dinsdag 19 april 2011

Een voorproefje: Fidesz-minderheid toch de baas

Gisteren nam de Fidesz meerderheid in het parlement de nieuwe grondwet aan, die onder meer de democratie en de rechtsstaat ernstig inperkt. Die grondwet wordt volgende week getekend door de president en wordt dan op 1 januari 2012 van kracht, zodat we nog een schimmige tussenfase tegemoet gaan.

Deze grondwet werd er door Fidesz doorheen gedrukt, hoewel de partij slechts 53% van de kiezers vertegenwoordigt (Fidesz heeft alleen dankzij het merkwaardige kiesstelsel een tweederde meerderheid in zetels). Sterker nog, in de opiniepeilingen zakt de partij gestaag: Fidesz heeft nu nog maar de steun van 35-40% van het electoraat, ruim 60% van de bevolking vindt dat het de slechte kant op gaat met het land en dat zo’n nieuwe grondwet eigenlijk in een referendum aan de bevolking moet worden voorgelegd (wat Fidesz weigert).
Een van de vragen die permanent opduikt is dan ook of de regering Orbán tezijnertijd, met het oog op de nieuwe parlementsverkiezingen in 2014 bijvoorbeeld, ook met de kiesregels zal gaan rommelen. Zoals Orbán nu tenslotte ook permanent met regelgeving rommelt als het partijbelang daarmee gediend is. Alle regels waarvan iedereen altijd dacht dat ze onaantastbaar waren en dat Fidesz daar toch zeker niet aan zou durven komen, worden naar believen en in soms bizarre produres gewijzigd. Daar kunnen bijvoorbeeld de rechters die dachten dat de onafhankelijkheid van de rechtspraak onaantastbaar was van meepraten.

De stad Esztergom, 45 km boven Boedapest, biedt wellicht een kleine inkijk in wat de toekomst te bieden heeft. In Esztergom had de bevolking zo genoeg van acht jaar Fidesz-rule dat ze bij de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2010 massaal (65%) een gezamenlijke kandidaat van de oppositie, Éva Tetényi, tot burgermeester koos. Het was volstrekt duidelijk, men wilde verandering: weg met de autoritaire regeerstijl van de oude Fidesz burgemeester, weg met de willekeur en het dilletantisme, weg met de Fidesz-partijdigheid en de corruptie. Helaas voor de kiezers: hoewel Fidesz als partij slechts 35% van de stemmen kreeg, heeft ze wel 10 van de 15 zetels in de gemeenteraad van Esztergom en daarmee blokkeert de partij elke verandering. Zodat Esztergom nu op het faillisement afstevent.
De crux in Esztergom is dat de oppositie zich wel verenigde voor de burgemeestersverkiezing (één gezamenlijke kandidaat namens de hele oppositie dwz Groenen, socialisten, een ondernemerspartij en zelfs het extreemrechtse Jobbik; kun je nagaan hoe genoeg ze hadden van Fidesz-rule) maar dat ze dat niet deden op partij-niveau. Elke partij ging op eigen houtje de verkiezing in, maar Hongarije heeft op locaal niveau een „first past the post system,” d.w.z dat al in de eerste ronde de grootste partij de zetel wint (geen tweede ronde dus tussen de twee beste kandidaten)
Aangezien in alle tien districten van Esztergom Fidesz het meest stemmen haalde (tussen de 32 en 42% van de stemmen) won Fidesz alle zetels en moet de oppositie – hoewel ook op dit niveau eigenlijk gesteund door 65% van het electoraat – het doen met slechts vier compensatiezetels (+de burgemeester). En hoewel in het verleden de Fidesz burgemeester, omdat hij altijd en onvoorwaardelijk werd gesteund door de fractie, als een soort koning regeerde over de stad, kan Fidesz nu met haar zetelmeerderheid de burgemeester volkomen vleugellam maken en tegen de wil van de meerderheid van het electoraat haar oude beleid voortzetten.
Dat intussen de stad failliet gaat schijnt de partij niet te deren. Ze trekt nog wel geld uit voor allerlei prestigeprojecten (waar wie weet wie geld aan verdient), terwijl er geen geld meer is voor schoolmaaltijden voor arme kinderen, stadsverlichting, het schoonmaken van straten en parken of reparatie van het wegdek. De bussen in de stad houden er over twee maanden mee op en scholen en het ziekenhuis dreigen vanaf september geheel of gedeeltelijk gesloten te moeten worden.
Stel je nu eens voor dat Fidesz ook op landelijk niveau een „first past the post”-systeem doorvoert (wat ze met haar tweederde meerderheid in zetels zo kan doen)? Ik zie niet hoe er op landelijk niveau een grote coalitie van Groenen, socialisten en extreemrechts te smeden valt (een coalitie op voorhand), in ieder geval niet zolang extreemrechts met zijn paramilitaire groepen op landelijk niveau zo tekeer gaat tegen de zigeunerbevolking. Zelfs een samenwerking tussen de (nog zeer zwakke) Groenen en de (ernstig intern verdeelde) socialisten is op dit moment volstrekt onhaalbaar. En dan kan Fidesz met haar trouwe aanhang van 35% gewoon de grootste blijven. Het is maar één scenario, maar iets in die trant staat er te gebeuren. Want als Orbán iets duidelijk maakt dan is het dat hij de macht voorlopig niet wenst af te staan.

Verder deze week:
- er waren de afgelopen weken zowel in Stockholm als Berlijn congressen waar Hongaarse critici van de Orbán-regering het woord voerden, maar waar ook aanhangers van Fidesz protesteerden tegen „deze aanvallen op de Hongaarse natie.” In beide gevallen was er „toevallig” een camerateam van de Hongaarse staatstelevisie aanwezig om dit protest te registreren en dit via het TV-nieuws aan het Hongaarse publiek te tonen. Aan welke tijden doen dit soort geensceneerde protesten me toch terugdenken?
- ook vertoonde de staatstelevisie (die volgens de Fidesz-mediawet uiteraard geheel objectief dient te zijn) een interview met Daniel Cohn-Bendit, leider van de Groenen in het Europees Parlement en een van de heftigste critici aldaar van Orbán’s rule. Cohn-Bendit werd in de reportage gediskwalificeerd als een pedofiel („hij had het zelf toegegeven”) tegen wie een juridische procedure liep (er is tien jaar geleden iets van een soort zaak geweest die echter werd geseponeerd omdat de kwestie absoluut niets met pedofilie te doen had). Het interview was aantoonbaar gemanipuleerd, maar de verantwoordelijke redacteur, een bekend radicaal rechtse journalist, is inmiddels gepromoveerd en heeft nu een leidende positie in de betreffende nieuwsredactie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten