maandag 22 augustus 2011

Apathie


De voornaamste bedreiging voor de democratie in Hongarije is de politieke apathie van de Hongaarse bevolking, meent de liberaal conservatieve politieke analist Zoltán Somogyi. Als de kiezers niet geïnteresseerd zijn in de democratische instituties, kan de democratie niet gered worden. Het echte probleem, meent hij, is dat de kiezers zich massaal van de politiek hebben afgewend. Hij verwijst daarbij ondermeer naar het groeiende percentage kiezers dat in opiniepeilingen aangeeft geen idee te hebben op wie te stemmen.

Deze groeiende onverschilligheid is een erfenis van de communistische tijd onder János Kádár, waarin er een ongeschreven overeenkomst bestond tussen de heersende communistische elite en het volk. De burgers hielden zich buiten de politiek en bemoeiden zich niet met het reilen en zeilen van de politici. In ruil daarvoor bemoeide de elite zich niet met hun dagelijks leven dat de meeste Hongaren (een kleine groep dissidenten uitgezonderd) in relatieve vrijheid doorbrachten: weinig censuur, een gegarandeerd sociaal minimum voor iedereen, een weekeindhuisje aan het Balaton, reizen naar het buitenland.
“Precies deze modus vivendi die de vrolijkste barak van het socialistische blok in stand hielp houden, schaadt nu de democratie,” aldus Somogyi. Want als er geen publieke woede is, zijn politici vrij om te doen wat ze willen. De onmacht van de huidige oppositiepartijen MSZP en LMP draagt bij aan deze groeiende onverschilligheid bij het grote publiek, meent hij. “Er zijn een miljoen gematigde liberalen en conservatieven in dit land die geen partij hebben waar ze zich achter kunnen scharen.” Let wel, Somogyi was de verkiezingsstrateeg achter het liberaalconservatieve MDF. Die partij probeerde vorig jaar een rationeel alternatief te vormen voor de populistische koers van Fidesz en Jobbik maar leed een smadelijke nederlaag en slaagde er niet in de 5% kiesdrempel te halen.

Verder de afgelopen weken:
- Vertegenwoordigers van de Fidesz regering hebben diverse suggesties gedaan die erop neerkomen dat voormalige linkse premiers eigenlijk gerechtelijk vervolgd zouden moeten worden voor het feit dat de staatsschuld van Hongarije de afgelopen tien jaar is gegroeid tot boven de 80%. Een parlementaire commissie van Fidesz mensen heeft de kwestie onderzocht en de onderzoeksresultaten overhandigd aan het openbaar ministerie, dat nu bekijkt of vervolging mogelijk is. Het zou waarschijnlijk een nieuwe rel met Europa opleveren als een premier voor zijn politieke handelen in het verleden juridisch vervolgd wordt. Maar het kan natuurlijk ook gewoon populistisch geblaf zijn.
- Volgens de Amerikaanse politicoloog en Hongarije experts Charles Gati wordt de verkiezingswet die Fidesz in de komende maanden aan wil nemen een testcase. Als die wet belangrijke obstakels opwerpt voor een democratische machtsovername door de oppositie, dan zijn tegenmaatregelen van de VS niet uitgesloten. “Daarover hoeven geen illusies te bestaan; het zal onder investeerders niet onopgemerkt blijven als de regering van de VS verklaart dat het Hongarije niet langer als een stabiele democratie beschouwt,” aldus Gati.
Toeschouwers bij het optreden van Saga
- Op een festival van rechtsradicalen vlakbij Boedapest riep een spreker het publiek op om “de trekker van het machinegeweer over te halen” als ze een Jood zagen of “iemand met een andere huidskleur.” De man betoogde dat er een rassenoorlog (tegen de zigeuners) gaande was en dat iedereen klaar moest staan om te doden en zijn leven te geven voor de blanke Hongaarse natie. Het publiek reageerde met applaus. De spreker is lid van een van de diverse neonazistische clubjes die verbonden zijn met Jobbik. Er zaten in het publiek ook diverse parlementariërs van Jobbik, maar die weigerden zich van “hun vriend” te distantiëren. Ook de partijleiding van Jobbik deed dat niet. De politie trad evenmin op, hoewel er op het festival alom en openlijk geleurd wordt met nazistische parafernalia (buttons, T-shirts, stickers, Mein Kampf enz), wat bij wet verboden is. Het festival wordt georganiseerd door de burgemeester (!) van het dorpje Veröce (45 km ten noorden van Boedapest en 15 km ten noorden van Vác). Het trekt duizenden bezoekers waaronder talloze neonazi’s uit heel Europa. Een van de topattracties was de Zweedse zangeres Saga, door wier White Power muziek Anders Breivik zich zo geïnspireerd voelde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten