
Intussen maakt premier Orbán er geen geheim van dat hij banken over wil nemen; niet tijdelijk als noodoplossing maar permanent, omdat hij vindt dat minimaal 50% van de sector in “Hongaarse” handen moet zijn (nu is 90% van de sector eigendom van een hele reeks internationale bankconsortia). De voorbereidingen daarvoor gaan onverminderd door, afgelopen week met de nationalisatie van de kleine coöperatieve spaarbanken van het land. De Hongaarse overheid neemt daar een aandeel in en dwingt ze tot nationale samenwerking, waarin ook het postbedrijf betrokken wordt. Zo wordt een nieuwe nationale speler gecreëerd. Ook nam de overheid een 50% aandeel in twee kleine banken die eigendom zijn van twee oligarchen. Zodat er, als straks de ING of de CIB of welke andere bank dan ook de pijp aan Márton geeft, een staatsbank klaarstaat om de boel over te nemen.
Het is inmiddels een veel gehanteerd recept. De (internationale) energiemaatschappijen, die Orbán ook in staatshanden wil zien, worden met allerlei extra belastingen en dwangwetgeving ook onder grote druk gezet. E.ON is de eerste die nu heeft verkocht, het is een kwestie van tijd tot anderen volgen (er gaan al geruchten over het vertrek van TiGáz). Er wordt nu gedreigd met de invoering van een advertentiebelasting die vooral de twee grote onafhankelijke commerciële TV zenders (RTL en TV2) treft. Met name TV 2, dat al jaren verliesgevend is, zou overwegen om te verkopen en onder insiders gaat het gerucht dat een aan Fidesz gelieerd mediabedrijf klaar staat om de boel over te nemen. Een zelfde lot wacht zelfs mogelijk het links-liberale dagblad Népszabadság. De door Fidesz geïnstalleerde mediaraad heeft de uitgevers Ringier en Springer verboden om in Hongarije hun kranten samen te voegen (iets wat elders in de regio wel gebeurt). De vraag is echter hoe lang Ringier, eigenaar van Népszabadság, de verliesgevende krant nog kan en wil financieren. Een van de potentiële kopers is een aan Fidesz gelieerde onderneming.
En zo groeit de macht van het Fidesz netwerk in de economie gestaag. Transparency International wees een jaar geleden op dit nieuwe verschijnsel dat ze “state capture” noemde: een economische belangengroep die de overheid overneemt en gebruikt ten eigen bate. Bálint Magyar, liberaal politicus en voormalig minister van onderwijs, gebruikt in een recent artikel zelfs de harde woorden: “een postcommunistische maffiastaat.” In zijn optiek is dit het eigenlijke doel van de hele operatie: Fidesz gebruikt haar politieke almacht voor het creëren van een geheel nieuwe economische en heersende elite bestaande uit haar eigen netwerk van aanhangers en vrienden (zie ook de tabakswinkels, de landbouwgrond affaires, het massaal toewijzen van openbare uitschrijvingen aan bevriende bedrijven enz. enz.). Zoiets is na vier jaar al moeilijk meer terug te draaien, laat staan na acht of twaalf jaar. “Social engineering” in de 21e eeuw.