woensdag 25 juli 2012

Een beproefd recept


Vorige week liet het openbaar ministerie in Hongarije weten dat het een aanklacht wegens corruptie en bedrog tegen oud premier Ferenc Gyurcsány in de zogenaamde Sukoro zaak heeft laten vallen „wegens gebrek aan bewijs.” Het zoveelste met veel bombarie en tromgeroffel gepresenteerde „schandaal” waarin oppositionele politici betrokken zouden zijn en dat vervolgens – veel later – in alle stilte van tafel verdwijnt. Maar intussen is de reputatie van een politieke tegenstander zwaar beschadigd. Het is een beproefd recept geworden.

Precies hetzelfde overkwam een groep filosofen in Boedapest, waaronder Agnes Heller, die zware kritiek uitten op de conservatieve Orbán revolutie. Anderhalf jaar geleden stonden de rechtse media opeens vol verhalen dat zij op grote schaal overheidssubsidie hadden misbruikt voor persoonlijke doeleinden. Vertegenwoordigers van Fidesz spraken er schande van en het openbaar ministerie startte een onderzoek. Het onderzoek is een tijdje geleden stilzwijgend stopgezet omdat er geen enkel bewijs was. De filosofen in kwestie werden overigens niet van die stap op de hoogte gesteld, maar kwamen daar bij toeval achter.
Het projectplan van het Sukoró casino

Ook de Sukoro zaak had vanaf het begin alle kenmerken van een politieke aanklacht. In het kort: een groep Israëlische investeerders wilde bij het Velencemeer bij Boedapest een groot casinocomplex bouwen. Ze kochten land aan de oever en uiteindelijk hadden ze ook een gesprek met premier Gyurcsány, waarin ze hun plan presenteerden. Nu waren er goede argumenten om tegen het plan te zijn – er zou een prachtig stuk natuurgebied verloren gaan en wat moet het land met weer zo’n megalomaan gokproject – maar de regering Gyurcsány was positief omdat het een miljardeninvestering in euros betrof die een paar duizend banen kon opleveren. Toen Fidesz in 2010 aan de macht kwam werd het project niet alleen stopgezet, maar werden er in de rechtse pers en de staatsmedia en door Fidesz politici ook beschuldigingen gelanceerd dat er sprake was van corruptie en gesjoemel met contracten waardoor de Hongaarse overheid miljarden forint financiële schade had geleden. Het OM begon een onderzoek en zette diverse betrokkenen ernstig onder druk om te verklaren dat Gyurcsány persoonlijk bij het project betrokken was en het door had willen drukken (ze weigerden). En steeds weer die boodschap in de media: corrupt, corrupt, corrupt. En dan wordt het onderzoek opeens in alle stilte stopgezet omdat er zelfs geen flinter van bewijs is.

Nog zo’n zaak: de centrumrechtse partij MDF – ooit een concurrent van Fidesz en Orbán – en het UD schandaal. Een paar jaar terug kreeg het MDF bestuur een CD toegespeeld met opnames van telefoongesprekken tussen een zeer machtige Hongaarse bankier met rechtse sympathieën en mensen van beveiligingsbedrijf UD. Uit die opnames werd niet alleen duidelijk dat het beveiligingsbedrijf illegaal MDF politici afluisterde en betrokken was bij interne partijtwisten, maar ook dat dat met medeweten en op verzoek van hoge Fidesz politici was gebeurd. Het MDF bracht de opnames in het openbaar en … werd vervolgens door het OM aangeklaagd wegens aantasting van de goede naam van UD. Jarenlang sleepte het proces zich voort. Uiteindelijk werd de partij door een rechtbank vrijgesproken, maar wat kopen we daarvoor, aldus voormalig partijleidster Ibolya David? De schade aan onze reputatie was gedaan en we verloren de verkiezingen van 2010, Fidesz had zijn doel allang bereikt.

De lijst van dit soort zaken is aanzienlijk langer. Fidesz stelde in 2010 zelfs een aparte regeringscommissaris aan die als enige taak had alle corruptieschandalen van de vorige linkse regeringen, die er volgens Fidesz volop waren, bloot te leggen en hen voor het gerecht te slepen. Tot op de dag van vandaag heeft die commissaris niet één enkele zaak met succes aangebracht. Maar dat geeft niet. De beschuldigingen worden gelanceerd, de onderzoeken houden “het schandaal” levend en de schade aan de politieke tegenstander is maximaal.

Natuurlijk wil dat niet zeggen dat er geen corruptie was onder de vorige regeringen. Die was er en daar is tot op de dag van vandaag onvoldoende verantwoording voor afgelegd door de socialisten. Hoe ernstig het was is moeilijk te zeggen. Dat valt misschien nog het best af te lezen uit de onderzoeken van Transparency International.  Dat plaatst Hongarije al jaren ergens tussen West-Europa aan de ene kant en Roemenie, Bulgarije of Griekenland aan de andere (en TI concludeert nu overigens dat het de laatste twee jaar erger wordt en dat de staat gekaapt is door privébelangen).

Maar door de hetzecampagnes in de rechtse en overheidsmedia, de schandalige politisering van elke zaak door regeringspartij Fidesz en de ontegenzeggelijke partijdigheid van het openbaar ministerie, dat wordt geleid door een zeer machtige Fidesz vertrouweling, is het voor een buitenstaander nog moeilijker dan anders om te beoordelen wat in elk concreet geval waar is en wat niet, wat recht is en wat niet, en wie een eerlijk en onafhankelijk oordeel velt en wie niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten