zaterdag 13 april 2013

Ruzie met de Europese Christendemocraten



Volgens de Hongaarse krant in Roemenië Magyar Szó (Het Hongaarse Woord) heeft het bestuur van de christendemocratische EPP fractie in het Europees Parlement in een vergadering in Dubrovnik gisterenavond besloten dat de Hongaarse regeringspartij Fidesz een ultimatum krijgt: ofwel ze conformeert zich binnen een week aan de Europese verzoeken betreffende het Vierde Superamendement op de grondwet ofwel Fidesz wordt uit de EPP geschorst.

De grondwetsstraat is nu de Fidesz-heeft-altijd-gelijk-straat
Natuurlijk zal premier Orbán, die dinsdag aanwezig zal zijn bij de zitting van de voltallige EPP fractie in Straatsburg,  reageren met de nodige verzekeringen dat alles goed zal komen, dat er niets aan de hand is en dat hij bepaalde passages in de (grond)wet wel wil wijzigen: rekken traineren, marchanderen. Maar het begint er steeds meer op te lijken dat hij er niet langer van uit kan gaan dat de Europese christendemocraten hem niet (openlijk) zullen laten vallen en daarmee komt hij in Europa heel zwak te staan.
Intussen blijft het Europese conflict escaleren. Commissie voorzitter Manuel Barroso (EPP) heeft vrijdag een nieuwe kritische brief aan premier Orbán geschreven en het Europees Parlement vergadert woensdagochtend over “de kwestie Hongarije,” waarbij mogelijk ook voorstellen op tafel komen om hardere actie tegen de regering Orbán, te beginnen met een soort parlementair onderzoek (een artikel 7 procedure) om vast te stellen of het land zich aan de democratische normen van de EU houdt.
Tegelijk lanceren Orbán en zijn ministers de ene na de andere (persoonlijke) aanval op die Europese politici en instellingen die zich niet door hen laten overtuigen dat er niets aan de hand is. Daarbij beschuldigen ze bijvoorbeeld commissaris Viviane Reding (EPP), commissaris Neelie Kroes (liberalen) maar ook de deskundigen van de Venetië Commissie en het Europees Parlement zelf ervan bevooroordeeld te zijn en zich te laten meeslepen in een links-liberaal complot tegen Hongarije. Ook heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken haar ambassades opdracht gegeven actief te reageren als er in media in hun landen artikelen verschijnen met “feitelijke onjuistheden.” Met name bij krantenredacties en directies in Duitsland en Oostenrijk zijn de laatste maanden de nodige klachten neergelegd over het werk van hun redacties en hun Hongarije correspondenten. En tenslotte heeft de regering een speciale “taskforce” van juristen opgezet die haar moet bijstaan in het pareren van de Europese aanvallen.

Verder de afgelopen week:

- Judit Király is afgetreden als laatste onafhankelijke lid van de Monetaire Raad van de Hongaarse Nationale Bank (MNB). Ze wilde daarmee onderstrepen dat de bank niet langer onafhankelijk werkt, maar een verlengstuk van de regering is geworden.

- Volgens regeringswoordvoerder Ferenc Kumin treedt de Hongaarse regering altijd ferm op tegen het antisemitisme en is dat nog eens bewezen toen premier Orbán begin deze week hoogstpersoonlijk de motordemonstratie “Geef Gas” verbood die een extreemrechtse motorclub wil houden op 21 april a.s., de dag van de Holocaust herdenking. Het behoeft hier geen betoog dat “Geef Gas, Handen af van ons Vaderland en onze Huizen” antisemitisch, provocerend en uitermate onsmakelijk is. De “Hongaarse Motorrijders Beweging” wil tijdens een motortocht op de 21e ook de Joodse wijk van Boedapest aandoen terwijl daar de “Mars der Levenden” wordt gehouden ter herdenking van de Holocaust.
De politie had “Geef Gas” niet verboden omdat ze dat volgens de bestaande wetgeving niet kan. Joodse organisaties waren uiteraard zeer verontwaardigd en premier Orbán droeg vervolgens in het parlement hoogstpersoonlijk de minister van binnenlandse zaken op alsnog een politieverbod uit te vaardigen. Dat nu door de motorclub voor de rechter wordt aangevochten, want de Hongaarse wet staat zo’n verbod nu eenmaal niet toe.
De gang van zaken is tekenend voor de machtsverhoudingen zoals die inmiddels zijn ontstaan, aldus mensenrechtenorganisaties TASZ. Naarmate de premier iets bevalt of niet bevalt, geeft hij opdrachten, zelfs al zijn die in strijd met de wet en het recht. Terwijl echt goede wetgeving die dit soort problemen voorkomt en waarmee rechtbanken iets kunnen doen, nog altijd ontbreekt. Misschien zou het verstandiger zijn om wetgeving te ontwerpen die deze motorrijders wel toestaat hun mening te uiten, hoe verwerpelijk hun mening ook is, maar niet op het tijdstip en de plek die zij willen omdat dat de openbare orde in gevaar brengt en het recht van anderen op een vreedzame demonstratie in het gedrang brengt?
Bovendien is één zo’n groots gebaar mooi voor de Bühne, maar verhult het niet dat premier Orbán en Fidesz als partij zich nooit consequent bij het antisemitische kamp scharen. Want in hun cynische pogingen om iedereen die zich tot rechts rekent – ook de antisemieten – te vriend te houden, tolereren en steunen ze met grote regelmaat allerlei extreemrechtse figuren en werken ze bij tal van gelegenheden ook met hen samen. Een greep uit de afgelopen maand:
*  in de deelgemeente Ujpest vond een 15 maart herdenking plaats waarbij naast de Fidesz burgemeester prominent twee mannen stonden in het uniform van de nieuwe Magyar Gárda, een verboden paramilitaire organisatie van extreemrechts. De Fidesz burgemeester van een andere deelgemeente in Boedapest nam diezelfde nationale feestdag deel aan een bijeenkomst van Jobbik. Jobbik is de partij die op 4 mei als het Joodse Wereld Congres  in Budapest vergadert een manifestatie zal houden tegen “de Judeo-Bolshevistische , anti-Christelijke en anti-Hongaarse terreur en zijn Joodse leiders tussen 1919 en 1945.”
* de door Fidesz gecontroleerde publieke zender Duna TV bestelde voor 300.000 euro aan programma’s bij TV productiefirma Dextramedia. Dextramedia heeft nauwe banden met extreemrechtse politici, produceert ook materiaal voor radicaal rechtse private TV zenders zoals Hir TV en Echo TV en maakte voor het aan Jobbik gelieerde N1TV ondermeer een lovende film over de staatsman Adolf Hitler, ‘tegen wiens nagedachtenis “een heksenjacht” wordt gevoerd.’ Ook bleek dat Beatrix Siklósi, die bekend staat om haar extreemrechtse opvattingen en daar op sociale media ook geen geheim van maakt, een hoge adviesfunctie heeft bij het publieke mediabedrijf  MTVA. Maar ze is bepaald niet de enige uit die hoek met een functie bij de ‘publieke’ omroep.
* in maart benoemde de Fidesz regering de jurist Imre Juhász als ‘rechter’ in het Grondwettelijk Hof. Júhász geldt als een openlijke sympathisant van Jobbik en het is dan ook geen wonder dat Jobbik in het parlement deze benoeming steunde.
* ik meldde al eerder dat minister Balog Zoltán een paar weken terug hoge staatsonderscheidingen gaf aan diverse bekende rechtsextreme figuren, waaronder een journalist en een popmusicus. Toen er veel ophef over ontstond, vroeg en kreeg hij van de journalist de onderscheiding terug, maar de onderscheiding van de betreffende gitarist staat nog steeds. Naar aanleiding van die affaire kwam  een krant met het bericht dat minister Navracsics van justitie vorig jaar ook al een hoge onderscheiding had verleend aan Imre Szabó, een van de voornaamste medewerkers van kuruc.info, een neonazistische Hongaarse website die vanuit de VS opereert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten