woensdag 17 april 2013

Weg van Europa



In de conservatieve kranten Die Welt, FAZ en Kurir zette Orbán deze week uitgebreid uiteen dat hij het maatschappelijke, economische en democratische model van “het oude Europa” overleefd vindt en dat hij een andere kant op wil. Hij uitte deze gedachten de afgelopen jaren al eens tegenover zijn eigen aanhang, maar dit is voor het eerst dat hij het zo duidelijk en omstandig deed tegenover West-Europese journalisten.  Zoals hij zelf zegt: dit, en niet de eindeloze discussies over allerlei wetjes, regels en andere detailpunten, is “de kern van de zaak.”

In de interviews met de genoemde conservatieve kranten benadrukt Orbán dat hij met Hongarije een heel andere kant op wil dan wat in Europa als normaal en gebruikelijk wordt beschouwd. “Wij doen niet hetzelfde als in het oude West-Europa. De grondwet, onze economische politiek en andere regels die we hebben geïntroduceerd, dat alles wijkt af van wat in veel westerse landen gebruikelijk is. (…) We werken aan de opbouw van een maatschappelijk en economisch model. Dat is gebaseerd op een zeer duidelijke visie die van de regering vastberaden stappen en politieke doortastendheid vereist. Op het moment zit Europa in een crisis van het sociale en economische systeem. (…) Er zijn verschillende nationale antwoorden op die crisis. Ons antwoord is dat het Europese economische en sociale model in ieder geval hier in Hongarije niet overeind te houden is. Dat model kwam hier eerlijk gezegd ook nooit werkelijk van de grond."
In het 'nieuwe' model van Orbán is een veel grotere rol weggelegd voor de staat in de economie en het maatschappelijke en culturele leven. "Markt en overheid zijn beiden onontbeerlijk. De vraag is hoe ze zich tot elkaar moeten verhouden. In onze veranderde wereld is het Europese model niet langer in staat de concurrentie aan te gaan omdat het de verhouding tussen overheid en markt verkeerd verdeelt en het niet over de kracht beschikt om de bevoegdheden van beiden opnieuw in te richten.”
Het is ook interessant om te zien hoe Orbán, hoewel hij altijd ontkent dat wat Hongarije allemaal doet afwijkt van wetgeving in andere EU landen, tegelijk zegt dat hij een andere benadering heeft van het begrip democratie dan in Europa gebruikelijk (en in EU-verdragen vastgelegd). In zijn model is het zo dat "de door het volk gekozen vertegenwoordigers beslissingen nemen en dat men dat democratie noemt." Het is juist ondemocratisch, zegt hij, dat de macht van de partij die de meerderheid vertegenwoordigt wordt ingeperkt door allerlei instituties en 'checks and balances.' "Want de zekerheid van de democratie ligt niet bij een Grondwettelijk Hof of het parlement, ze berust bij het volk zelf. (…) Ik ben niet van mening dat men de democratie met instituties tegen het volk moet beschermen.” Het verwijt dat Fidesz met de nieuwe grondwet, allerlei “kardinale” wetten en veel personele benoemingen het regeringsbeleid voor hele lange tijd in beton giet en het dus eventuele andere regeringen in de toekomst onmogelijk maakt eigen beleid te voeren, ontkent hij eigenlijk ook niet. Zijn antwoord is slechts: “Alle partijen hebben de kans om een twee derde meerderheid te bereiken, precies zoals wij dat gedaan hebben.”
In de interviews schermde Orbán zoals gebruikelijk met het mandaat dat hij in 2010 van “het volk” gekregen zou hebben. Maar in kan het niet vaak genoeg herhalen: hij kreeg 53% van de stemmen resulterend in 67% van de zetels, wat dus betekent dat 47% van de Hongaren het niet met hem eens was. Bovendien heeft hij deze prachtige nieuwe ideeën destijds nooit aan de kiezers voorgelegd. In de verkiezingscampagne van 2010 – waarin Fidesz consequent weigerde aan welk debat dan ook mee te doen en er geen enkel verkiezingsdebat op TV was – was er geen enkele sprake van nieuwe maatschappelijke of economische systemen, een nieuw model van democratie of een andere weg dan de rest van Europa. Zoals Orbán vóór die verkiezingen ook nooit heeft gezegd dat hij de grondwet zou gaan wijzigen als hij een 2/3 meerderheid zou krijgen en hij daar toen hij dat toch deed ook geen referendum over wilde houden.
3. Natuurlijk staat het een ieder EU lid te allen tijde vrij het debat over allerlei uitgangspunten, basiswaarden en spelregels van de economie en de democratie in de EU aan te gaan. Maar intussen in eigen land de Europese spelregels al vast laten voor wat ze zijn, dat is heel wat anders. Daarmee schendt Fidesz het EU toetredingsverdrag uit 2004 en het Lissabon akkoord uit 2007, beiden door Hongarije ondertekend.


Verder de afgelopen dagen:

* Na de boze brief van Barroso op vrijdag de 12e reageerde Orbán direct met een brief dat alles in orde zou komen en op maandag de 15e diende minister van justitie een wetsontwerp in met een tweetal wetswijzigingen die, zo heet het, aan de bezwaren van Europa tegemoet komen. Maar is dat ook zo? Een eerste bezwaar was dat er met het zogenaamde vierde superamendement nu in de grondwet staat dat partijen tijdens verkiezingscampagnes geen advertenties mogen plaatsen in commerciële media. De concessie is nu dat die regel niet geldt voor de Europese verkiezingen (maar dus wel voor de Hongaarse parlementsverkiezingen). Het tweede bezwaar was dat volgens de grondwetswijziging het hoofd van het Nationale Gerechtelijke Bureau (u weet wel, die huisvriendin van de Orbáns) het recht heeft om naar eigen discretie rechtszaken aan andere rechtbanken toe te wijzen. De concessie is dat dit niet geldt voor zaken die met het Europese recht van doen hebben (maar dus wel met alle andere rechtszaken, zoals vermeende corruptie e.d.). Tot slot: beide ‘concessies’ hebben de status van een gewone wet, maar in de grondwet wordt niets gewijzigd.

* In Györ demonstreerden op 13 april 70 Hongaarse en Duitse neonazi’s in de binnenstad “tegen de misdaden van de geallieerden.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten