De gemeenteraads- en burgemeestersverkiezingen van afgelopen weekeinde kende
een lage opkomst van 43% (de laagste sinds 1994) en resulteerde
opnieuw bijna overal in een zeer duidelijke overwinning voor Fidesz. De enige plekken waar de oppositie won, waren de
steden Szeged en Salgotárjan en een paar districten in Boedapest. Eilandjes van normaliteit in een bananenrepubliek in wording.

De uitslag heeft twee dingen opnieuw bevestigd. Ten eerste dat een zeer
groot deel zo niet de meerderheid van het Hongaarse electoraat voor een nationalistische,
populistische en autoritaire koers is. En dus stemt een meerderheid steeds weer
of voor Fidesz (degenen die tevreden zijn met en profiteren van het regiem) of voor
Jobbik (voor diegenen die teleurgesteld zijn in de regering en een nog
rechtsradicaler alternatief willen) of blijft weg van de stembus (diegenen die
teleurgesteld zijn maar geen alternatief zien).
De zwaar verdeelde democratische oppositie heeft geen inspirerende visie,
geen geloofwaardig alternatief programma en geen serieuze gezamenlijke strategie. Is het een
wonder dat zelfs hun aanhangers massaal thuis bleven (de opkomst was het
slechtst in de grotere steden, waar de oppositie potentieel het sterkst is). Op
basis van de uitslagen van de nationale en Europese verkiezingen eerder dit
jaar had de oppositie de kans om in 10 tot 12 districten (deelgemeentes) van de
hoofdstad Boedapest te winnen en ook de centrale burgemeesterspost te veroveren
als …. die oppositie één zou zijn. In plaats daarvan werd de links-liberale en
gematigd conservatieve kiezer getrakteerd op een uiterst zwakke campagne, onderling
gekibbel, partijen en persoonlijkheden die liever voor eigen gewin gingen, verwarring
over een gezamenlijke kandidaat laat staan een gezamenlijk programma enz. En
dus veroverde de oppositie in het 'linkse' Boedapest slechts 6 van de 23
deelgemeentes.
Natuurlijk is de oppositie zwaar in het nadeel door de beperkte
mediavrijheid, de gemanipuleerde kiesregels, de oneerlijke partijfinanciering, de gemankeerde
rechtsstaat, de steeds grotere almacht van het regiem in het onderwijs, de
cultuur, de zorg enz. Maar zolang de oppositie onderling verdeeld blijft en vooral kibbelt
over machtsposities, ego’s en eigenbelang, wordt ze nooit een machtsfactor van enige betekenis die het regiem echt kan uitdagen, in verkiezingen of anderszins.
Toch is dat het meest waarschijnlijke scenario. Want de conclusies die vrijwel alle oppositieleiders gisterenavond uit de nederlaag trokken waren het omgekeerde. De oppositiekandidaat voor burgemeester in Boedapest, Lajos Bokros, had uiteraard vrijwel al zijn stemmen te danken aan kiezers van andere oppositiepartijen. Zijn eigen centrumrechtse partijtje MoMa haalt op eigen kracht nog geen 3%. Maar toch proclameerde hij zichzelf en Moma gisterenavond al als de nieuwe grote leider van de oppositie. Pardon? De socialisten op hun beurt verklaarden dat alle andere partijen van de democratische oppositie niet deugen, vooral Ferenc Gyurcsány van de Demokratische Koalitie (DK) niet, en dat zij met niemand meer zullen samenwerken of compromissen sluiten. Het restant van de partij van Gordon Bajnai - Samen-PM - dreigt alweer in tweeën te scheuren en loopt volgens velen op zijn laatste benen, niet in de laatste plaats omdat Gordon Bajnai de partij in feite heeft verlaten en min of meer permanent in Parijs verblijft. De rechtsgroene LMP weigert hoe dan ook al jaren om met wie dan ook samen te werken. De enige partij die een beetje systematisch lijkt te werken aan een programma en de gestage opbouw van een landelijke structuur van onderop is de DK, maar die wordt dus geleid door Gyurcsány. En Gyurcsány mag dan een buitengewoon sluwe politicus zijn met een goed Europees programma en je mag hem een sympathieke man vinden (ik vind dat) maar of je het nu leuk vindt of niet, hij is niet alleen bij rechts maar ook bij links zeer omstreden om wat hij tussen 2006 en 2008 al dan niet heeft gedaan.
Natuurlijk is de toekomst voorspellen koffiedik kijken, maar zoals het nu gaat is het meest waarschijnlijke scenario dat Fidesz nog heel lang in het zadel zit en het regiem mede onder druk van Jobbik eerder meer dan minder autoritair zal worden.
Dus zal ook de EU
zich nu moeten gaan afvragen: wat moeten wij eigenlijk met dit land dat een groot deel van de Europese waardes achterhaald vindt en overboord werpt en hoelang gaan wij nog door met het financieren ervan?