Geef ons onze toekomst terug! |
Ouderavond op het gymnasium van mijn zoon, een van de top
drie scholen in het land en verbonden aan een grote universiteit in de
hoofdstad. Maar niets is meer zeker, zegt de klassenleraar: niet meer de banen
van het onderwijzend personeel (waarvan een groot deel inmiddels al een paar
uur per week onbetaald werkt om de zaak draaiende te houden), niet meer de
banen van conciërges en schoonmaaksters, zelfs niet meer het voortbestaan van
de school, “al zal die er over anderhalf jaar als jullie kinderen eindexamen
doen nog wel zijn,” voegt hij daar – schertsend? – aan toe.
Kleine correctie: het staat nu al vast dat de school haar
twee conciërges en alle schoonmaaksters moet ontslaan. Wie er dan aan de ingang
zit? Niemand. Wie de school dan schoonmaakt? Niemand. Nou ja, dat kunnen de
leerlingen misschien doen? De universiteit, een van de top
drie universiteiten van het land, krijgt van de regering Orbán zware
bezuinigingen opgelegd en schuift die ten dele door. De meeste ouders schudden
hun hoofd en reageren gelaten; niemand snapt meer hoe het precies zit, niemand
weet meer wat er precies gaat gebeuren, maar dat het bergafwaarts gaat, staat
wel vast. Volgende gespreksonderwerp: wat te doen om je zoon of dochter op een
universiteit of hogeschool in het buitenland te krijgen?
De stemming is typerend. Terwijl de regering nu opeens is
begonnen met het opzetten van een Ronde Tafel van Nationale Eenheid waar Alle Betrokkenen in het Onderwijs Meepraten over de Toekomst, wordt in praktijk de botte
bijl allang volop gehanteerd. Met name de grote en gerenommeerde universiteiten
worden van de ene op de andere dag opgezadeld met enorme kortingen op hun overheidssteun en bovendien heeft de regering Orbán nu bedacht dat iedereen bij
de overheid of semi-overheid die een
pensioen heeft, daarnaast niet ook mag werken. Het gevolg: universiteiten en
scholen zullen op grote schaal professoren, leraren en ander personeel moeten ontslaan.
Op sommige universiteiten bestaat 20-30%
van de staf uit mensen die eigenlijk allang met pensioen zijn en sommige vakken
zullen simpelweg van het lesrooster geschrapt moeten worden omdat daar geen betaalbare
en/of capabele professoren meer voor te krijgen zijn.
En dan de salarissen. Al vele jaren klagen leraren en
professoren steen en been over hun schandalig lage vergoedingen, tussen de
90.000 en 150.000 forint per maand (350-550 euro). Twee jaar geleden zadelde de
regering Orbán het onderwijzend personeel al op met een aanzienlijk verhoging
van hun werkuren zonder extra vergoeding. De belofte dat die loonsverhoging nog
zou komen, is nog steeds niet waargemaakt. En begin deze week ontvingen de
onderwijzers van de gerenationaliseerde scholen hun eerste loonstrookje van de
staat. Wat blijkt? Ze ontvangen gemiddeld 10-20 duizend forint per maand minder
dan voorheen. “Ik werk nu al tien jaar in het onderwijs en houdt 87.000 forint (300
euro) per maand over, een grap..,” aldus een briefschrijver aan internetkrant
Index. Een ander schrijft dat hij zelf 20.000 minder krijgt en zijn vrouw, ook
lerares, 12.000 minder. Overuren worden niet meer betaald, een OV abonnement niet
meer vergoed, bonussen die het salaris nog enigszins op peil brachten
ingetrokken.
Verder de afgelopen week:
- Ook de socialistische partij heeft zich nu, mede onder
druk van Samen 2014, uitgesproken voor het openen van alle archieven van de communistische
geheime diensten. Dat betekent dat de enige tegenstander van een dergelijke
maatregel nu nog is….Fidesz. Waarom zou dat toch zijn?
- De regering Orbán
heeft aan de Raad van Europa een aantal wijzigingen toegezegd in de wetgeving
over de media en de rechtbanken, waardoor een aantal kritiekpunten op die
wetten wordt opgeheven. Volgens de regering is dat een bewijs dat er echt nooit
wat mis was met die wetgeving en alle kritiek niet meer was dan een
hetzecampagne (merkwaardige logica: als je iets wijzigt, was het daarvoor toch
fout?). Diverse organisatie op het vlak van mensenrechten wijzen er op dat,
hoewel elke concessie meegenomen is, de kernpunten van de kritiek echter nog
altijd overeind staan. De verklaring van Thorbjørn Jagland van de Raad van Europa
dat er “grote vooruitgang” is geboekt en dat het met Hongarije de goede kant op
gaat, getuigt dan ook niet van een diepgaande kennis.
- Volgens de statistieken werken er inmiddels een half
miljoen Hongaren in het buitenland: 300.000 in Groot Brittannië (merendeels
Londen), 100.000 in Duitsland, 50.000 in Oostenrijk en 50.000 in andere
EU-landen. De enige positieve kant: die emigranten hebben volgens de Wereldbank
afgelopen jaar een recordbedrag naar huis gestuurd opdat de familie het hoofd
boven water houdt, namelijk $2,5 miljard. Dat is evenveel als de hele Hongaarse
nationale productie van een week.
Inderdaad,chaos in het onderwijs.Het meest trieste is dat niet allen in het onderwijs maar ook in chaos overal in Hongarije.Geen wonder dat half miljoen jonge mensen naar buitenland vinden een baan om zijn familie helpen te kunnen.De lonen sind laag.Als je hebt een hogere (universiteit)opleiding, en spreek je meer talen krijg je ten hoogste een baan als schoonmaker voor 250 Euro peer maand.De prijzen zij in de sterren hemmel.In dit jaar meer dan 180 mensen bevoren op staart en in hun huizen.De regering zegt dat de grote populistische toespraak.
BeantwoordenVerwijderen