zondag 13 februari 2011

Wiens grondwet?

Een grondwet dient gebaseerd te zijn op brede consensus in de maatschappij en hoort algemene waarden te vertegenwoordigen. Het mag dus niet een document van één partij zijn, zo verklaarde Pamela Quanrud, topambtenaar van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, tijdens een conferentie in Washington geweid aan het streven van de regering Orbán om op korte termijn een nieuwe grondwet voor Hongarije te ontwerpen.  “We houden wat er in Hongarije gebeurt nauwgezet in de gaten,” zo voegde ze er waarschuwend aan toe.

Soortgelijke geluiden zijn ook in Europese kring te horen en je merkt dat Orbán c.s. het daar niet gemakkelijk mee hebben. Er is al genoeg internationale commotie, onder andere rond de mediawet, het avonturistische economisch beleid, de vestiging van een partijstaat en het culturele beleid (jawel, de lijst begint lang te worden), en ze zitten niet te wachten op weer een internationale rel. En die zit er wel aan te komen, want dat is precies waar het proces tot nu toe op aan lijkt te koersen: een pure Fidesz grondwet.

Op 10 november 2009 zei Orbán nog dat “het opstellen van een nieuwe grondwet niet het werk is van één partij…het is een veel belangrijker en verstrekkender kwestie.”  Maar na de verkiezingen van mei 2010 en zijn “twee-derde revolutie” veranderde zijn toon volledig. Niet alleen moest er een geheel nieuwe grondwet komen omdat de oude communistisch zou zijn (onzin, de oude is voor 99% het resultaat van de omwenteling van 1989/1990), maar dat moest ook nog eens op een holletje.
Eerst was er sprake van eind 2011 of begin 2012, toen werd dat zomer 2011 en vervolgens zelfs 15 maart (nationale herdenking van de opstand tegen het Habsburgse keizerrijk in 1848).  Acht maanden om een nieuwe grondwet te ontwerpen klinkt al niet erg serieus. Maar vervolgens schafte Fidesz ook nog eens de regel af dat een nieuwe grondwet goedgekeurd dient te worden door 80% van het Parlement (wat de instemming van een deel van de oppositie impliceert) en bracht dat terug tot 66% (de tweederde meerderheid van Fidesz).
Bovendien bleek de commissie die zich met de opstelling van de nieuwe grondwet zou gaan bezighouden ook voor tweederde uit Fidesz mensen te bestaan, die daarmee de inhoudelijke discussie en uitkomst volledig konden domineren. En dat was gezien alle verdere acties van de regeringspartij in de richting van een door hen volledig overheerst politiek systeem, geen erg geruststellende gedachte voor de oppositie.
Toen de premier vervolgens in een parlementair debat ook zei dat hij absoluut niet van plan was die nieuwe grondwet in een referendum voor te leggen aan de bevolking, een suggestie van de socialisten, was de maat vol. In het najaar bedankte de ene na de andere oppositiepartij voor de eer om er als een soort versiering bij te zitten: de socialisten van de MSZP, de Groenen van de LMP en zelfs het extreemrechtse Jobbik.
De Fidesz commissie werkte intussen gewoon door en kwam in December met een samenvatting van een aantal eerste voorstellen (let wel, met nog een maand of vier te gaan was er nog steeds geen volledig ontwerp). Maar bovenal bleek dat er door de sterke vertegenwoordiging van christendemocratische fractie van Fidesz binnen die commissie in het ontwerp ook een aantal typisch conservatief christelijke waarden waren opgenomen, waaronder de bescherming van het recht op leven. Dat werd door velen direct geïnterpreteerd als een opmaat tot de inperking van het recht op abortus (hoe moet je het anders interpreteren?), wat echter een uiterst impopulaire maatregel zou zijn.

Dus gooide Orbán afgelopen week – met nog twee maanden te gaan want inmiddels is de datum voor aanname van de nieuwe grondwet verschoven naar 24/25 April (Pasen, de Wederopstanding) – het roer om.  Er is een nieuwe Fidesz commissie (zonder christendemocraten) benoemd die het ontwerp inhoudelijk moet aanpassen en ook bekijkt in hoeverre de oppositie toch niet overgehaald kan worden mee te doen? Maar de kans daarop lijkt klein, want de oppositie eist hoe dan ook meer tijd en meer invloed. De commissie gaat ook "het volk" bij het proces betrekken: over twee weken krijgt iedere burger een formulier in de bus met twaalf vragen die hij of zij dan kan beantwoorden en de uitkomst van deze peiling kan dan worden meegewogen. Dat klinkt niet naar een erg representatieve steekproef, maar vooral naar populistische sloddervosserij. En het is zeker geen referendum.

Verder deze week:
-        Fidesz discussieert serieus of ouders met kinderen niet navenant meer stemmen moeten krijgen bij verkiezingen (zie ook Baby’s voor stemrecht op www.scribblesfromhungary.com). Het mag wat mij betreft in de analen als een van de meest bizarre ideeën tot nu toe. Orbán en vrouw hebben vijf kinderen dus samen zeven stemmen? Maar het is natuurlijk ook een voorstel met de nodige politieke consequenties. De MSZP is bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in de oudere generatie, wier kinderen allang het huis uit zijn terwijl Fidesz juist meer aanhang heeft onder de leeftijdsgroep van 20-50, jawel, ook de gezinnen met kinderen…
-        De loonstrookjes over Januari zijn binnen en wat de deskundigen al voorspeld hadden, blijkt uit te komen. De belastinghervorming van Fidesz, waaronder de invoering van een vlaktaks per 1 januari zodat er nog meer één tarief inkomstenbelasting van 16% is en meer belastingaftrek voor gezinnen met kinderen, was aangekondigd als “een grote belastingverlaging.” Maar in praktijk levert het vooral de bovenmodale inkomens in dit land heel veel extra geld op, terwijl de minima en de inkomens tot modaal er slechts een heel klein beetje op vooruit gaan (vooral als ze kinderen hebben) of zelfs iets minder blijken over te houden. Een paar ruwe cijfers. Premier Orbán heeft vijf kinderen en een  officieel maandinkomen rond de 1,8 miljoen forint (6700 euro). Hij houdt nu zo’n 250.000 forint (925 euro) per maand meer in de knip. Iemand met één kind (het doorsnee Hongaarse gezin) en een minimuminkomen van 80.000 forint (300 euro) gaat er 5000 forint (18 euro) op vooruit. Maar heb je een minimumloon en geen kinderen, dan verlies je 2000 forint (7 euro).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten