woensdag 12 oktober 2011

Wispelturig



Het beheer van een goedlopend theater in Boedapest wordt in handen gelegd van een duo extreemrechtse idioten, het economisch beleid van de regering Orbán is ook volgens conservatieve critici volledig mislukt en oud president László Solyóm betitelt de zittende regering als een “onconstitutioneel regiem.”

Bevalt het systeem niet? Demonstratie.
De Fidesz burgemeester van Boedapest heeft een uitgesproken extreemrechtse acteur en een voormalige extreemrechtse politicus van 77 jaar benoemd tot respectievelijk artistiek en economisch directeur van Het Nieuwe Theater in de hoofdstad. Dit tegen het uitdrukkelijke wens van zes van de acht leden van de sollicitatiecommissie die de zittende directeur wilden herbenoemen (alleen de twee politieke leden van de commissie – afgevaardigden van stad en regering – waren daar tegen).
Het Nieuwe Theater is niet groots en vernieuwend, maar het is geliefd bij het publiek en financieel rendabel. Dat gaat ongetwijfeld veranderen. De nieuwe directieleden verklaren in hun eigen woorden “de oorlog aan het liberale vermaak dat is gezonken tot het niveau van het bordeel.” De twee radicaalrechtsen willen terug naar het echte, nationale en Hongaars drama. Het probleem is dat de kwaliteit daarvan niet al te hoog is en het publiek ervoor schaars. Dus de uitkomst is voorspelbaar: ouderwets nationalistisch theater, lege zalen, financiële problemen.
Waarom Fidesz het Nieuwe Theater aan deze twee heren wenst te geven, is een raadsel. Het is wellicht een politieke manoeuvre tegen Jobbik, de grotere extreemrechtse partij waarvan dit duo geen lid is, zo speculeren linkse kranten.

Verder deze week:

- Volgens het gerespecteerde Hongaarse economische onderzoeksinstituut GKI zit de economische politiek van de Fidesz regering “op een doodlopend spoor.” De vooruitzichten voor het komend jaar zijn zeer somber (dalende lonen, dalende consumptie, dalende investeringen, nog meer bezuinigingen). Dat is slechts ten dele het resultaat van de crisis in Europa, waar premier Orbán alle schuld legt, maar het gevolg van “wispelturig economisch beleid en het ontbreken van sociale en vakmatige consultatie,” aldus het GKI.
Dit vernietigende oordeel wordt ook gedeeld door tal van conservatieve economen, ondermeer Péter Ákos Bod, minister van economische zaken in een vorige conservatieve regering. Volgens hem heeft het economisch beleid van de Fidesz regering gefaald en zouden daar personele gevolgen uit getrokken moeten worden, waarmee hij ongetwijfeld doelde op het aftreden van de huidige minister van Economische Zaken.

- László Sólyom, de voormalige gematigd conservatieve president die anderhalf jaar geleden nog zo blij was toen Fidesz de verkiezingen overweldigend won, uitte op een congres van geschiedenisleraren fellere kritiek op de regering Orbán dan ooit tevoren. Hij zei ondermeer dat “het regiem … niet langer een grondwettelijke staat is” ondermeer omdat de nieuwe grondwet serieuze tekortkomingen vertoont en de bevoegdheden van het Grondwettelijke Hof dusdanig zijn ingeperkt dat er gebieden zijn waarin de macht van de regering niet langer kunnen worden ingeperkt. Solyóm’s woede hoeft niet te verbazen, hij was immers in 1989/1990 de voornaamste auteur van de grondwet die nu met zoveel verachtig door Fidesz terzijde is geworpen en hij was de eerste voorzitter van het nieuwe Grondwettelijk Hof wier macht door Fidesz nu zo is beknot. 

- Fidesz kwam deze week met een vernieuwd voorstel voor een nieuwe kieswet, misschien wel de meest cruciale wetgeving die de regering Orbán de komende maanden door het Parlement wil loodsen. Later meer hierover, maar de teneur is duidelijk: er worden zoveel mogelijk blokkades opgeworpen om succesvolle deelname door kleine en nieuwe partijen te verhinderen en diverse nieuwe constructies bedacht die een overwinning van Fidesz –ondanks zwaar teruggelopen populariteit – zo waarschijnlijk mogelijk moeten maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten