zaterdag 26 juli 2014

Duur, duurder, duurst

Een kleinere en efficiëntere regering, dat beloofde Viktor Orbán zijn kiezers plechtig. Nu heeft Hongarije de allergrootste en allerduurste regering sinds 1990. Vermindering van de staatsschuld, dat beloofde Viktor Orbán zijn kiezers plechtig. Nu stijgt de Hongaarse staatsschuld naar de grootste hoogte sinds 1990 terwijl gezondheidszorg en onderwijs desondanks langzaam over de rand van de afgrond glijden.

Hongarije doet het beter?
Premier Orbán beperkte al snel na zijn aantreden het aantal ministeries tot slechts negen, een feit dat werd gevierd als een ware triomf van efficiëntie en zuinigheid. Maar natuurlijk kun je met negen superministeries een land niet besturen en dus groeide in de afgelopen vijf jaar het aantal staatssecretarissen en plaatsvervangende staatssecretarissen gestaag. Inmiddels zijn er, schrik niet, 54 van de eerste soort en maar liefst 98 tot 100 van de tweede (dat laatste getal is onzeker omdat niet helemaal duidelijk is wie wat doet en waarvoor verantwoordelijk is in dit Hongaarse waterhoofd). Dus heeft Hongarije inmiddels de duurste regering uit zijn recente geschiedenis want al die jongens (de regering telt bijna geen vrouwen) verdienen gezamenlijk zeker 1,5 miljard forint per jaar (5 miljoen euro).

Ook verklaarde Orbán herhaaldelijk dat het verminderen van de staatsschuld misschien wel de voornaamste taak van zijn regering was. Inmiddels staat die schuld op het hoogste niveau ooit, rond de 83%, en verwachten analisten dat dat eind van het jaar 85% zal zijn.

Beide verschijnselen zijn geen wonder met een regering die links en rechts bedrijven en maatschappelijke functies nationaliseert en centraliseert omdat ze vindt dat van alles en nog wat weer door de staat gedaan moet worden: nutsbedrijven (water, gas en elektriciteit), banken (de MKB werd deze week overgenomen van de Bayerische Bank), het vervaardigen en drukken van alle schoolboeken, het bouwen van trucks, bussen en treinen, enz. enz. In een land met een cultuur van efficiency en transparantie zijn dat soort stappen al discutabel, in een partijstaat als Orbanistan met een cultuur van corruptie en nepotisme is het desastreus.

Intussen lopen in bijvoorbeeld de gezondheidszorg, waar de laatste jaren alleen maar bezuinigd is, de schulden van ziekenhuizen volstrekt uit de hand. Velen betalen hun rekeningen voor energie, geneesmiddelen en verbandmiddelen niet of op het aller- aller- allerlaatste moment en ze betalen hun artsen en ander personeel ook maar mondjesmaat (of soms gewoon niet). De uitstaande rekeningen van de ziekenhuizen zijn de afgelopen jaren verviervoudigd naar zo'n 65 miljard forint en de wachtlijsten voor zelfs simpele operaties zijn volledig uit hun voegen gegroeid. De berg aan onbetaalde rekeningen van alle semi-overheidsinstellingen  tezamen (naast ziekenhuizen universiteiten, kinderopvang, musea, bibliotheken enz.) is inmiddels tot in totaal 100 miljard forint gegroeid. Veel universiteiten bijvoorbeeld hebben hun budgetten zien inkrimpen met 25 tot 50%. Nu al staan de beste universiteiten van het land op wereldranglijsten niet hoger dan tussen de plaatsen 500 en 1000 (de meeste Nederlandse universiteiten scoren tussen de 40 en de 140), maar de verwachting is dat ze in de nabije toekomst nog verder zullen afglijden.

Zoals de Fidesz slogan luidt: Magyarország jobban teljesít (Hongarije doet het beter).




Geen opmerkingen:

Een reactie posten