In je
studententijd maak je vrienden voor het leven en dat geldt ook voor premier Viktor
Orbán. Met János Áder, de nieuwe president die begin mei benoemd gaat worden, is er weer een centrale machtspositie
toebedeeld aan een lid van de oude vriendenclub van de juridische faculteit van
de stad Székesfehérvár die eind jaren tachtig Fidesz oprichtte.
Áder was de laatste jaren een beetje op de achtergrond
geraakt, naar verluid na een ruzie met Orbán waarop hij werd weggepromoveerd
naar het Europees Parlement. Maar hij gold daarvoor altijd als een van de
sleutelfiguren in Fidesz en hij was duidelijk weer op de weg terug want hij was
ondermeer de auteur van twee belangrijke nieuwe wetten die de Fidesz macht voor
langere tijd bestendigen: de nieuwe wet op de rechtbanken en de nieuwe kieswet.
Opnieuw een “partijsoldaat” zoals de Hongaren dat noemen als president en geen
figuur die boven de partijen staat en kan verbinden.
Een ander lid van de oude vriendenclub die deze week in
het nieuws was, is Lajos Simicska. Volgens de linkse krant Népszabadság en
onafhankelijke nieuwswebsite Origó is nu definitief vast komen te staan dat Simicska
de echte eigenaar is van het grote bouwbedrijf (Kőzgép) dat de afgelopen
anderhalf jaar voor maar liefst 300 miljard forint (ruim 1 miljard euro) aan
overheidsopdrachten kreeg toebedeeld. Omdat het bedrijf de beste was
natuurlijk, dat spreekt.
Simicska geldt als het financieel genie van de vriendenclub.
Zo bedacht hij in de jaren negentig allerlei schimmige constructies met
onroerend goed en reeksen BVs (waaronder Happy End BV) waar de partij veel geld
mee verdiende. Onder de vorige regering Orbán (1998-2002) was hij een tijdje
hoofd van de Hongaarse belastingdienst, heeeel handig, en daarna werd hij de
grote man achter een zakenimperium van private mediabedrijven dat de afgelopen tien
jaar is opgebouwd, waardoor ‘Fidesz’ a la Berlusconi een grote speler is geworden
in de Hongaarse mediamarkt. Op topfuncties in het huidige ministerie van
Economische Zaken zitten tegenwoordig allemaal mensen die voorheen ook
topmanagers waren in bedrijven van Simicska. Toeval, uiteraard.
Een derde lid van de vriendenclub, parlementsvoorzitter László
Kövér, die bekend staat om de botte wijze waarop hij bij tijd en wijle zijn radicaal
rechtse en nationalistische denkbeelden naar voren brengt, haalde de afgelopen
dagen de krant met zijn voorstel om het beeld van Imre Nagy – leider van de
opstand van 1956 – weg te halen van zijn huidige plek vlakbij het parlement. Dat
voorstel zat er aan te komen nu het plein voor het parlement geheel wordt
hersteld in de toestand zoals het was in de tijd van het grote voorbeeld, de autoritaire
vooroorlogse regent Miklos Horthy. Daarin past uiteraard niet het beeld van een
hervormingscommunist, zelfs al stierf hij voor de goede zaak.
Twee andere leden van de vriendenclub hebben de laatste
maanden ook regelmatig het nieuws gehaald: Europarlementariër József Szájer die
geldt als de auteur van de Fidesz grondwet, en zijn vrouw Tünde Handó (ook een huisvriendin
van Orbán’s vrouw) die nu de omstreden administratieve baas is van de
rechtbanken. Het is allemaal “miénk” zoals ze in het Hongaars zeggen oftewel “van
ons” (en raad eens wat dat in het Italiaans is?).
Verder deze week:
- Op Debrecen TV verklaarde premier Orbán dat hij de
subsidies die Hongarije van de EU krijgt niet als een gift of als steun beschouwt,
maar als de terugbetaling van Hongaars geld waar Hongarije gewoon recht op
heeft. Blijkbaar nog nooit gehoord van het verschil tussen afdrachten en
subsidies of netto verdieners en netto betalers.
- Minister van Economische Zaken György Matolcsy heeft
diverse wijzigingen aangebracht in de wet op de positie van de Hongaarse
Nationale Bank, een van de grote strijdpunten met de EU en het IMF. Maar
afgezien van een aantal cosmetische veranderingen, zijn de bezwaren van Brussel
lang niet allemaal gehonoreerd. Bovendien blijft de regering weigeren op andere
punten (rechtbanken enz.) wetgeving te wijzigen. Zodat de patstelling
voortduurt en inmiddels de grote meerderheid van de economische en financiële
analisten ervan uitgaat dat er voor het eind van het jaar geen overeenkomst
komt, met alle risico’s van dien.
- De Demokratische Koalitie (DK), de groep rond oud
premier Gyurcsány die zich ruim een half jaar geleden afsplitste van de
socialistische partij, krijgt geen eigen fractie in het parlement (en dus ook
geen financiering en minder spreektijd). Toen de groep zich afsplitste waren de
regels nog zo ze na een half jaar wachten een eigen fractie mochten vormen.
Maar nu heeft Fidesz, dat een bloedhekel heeft aan Gyurcsány, gewoon met haar
2/3 meerderheid tussendoor die regels zo gewijzigd dat dat niet meer mag. Democraten?
- Uit een onderzoek van de Duitse Kamer van Koophandel in
Hongarije blijkt dat 2/3 van de buitenlandse bedrijven in het land zeer
ontevreden is met de economische koers van de regering Orbán en het aantal
bedrijven dat eigenlijk weg zou willen, begint ook sterk te groeien. Op de
lijst van favoriete investeringslanden is Hongarije in slechts een jaar tijd
gedaald van de vierde naar de tiende plaats.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten