in een niet-openbare en volstrekt ondoorzichtige vergunningenprocedure 3.500 vergunningen uitgegeven om tabak te verkopen en een groot deel daarvan aan mensen met de juiste politieke connecties. Volgens weekblad HVG ging het zo ver dat in veel gemeentes de locale Fidesz baas besliste wie een vergunning kreeg en dat in sommige gemeentes de Fidesz fractie er over heeft gestemd. Geen toeval dus dat er opvallend veel vergunningen uitgegeven zijn aan mensen rond de CBA winkelketen (een grote sponsor van Fidesz). Ook diverse mensen met connecties met de Fidesz politicus die de wet heeft opgesteld vallen in de prijzen, net als bijvoorbeeld de 19-jarige zoon van de Fidesz burgemeester van het dorpje Fonyód aan het Balaton (hij kreeg drie vergunningen) en drie leden van één familie in het stadje Esztergom die de hand wisten te leggen op tien van de 16 vergunningen daar. Van de meer dan 15.000 winkeliers die tot nu toe tabak verkochten, heeft het overgrote deel geen vergunning gekregen. Onder hen een man in Budakalász wiens familie al meer dan 70 jaar in de tabaksverkoop zit. Zijn grootvader raakte de familiezaak kwijt toen de communisten zijn winkel nationaliseerden in de jaren ’50, deze man raakt zijn inkomen kwijt nu Fidesz hem in feite hetzelfde trucje flikt. Gisteren dienden twee Fidesz politici ook nog eens een wet in die de winnaars van deze tabaksvergunningen van staatswege een winst van minimaal 10 procent garandeert. Al eerder was vastgelegd dat de betreffende winkeliers naast tabak ook alcohol, frisdranken, tijdschriften en loterijtickets mogen verkopen. Zodat ook de uitbaters van die stalletjes nu oneerlijke gesubsidieerde concurrentie krijgen.

* Hetzelfde laken een pak in de tenders voor landbouwland. Fidesz dissident Jozsef Angyán (ex-staatssecretaris van landbouw) slaat nu al twee jaar de trom over de wijze waarop Fidesz vriendjes lucratieve pachtcontracten krijgen toegespeeld. In twee provincies (Fejér en Borsod) is 80% van de contracten naar Fidesz relaties gegaan, voor zeker de helft ook nog eens naar mensen die geen locale boeren zijn maar behoren tot een kleine groep van families en individuen van buiten. De krant Népszabadság legde de hand op een intern rapport van de organisatie die de betreffende landbouwgrond in eigendom heeft, de NFA, waarin wordt gezegd dat de criteria voor de toewijzing van de pachtcontracten niet objectief zijn. Het bestaan van dat rapport werd tot nu toe van officiële zijde ontkend. Het politieke effect van deze machinaties is overigens vooral een verschuiving van de steun van Fidesz naar het extreemrechtse Jobbik in veel plattelandsgebieden.

* De minister van economische ontwikkeling heeft de directie van olie- en gasbedrijf MOL gevraagd op te houden met het subsidiëren van een wetenschappelijke stichting die de activiteiten van oppositieleider Gordon Bajnai met onderzoek ondersteunt. De Hongaarse overheid heeft aandelen in MOL en het geeft geen pas dat zo’n bedrijf de activiteiten steunt van iemand die de huidige regering ten val wil brengen, aldus de minister.

woensdag 17 april 2013

Weg van Europa



In de conservatieve kranten Die Welt, FAZ en Kurir zette Orbán deze week uitgebreid uiteen dat hij het maatschappelijke, economische en democratische model van “het oude Europa” overleefd vindt en dat hij een andere kant op wil. Hij uitte deze gedachten de afgelopen jaren al eens tegenover zijn eigen aanhang, maar dit is voor het eerst dat hij het zo duidelijk en omstandig deed tegenover West-Europese journalisten.  Zoals hij zelf zegt: dit, en niet de eindeloze discussies over allerlei wetjes, regels en andere detailpunten, is “de kern van de zaak.”

In de interviews met de genoemde conservatieve kranten benadrukt Orbán dat hij met Hongarije een heel andere kant op wil dan wat in Europa als normaal en gebruikelijk wordt beschouwd. “Wij doen niet hetzelfde als in het oude West-Europa. De grondwet, onze economische politiek en andere regels die we hebben geïntroduceerd, dat alles wijkt af van wat in veel westerse landen gebruikelijk is. (…) We werken aan de opbouw van een maatschappelijk en economisch model. Dat is gebaseerd op een zeer duidelijke visie die van de regering vastberaden stappen en politieke doortastendheid vereist. Op het moment zit Europa in een crisis van het sociale en economische systeem. (…) Er zijn verschillende nationale antwoorden op die crisis. Ons antwoord is dat het Europese economische en sociale model in ieder geval hier in Hongarije niet overeind te houden is. Dat model kwam hier eerlijk gezegd ook nooit werkelijk van de grond."
In het 'nieuwe' model van Orbán is een veel grotere rol weggelegd voor de staat in de economie en het maatschappelijke en culturele leven. "Markt en overheid zijn beiden onontbeerlijk. De vraag is hoe ze zich tot elkaar moeten verhouden. In onze veranderde wereld is het Europese model niet langer in staat de concurrentie aan te gaan omdat het de verhouding tussen overheid en markt verkeerd verdeelt en het niet over de kracht beschikt om de bevoegdheden van beiden opnieuw in te richten.”
Het is ook interessant om te zien hoe Orbán, hoewel hij altijd ontkent dat wat Hongarije allemaal doet afwijkt van wetgeving in andere EU landen, tegelijk zegt dat hij een andere benadering heeft van het begrip democratie dan in Europa gebruikelijk (en in EU-verdragen vastgelegd). In zijn model is het zo dat "de door het volk gekozen vertegenwoordigers beslissingen nemen en dat men dat democratie noemt." Het is juist ondemocratisch, zegt hij, dat de macht van de partij die de meerderheid vertegenwoordigt wordt ingeperkt door allerlei instituties en 'checks and balances.' "Want de zekerheid van de democratie ligt niet bij een Grondwettelijk Hof of het parlement, ze berust bij het volk zelf. (…) Ik ben niet van mening dat men de democratie met instituties tegen het volk moet beschermen.” Het verwijt dat Fidesz met de nieuwe grondwet, allerlei “kardinale” wetten en veel personele benoemingen het regeringsbeleid voor hele lange tijd in beton giet en het dus eventuele andere regeringen in de toekomst onmogelijk maakt eigen beleid te voeren, ontkent hij eigenlijk ook niet. Zijn antwoord is slechts: “Alle partijen hebben de kans om een twee derde meerderheid te bereiken, precies zoals wij dat gedaan hebben.”
In de interviews schermde Orbán zoals gebruikelijk met het mandaat dat hij in 2010 van “het volk” gekregen zou hebben. Maar in kan het niet vaak genoeg herhalen: hij kreeg 53% van de stemmen resulterend in 67% van de zetels, wat dus betekent dat 47% van de Hongaren het niet met hem eens was. Bovendien heeft hij deze prachtige nieuwe ideeën destijds nooit aan de kiezers voorgelegd. In de verkiezingscampagne van 2010 – waarin Fidesz consequent weigerde aan welk debat dan ook mee te doen en er geen enkel verkiezingsdebat op TV was – was er geen enkele sprake van nieuwe maatschappelijke of economische systemen, een nieuw model van democratie of een andere weg dan de rest van Europa. Zoals Orbán vóór die verkiezingen ook nooit heeft gezegd dat hij de grondwet zou gaan wijzigen als hij een 2/3 meerderheid zou krijgen en hij daar toen hij dat toch deed ook geen referendum over wilde houden.
3. Natuurlijk staat het een ieder EU lid te allen tijde vrij het debat over allerlei uitgangspunten, basiswaarden en spelregels van de economie en de democratie in de EU aan te gaan. Maar intussen in eigen land de Europese spelregels al vast laten voor wat ze zijn, dat is heel wat anders. Daarmee schendt Fidesz het EU toetredingsverdrag uit 2004 en het Lissabon akkoord uit 2007, beiden door Hongarije ondertekend.


Verder de afgelopen dagen:

* Na de boze brief van Barroso op vrijdag de 12e reageerde Orbán direct met een brief dat alles in orde zou komen en op maandag de 15e diende minister van justitie een wetsontwerp in met een tweetal wetswijzigingen die, zo heet het, aan de bezwaren van Europa tegemoet komen. Maar is dat ook zo? Een eerste bezwaar was dat er met het zogenaamde vierde superamendement nu in de grondwet staat dat partijen tijdens verkiezingscampagnes geen advertenties mogen plaatsen in commerciële media. De concessie is nu dat die regel niet geldt voor de Europese verkiezingen (maar dus wel voor de Hongaarse parlementsverkiezingen). Het tweede bezwaar was dat volgens de grondwetswijziging het hoofd van het Nationale Gerechtelijke Bureau (u weet wel, die huisvriendin van de Orbáns) het recht heeft om naar eigen discretie rechtszaken aan andere rechtbanken toe te wijzen. De concessie is dat dit niet geldt voor zaken die met het Europese recht van doen hebben (maar dus wel met alle andere rechtszaken, zoals vermeende corruptie e.d.). Tot slot: beide ‘concessies’ hebben de status van een gewone wet, maar in de grondwet wordt niets gewijzigd.

* In Györ demonstreerden op 13 april 70 Hongaarse en Duitse neonazi’s in de binnenstad “tegen de misdaden van de geallieerden.”

zaterdag 13 april 2013

Ruzie met de Europese Christendemocraten



Volgens de Hongaarse krant in Roemenië Magyar Szó (Het Hongaarse Woord) heeft het bestuur van de christendemocratische EPP fractie in het Europees Parlement in een vergadering in Dubrovnik gisterenavond besloten dat de Hongaarse regeringspartij Fidesz een ultimatum krijgt: ofwel ze conformeert zich binnen een week aan de Europese verzoeken betreffende het Vierde Superamendement op de grondwet ofwel Fidesz wordt uit de EPP geschorst.

De grondwetsstraat is nu de Fidesz-heeft-altijd-gelijk-straat
Natuurlijk zal premier Orbán, die dinsdag aanwezig zal zijn bij de zitting van de voltallige EPP fractie in Straatsburg,  reageren met de nodige verzekeringen dat alles goed zal komen, dat er niets aan de hand is en dat hij bepaalde passages in de (grond)wet wel wil wijzigen: rekken traineren, marchanderen. Maar het begint er steeds meer op te lijken dat hij er niet langer van uit kan gaan dat de Europese christendemocraten hem niet (openlijk) zullen laten vallen en daarmee komt hij in Europa heel zwak te staan.
Intussen blijft het Europese conflict escaleren. Commissie voorzitter Manuel Barroso (EPP) heeft vrijdag een nieuwe kritische brief aan premier Orbán geschreven en het Europees Parlement vergadert woensdagochtend over “de kwestie Hongarije,” waarbij mogelijk ook voorstellen op tafel komen om hardere actie tegen de regering Orbán, te beginnen met een soort parlementair onderzoek (een artikel 7 procedure) om vast te stellen of het land zich aan de democratische normen van de EU houdt.
Tegelijk lanceren Orbán en zijn ministers de ene na de andere (persoonlijke) aanval op die Europese politici en instellingen die zich niet door hen laten overtuigen dat er niets aan de hand is. Daarbij beschuldigen ze bijvoorbeeld commissaris Viviane Reding (EPP), commissaris Neelie Kroes (liberalen) maar ook de deskundigen van de Venetië Commissie en het Europees Parlement zelf ervan bevooroordeeld te zijn en zich te laten meeslepen in een links-liberaal complot tegen Hongarije. Ook heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken haar ambassades opdracht gegeven actief te reageren als er in media in hun landen artikelen verschijnen met “feitelijke onjuistheden.” Met name bij krantenredacties en directies in Duitsland en Oostenrijk zijn de laatste maanden de nodige klachten neergelegd over het werk van hun redacties en hun Hongarije correspondenten. En tenslotte heeft de regering een speciale “taskforce” van juristen opgezet die haar moet bijstaan in het pareren van de Europese aanvallen.

Verder de afgelopen week:

- Judit Király is afgetreden als laatste onafhankelijke lid van de Monetaire Raad van de Hongaarse Nationale Bank (MNB). Ze wilde daarmee onderstrepen dat de bank niet langer onafhankelijk werkt, maar een verlengstuk van de regering is geworden.

- Volgens regeringswoordvoerder Ferenc Kumin treedt de Hongaarse regering altijd ferm op tegen het antisemitisme en is dat nog eens bewezen toen premier Orbán begin deze week hoogstpersoonlijk de motordemonstratie “Geef Gas” verbood die een extreemrechtse motorclub wil houden op 21 april a.s., de dag van de Holocaust herdenking. Het behoeft hier geen betoog dat “Geef Gas, Handen af van ons Vaderland en onze Huizen” antisemitisch, provocerend en uitermate onsmakelijk is. De “Hongaarse Motorrijders Beweging” wil tijdens een motortocht op de 21e ook de Joodse wijk van Boedapest aandoen terwijl daar de “Mars der Levenden” wordt gehouden ter herdenking van de Holocaust.
De politie had “Geef Gas” niet verboden omdat ze dat volgens de bestaande wetgeving niet kan. Joodse organisaties waren uiteraard zeer verontwaardigd en premier Orbán droeg vervolgens in het parlement hoogstpersoonlijk de minister van binnenlandse zaken op alsnog een politieverbod uit te vaardigen. Dat nu door de motorclub voor de rechter wordt aangevochten, want de Hongaarse wet staat zo’n verbod nu eenmaal niet toe.
De gang van zaken is tekenend voor de machtsverhoudingen zoals die inmiddels zijn ontstaan, aldus mensenrechtenorganisaties TASZ. Naarmate de premier iets bevalt of niet bevalt, geeft hij opdrachten, zelfs al zijn die in strijd met de wet en het recht. Terwijl echt goede wetgeving die dit soort problemen voorkomt en waarmee rechtbanken iets kunnen doen, nog altijd ontbreekt. Misschien zou het verstandiger zijn om wetgeving te ontwerpen die deze motorrijders wel toestaat hun mening te uiten, hoe verwerpelijk hun mening ook is, maar niet op het tijdstip en de plek die zij willen omdat dat de openbare orde in gevaar brengt en het recht van anderen op een vreedzame demonstratie in het gedrang brengt?
Bovendien is één zo’n groots gebaar mooi voor de Bühne, maar verhult het niet dat premier Orbán en Fidesz als partij zich nooit consequent bij het antisemitische kamp scharen. Want in hun cynische pogingen om iedereen die zich tot rechts rekent – ook de antisemieten – te vriend te houden, tolereren en steunen ze met grote regelmaat allerlei extreemrechtse figuren en werken ze bij tal van gelegenheden ook met hen samen. Een greep uit de afgelopen maand:
*  in de deelgemeente Ujpest vond een 15 maart herdenking plaats waarbij naast de Fidesz burgemeester prominent twee mannen stonden in het uniform van de nieuwe Magyar Gárda, een verboden paramilitaire organisatie van extreemrechts. De Fidesz burgemeester van een andere deelgemeente in Boedapest nam diezelfde nationale feestdag deel aan een bijeenkomst van Jobbik. Jobbik is de partij die op 4 mei als het Joodse Wereld Congres  in Budapest vergadert een manifestatie zal houden tegen “de Judeo-Bolshevistische , anti-Christelijke en anti-Hongaarse terreur en zijn Joodse leiders tussen 1919 en 1945.”
* de door Fidesz gecontroleerde publieke zender Duna TV bestelde voor 300.000 euro aan programma’s bij TV productiefirma Dextramedia. Dextramedia heeft nauwe banden met extreemrechtse politici, produceert ook materiaal voor radicaal rechtse private TV zenders zoals Hir TV en Echo TV en maakte voor het aan Jobbik gelieerde N1TV ondermeer een lovende film over de staatsman Adolf Hitler, ‘tegen wiens nagedachtenis “een heksenjacht” wordt gevoerd.’ Ook bleek dat Beatrix Siklósi, die bekend staat om haar extreemrechtse opvattingen en daar op sociale media ook geen geheim van maakt, een hoge adviesfunctie heeft bij het publieke mediabedrijf  MTVA. Maar ze is bepaald niet de enige uit die hoek met een functie bij de ‘publieke’ omroep.
* in maart benoemde de Fidesz regering de jurist Imre Juhász als ‘rechter’ in het Grondwettelijk Hof. Júhász geldt als een openlijke sympathisant van Jobbik en het is dan ook geen wonder dat Jobbik in het parlement deze benoeming steunde.
* ik meldde al eerder dat minister Balog Zoltán een paar weken terug hoge staatsonderscheidingen gaf aan diverse bekende rechtsextreme figuren, waaronder een journalist en een popmusicus. Toen er veel ophef over ontstond, vroeg en kreeg hij van de journalist de onderscheiding terug, maar de onderscheiding van de betreffende gitarist staat nog steeds. Naar aanleiding van die affaire kwam  een krant met het bericht dat minister Navracsics van justitie vorig jaar ook al een hoge onderscheiding had verleend aan Imre Szabó, een van de voornaamste medewerkers van kuruc.info, een neonazistische Hongaarse website die vanuit de VS opereert.

zondag 7 april 2013

Hongaarse riksja’s in Amsterdam

Na het vrijgeven van de markt voor fiets- of riksja taxi’s in Amsterdam in 2009, liep hun aantal snel op tot zo’n 200. Ze zijn populair, vooral onder toeristen, maar er kwamen ook steeds meer klachten over kwaliteit, verkeershinder e.d., zodat Amsterdam nu bezig is het aantal in te perken tot maximaal 100. Een sof voor veel riksja chauffeurs natuurlijk, waarvan een groot aantal (sommigen zeggen bijna de helft) bestaat uit Hongaarse jongeren.

Een Hongaarse fietstaxi in A'dam
Op de Hongaarse nieuwssite Index was onlangs een mooie reportage te zien over het leven van deze jongeren in Amsterdam (in het Hongaars uiteraard, maar te zien op
http://www.youtube.com/watch?v=kPcbrGlu2Lg. De meesten zijn de laatste paar jaar gekomen en de redenen waarom ze in Amsterdam werken zijn heel divers. Ze zijn aangetrokken door het avontuur, door de vrijheid van het leven in Nederland, door de fantastische verscheidenheid aan mensen die je in Amsterdam tegenkomt. Maar ze klagen bijna zonder uitzondering ook over de situatie in Hongarije, waar geen werk is, geen perspectief, geen toekomst. Het verschil tussen Amsterdam en Hongarije? “Hier (in Amsterdam) glimlachen mensen tegen mekaar. Als je thuis (in Hongarije) iemand wat langer aankijkt, krijg je te horen: wat moet je van me? Hier (in Amsterdam) zeggen de meeste mensen: hallo, hoe gaat het? Mensen zijn positiever, creatiever, vrijer.”

Natuurlijk speelt geld ook een hele belangrijke rol in hun keuze. Van 100.000 forint (350 euro) per maand kun je niet leven, zegt er een. Maar dat is wel het soort salaris (iets meer dan het minimumloon) waar heel veel Hongaren thuis het van moeten doen. Als riksja chauffeur verdien je 100 tot 150 euro per dag/avond, rekent een ander voor. Het is hard werken, maar dat loont dan ook. Een interessante observatie van een Engelsman die al jaren als riksja chauffeur in Amsterdam woont: er werken niet alleen veel Hongaren maar ook Roemenen op de fietstaxi’s. In eerste instantie lijken ze op elkaar, maar gaandeweg ga je het verschil in één oogopslag zien. De Roemenen zijn meestal luidruchtig en snel maar de Hongaren kijken doorgaans sip en zijn pessimistisch.

Verder de afgelopen week:

* Klubradio is met ingang van gisteren ook haar frequentie in de stad Kecskemét kwijt. Daarmee zijn de zender de afgelopen drie jaar onder Fidesz 11 van haar 12 frequenties ontnomen, en wel alle frequenties in grotere provinciesteden. Alleen de frequentie in Boedapest mag, voor zover nu te overzien, blijven. Maar daarvoor heeft Klubradio maar liefst zeven rechtszaken moeten voeren, die de radio allemaal won maar die de Fidesz Mediaraad zesmaal negeerde! En nu? Nu klopt de regering Orbán zich opeens op de borst over het feit dat Klubradio in Boedapest mag blijven uitzenden. Zie je wel dat er niets aan de hand is, schrijft regeringspropagandist Ferenc Kumin? “Al diegenen die zeiden dat wij ze het zwijgen op wilden leggen, blijken ongelijk te hebben. Er moesten alleen een aantal juridische details worden afgehandeld.” De cynische leugenachtigheid is meer dan stuitend.

* Volgens Julia Király, één van de nog twee onafhankelijke leden van de monetaire raad van de Nationale Bank, is het recente plan ter stimulering van de economie dat door de bank is gelanceerd nooit serieus binnen de bank bediscussieerd. Ze kreeg het 40 pagina’s tellende plan 35 minuten voor de zitting waarin het werd ‘besproken’ te lezen en vervolgens werd er ‘gestemd.’ Bij haar weten had het plan ook voor die zitting nooit de ronde gedaan. Het is, kortom, een regeringsplan dat door ‘onafhankelijk’ gouverneur Matolcsy is gedropt en doorgejast. De zuivering van de bank is inmiddels vrijwel compleet. Matolcsy heeft drie van de meest gerespecteerde topeconomen van de bank ontslagen en bondgenoten (deels functionarissen die voorheen onder hem op het ministerie werkten) op alle sleutelposities benoemd.

* Het Joodse Wereld Congres houdt in mei haar jaarlijkse algemene plenaire zitting in Boedapest. De regering Orbán zal ongetwijfeld gaan proberen dat aan te grijpen om te betogen dat het wel meevalt met het antisemitisme in Hongarije en vooral haar rol daarin, want anders zou dit congres toch niet in Boedapest plaats vinden? Maar het omgekeerde is het geval, aldus de bekende Joodse multimiljonair en filantroop Ronald Lauder. In een ingezonden stuk in de Süddeutsche Zeitung klaagt hij juist de verantwoordelijkheid van de regering Orbán voor het toenemende antisemitisme en racisme scherp aan en betoogt hij dat precies dat de reden is om het congres in Boedapest te houden. “We willen een sterk signaal uitsturen dat Hongarije – een thuis voor de op twee na grootste Joodse gemeenschap in Europa – zich op een gevaarlijke weg bevindt.”

* Het extreemrechtse Jobbik heeft in totaal 16 maal een klacht ingediend bij de Fidesz Mediaraad omdat de partij vond dat ze “onrechtvaardig” werd behandeld en in maar liefst 13 gevallen heeft ze van die mediaraad ook gelijk gekregen. De enige onafhankelijke TV zender die er nog is, ATV, mag bijvoorbeeld Jobbik geen neonazi partij meer noemen en dient zodra Jobbik aan de orde komt ook altijd iemand van deze neonazi partij aan het woord te laten. Daarentegen zijn alle (!) klachten van andere organisaties over met name de toenemende hetze tegen zigeuners, daaronder ook zes klachten tegen de ‘publieke’ media, door diezelfde Mediaraad ongegrond verklaard.