Volgens de Hongaarse krant in Roemenië Magyar Szó (Het
Hongaarse Woord) heeft het bestuur van de christendemocratische EPP fractie in het Europees
Parlement in een vergadering in Dubrovnik gisterenavond besloten dat de
Hongaarse regeringspartij Fidesz een ultimatum krijgt: ofwel ze conformeert
zich binnen een week aan de Europese verzoeken betreffende het Vierde Superamendement op de grondwet ofwel Fidesz wordt
uit de EPP geschorst.
De grondwetsstraat is nu de Fidesz-heeft-altijd-gelijk-straat |
Intussen blijft het Europese conflict escaleren. Commissie voorzitter Manuel Barroso
(EPP) heeft vrijdag een nieuwe kritische brief aan premier Orbán geschreven en het Europees
Parlement vergadert woensdagochtend over “de kwestie Hongarije,” waarbij
mogelijk ook voorstellen op tafel komen om hardere actie tegen de regering
Orbán, te beginnen met een soort parlementair onderzoek (een artikel 7
procedure) om vast te stellen of het land zich aan de democratische normen van
de EU houdt.
Tegelijk lanceren Orbán en zijn ministers de ene na de
andere (persoonlijke) aanval op die Europese politici en instellingen die zich
niet door hen laten overtuigen dat er niets aan de hand is. Daarbij beschuldigen
ze bijvoorbeeld commissaris Viviane Reding (EPP), commissaris Neelie Kroes
(liberalen) maar ook de deskundigen van de Venetië Commissie en het Europees
Parlement zelf ervan bevooroordeeld te zijn en zich te laten meeslepen in een
links-liberaal complot tegen Hongarije. Ook heeft het ministerie van
Buitenlandse Zaken haar ambassades opdracht gegeven actief te reageren als er
in media in hun landen artikelen verschijnen met “feitelijke onjuistheden.” Met
name bij krantenredacties en directies in Duitsland en Oostenrijk zijn de laatste
maanden de nodige klachten neergelegd over het werk van hun redacties en hun Hongarije
correspondenten. En tenslotte heeft de regering een speciale “taskforce” van
juristen opgezet die haar moet bijstaan in het pareren van de Europese aanvallen.
Verder de afgelopen week:
- Judit Király is afgetreden als laatste onafhankelijke lid
van de Monetaire Raad van de Hongaarse Nationale Bank (MNB). Ze wilde daarmee
onderstrepen dat de bank niet langer onafhankelijk werkt, maar een verlengstuk
van de regering is geworden.
- Volgens regeringswoordvoerder Ferenc Kumin treedt de
Hongaarse regering altijd ferm op tegen het antisemitisme en is dat nog eens
bewezen toen premier Orbán begin deze week hoogstpersoonlijk de motordemonstratie
“Geef Gas” verbood die een extreemrechtse motorclub wil houden op 21 april
a.s., de dag van de Holocaust herdenking. Het behoeft hier geen betoog dat
“Geef Gas, Handen af van ons Vaderland en onze Huizen” antisemitisch,
provocerend en uitermate onsmakelijk is. De “Hongaarse Motorrijders Beweging” wil
tijdens een motortocht op de 21e ook de Joodse wijk van Boedapest aandoen
terwijl daar de “Mars der Levenden” wordt gehouden ter herdenking van de
Holocaust.
De politie had “Geef Gas” niet verboden omdat ze dat volgens
de bestaande wetgeving niet kan. Joodse organisaties waren uiteraard zeer
verontwaardigd en premier Orbán droeg vervolgens in het parlement hoogstpersoonlijk
de minister van binnenlandse zaken op alsnog een politieverbod uit te
vaardigen. Dat nu door de motorclub voor de rechter wordt aangevochten, want de
Hongaarse wet staat zo’n verbod nu eenmaal niet toe.
De gang van zaken is tekenend voor de machtsverhoudingen
zoals die inmiddels zijn ontstaan, aldus mensenrechtenorganisaties TASZ. Naarmate
de premier iets bevalt of niet bevalt, geeft hij opdrachten, zelfs al zijn die
in strijd met de wet en het recht. Terwijl echt goede wetgeving die dit soort
problemen voorkomt en waarmee rechtbanken iets kunnen doen, nog altijd
ontbreekt. Misschien zou het verstandiger zijn om wetgeving te ontwerpen die
deze motorrijders wel toestaat hun mening te uiten, hoe verwerpelijk hun mening
ook is, maar niet op het tijdstip en de plek die zij willen omdat dat de
openbare orde in gevaar brengt en het recht van anderen op een vreedzame
demonstratie in het gedrang brengt?
Bovendien is één zo’n groots gebaar mooi voor de Bühne, maar
verhult het niet dat premier Orbán en Fidesz als partij zich nooit consequent
bij het antisemitische kamp scharen. Want in hun cynische pogingen om iedereen
die zich tot rechts rekent – ook de antisemieten – te vriend te houden, tolereren
en steunen ze met grote regelmaat allerlei extreemrechtse figuren en werken ze
bij tal van gelegenheden ook met hen samen. Een greep uit de afgelopen maand:
* in de deelgemeente
Ujpest vond een 15 maart herdenking plaats waarbij naast de Fidesz burgemeester
prominent twee mannen stonden in het uniform van de nieuwe Magyar Gárda, een
verboden paramilitaire organisatie van extreemrechts. De Fidesz burgemeester
van een andere deelgemeente in Boedapest nam diezelfde nationale feestdag deel
aan een bijeenkomst van Jobbik. Jobbik is de partij die op 4 mei als het Joodse
Wereld Congres in Budapest vergadert een
manifestatie zal houden tegen “de Judeo-Bolshevistische , anti-Christelijke en
anti-Hongaarse terreur en zijn Joodse leiders tussen 1919 en 1945.”
* de door Fidesz gecontroleerde publieke zender Duna TV bestelde
voor 300.000 euro aan programma’s bij TV productiefirma Dextramedia.
Dextramedia heeft nauwe banden met extreemrechtse politici, produceert ook
materiaal voor radicaal rechtse private TV zenders zoals Hir TV en Echo TV en
maakte voor het aan Jobbik gelieerde N1TV ondermeer een lovende film over de
staatsman Adolf Hitler, ‘tegen wiens nagedachtenis “een heksenjacht” wordt
gevoerd.’ Ook bleek dat Beatrix Siklósi, die bekend staat om haar
extreemrechtse opvattingen en daar op sociale media ook geen geheim van maakt,
een hoge adviesfunctie heeft bij het publieke mediabedrijf MTVA. Maar ze is bepaald niet de enige uit
die hoek met een functie bij de ‘publieke’ omroep.
* in maart benoemde de Fidesz regering de jurist Imre Juhász
als ‘rechter’ in het Grondwettelijk Hof. Júhász geldt als een openlijke sympathisant
van Jobbik en het is dan ook geen wonder dat Jobbik in het parlement deze benoeming
steunde.
* ik meldde al eerder dat minister Balog Zoltán een paar
weken terug hoge staatsonderscheidingen gaf aan diverse bekende rechtsextreme
figuren, waaronder een journalist en een popmusicus. Toen er veel ophef over
ontstond, vroeg en kreeg hij van de journalist de onderscheiding terug, maar de
onderscheiding van de betreffende gitarist staat nog steeds. Naar aanleiding
van die affaire kwam een krant met het
bericht dat minister Navracsics van justitie vorig jaar ook al een hoge onderscheiding
had verleend aan Imre Szabó, een van de voornaamste medewerkers van kuruc.info,
een neonazistische Hongaarse website die vanuit de VS opereert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten