“State capture” noemt Transparency
International (TI) het; misschien het best te vertalen als “de inbeslagname van
de overheid.” Het is, meent de onafhankelijke waakhond, een kwalitatief nieuwe
stap in het corruptieproces in Hongarije, waarbij de aan regeringspartij Fidesz
gelieerde oligarchen en bedrijven directe invloed uitoefenen in en op het
overheidsapparaat.
Lodewijk XIV: "L'état, c'est moi. |
Het is een nieuw patroon van corruptie dat bovenop de al bestaande corruptiepraktijken in Hongarije
komt, zegt Noemi Alexandra, directeur van TI Hongarije. Voorheen had je tussen
de overheid en het bedrijfsleven een laag van tussenfiguren – advocaten,
stromannen, BV’s, offshore bedrijfjes enz. – die het doorsluizen van gelden van
en naar politici regelden, vaak via ingewikkelde betalingsketens. “Maar nu zijn
die lui in het overheidsapparaat doorgedrongen en hebben daar allerlei
sleutelposities gekregen.” TI wil over deze ontwikkeling eind dit jaar met een uitgebreid rapport
komen.
De onafhankelijke website Átlátszó.hu (letterlijk:
Doorzichtig.hu) heeft het afgelopen half jaar al eerste pogingen gedaan om dat
netwerk in kaart te brengen. “Wat TI schetst is het theoretisch raamwerk, wij
noemen man en paard,” zegt Tamás Bodoky, voormalig journalist van nieuwswebsite
Index. Wat hij schetst is een soort ‘200 van Mertens’: een “old boys” netwerk
van mensen die elkaar voor een groot deel van vroeger kennen (studietijd, de
begintijd van Fidesz), in dezelfde (en elkaars) bedrijven en advocatenkantoren
werkten en rijk werden, en die elkaar nu opnieuw overal de bal toespelen en via
Fidesz sleutelposities in het financiële en economische overheidsapparaat hebben
gekregen.
Volgens Átlátszó bestaat dat netwerk uit een aantal
conglomeraten van bedrijven. Eén ervan is het reclame- en mediamarkt conglomeraat
van Lajos Simicska, misschien wel de belangrijkste oligarch achter Fidesz. Simicska
is een oude (studie)vriend van premier Orbán, was erbij toen Fidesz begon en bedacht
in de jaren ’90 tal van slimme en deels legale financieringstrucs voor de
partij. Een tweede conglomeraat zijn de landbouw- en energiebedrijven rond
Zsolt Nyerges, advocaat en een oude vriend van Simicska. Een derde conglomeraat
ontwikkelt zich rond de nationale ontwikkelingsbank MFB, dat een steeds
belangrijker rol speelt als directe vertegenwoordiger van de overheid in de financiële
markt, en een vierde is het wegenbouwconglomeraat rond het bedrijf Betonút.
Mensen die de afgelopen tien jaar sleutelfuncties in de bedrijven
van deze conglomeraten hebben bekleed, hebben nu topposities (vaak ook de allerhoogste
toppositie zoals directeur of minister) in het ministerie van Nationale
Ontwikkeling (Economische Zaken), het Ministerie van Plattelandsontwikkeling, de
Hongaarse Belastingdienst NAV(waar Simicska zelf in 1998-2002 tijdens Orbán-1 ook
al de directeur van was), de lucratieve staatslotto, het Nationale Toeristenbureau,
het Nationale Elektriciteitsbedrijf, het Hongaarse Energie Bureau, de toezichthouder
op openbare tenders, het Nationale Ontwikkelingsbureau, de bureaus die gaan
over bouw en beheer van snel- en andere wegen, de Hongaarse ‘rijks’gebouwendienst
enz.
Overheidsopdrachten worden massaal door bedrijven van
deze conglomeraten gewonnen, waarbij tenders veelal of worden omzeild (soms met
speciale wetgeving) of zo worden opgesteld dat er eigenlijk maar één partij kan
winnen. In 2011 eindigde 50% van de overheidstenders in Hongarije ermee dat
slechts één van de bieders overbleef en en dus automatisch de opdracht won, aldus TI. Ook EU subsidies worden zo op grote schaal in een bepaalde richting gestuurd (maar controle van de besteding van EU-gelden vindt pas jaren achteraf plaats).
Simicska’s advertentiebedrijven maakten de laatste twee
jaar superwinsten omdat het ’t merendeel van de advertentiecampagnes voor de
overheid kreeg toegespeeld. Het ‘voormalige’ beveiligingsbedrijf van de
minister van binnenlandse zaken heeft opvallend veel grote contracten voor de
beveiliging van overheidsinstellingen gewonnen. Fidesz staatssecretaris van landbouw Angyán trad eerder dit jaar af omdat hij niet langer kon aanzien hoe landbouwgrond wordt toegespeeld aan Fidesz gelieerde plaatselijke en landelijke clienten.Van het nieuw ingestelde fonds voor steun aan belangrijke sporten gaat het leeuwendeel naar...de voetbalacademie in het dorp Felcsut, een persoonlijk initiatief van Orbán gelegen naast zijn buitenhuis. enz. enz.
En naarmate de bevriende bedrijven en individuen rijker en
machtiger worden, kopen ze zich ook steeds verder in de private sector in en
drukken daar buitenlandse bedrijven en onwelgevallige Hongaarse concurrenten
die het spel niet mee willen spelen weg. Soms met economische middelen, soms
met middelen die meer in de Don Corleone categorie thuishoren. “Er zijn
verschillende gevallen waarbij winstgevende bedrijven te horen kregen dat ze
geacht werden een deel van hun aandelen aan een Hongaarse partij te verkopen.
Zo niet, dan konden ze rekenen op het wegvallen van overheidsorders en/of de
nodige (belasting)inspecties,” aldus Bodoky. Zodat het moment mogelijk niet ver
meer is dat de eerste (Nederlandse) bedrijven de handdoek in de ring zullen
gooien en de Hongaarse markt verlaten
omdat het speelveld steeds minder eerlijk is.
Zowel Bodoki als Alexandra zijn uitermate sceptisch over de
nieuwe anticorruptie wetgeving die de regering zegt t in te
willen voeren. “Er is een lange lijst van mooie voornemens, maar aan praktische
toepassing ontbreekt het vooralsnog,” zegt Alexandra diplomatiek. Onder alle voorgaande regeringen was er ook
aanzienlijke corruptie, beaamt ze volmondig, en er zijn sterke aanwijzingen dat er een
soort verdeelsleutel werd gehanteerd waarbij de regerende partij 70% kreeg en
de oppositiepartij 30%. “Maar dat is nu vervangen door een systeem waarbij Fidesz
alles neemt,” aldus Alexandra. Ook Bodoky is ronduit teleurgesteld. “Ik hield niet van de vorige (linkse) regeringen, maar het is van kwaad tot
erger gegaan.”
Verder de
afgelopen week:
OG-belasting...NEE, dat staan we het IMF niet toe! |
- De regering spendeert 200 miljoen forint (800.000 euro)
aan een mediacampagne om haar standpunt t.a.v. onderhandelingen met het IMF aan het grote publiek “uit
te leggen.” De campagne startte met paginagrote advertenties in kranten waarin
de regering betoogt dat ze “NEE” zegt tegen de invoering van onroerend goed
belasting, vermindering van gezinssubsidies e.d. en dat ze pal staat voor de
Hongaarse onafhankelijkheid. De suggestie is duidelijk dat het IMF die
onafhankelijkheid bedreigt en dat soort maatregelen vraagt (wat niet het geval
is), maar je moet het toch niet zo zien dat de advertenties “tegen het IMF
gericht zijn,” aldus een regeringswoordvoerder. De advertentiecampagne is via een
wetswijziging en een versnelde procedure (die eigenlijk niet kan bij de
besteding van overheidsgeld) toegewezen aan een advertentiebureau dat deel is van
het Simicska imperium.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten