dinsdag 5 april 2011

Een brug te ver


Het oordeel van de Venetië Commissie, een raad van Europese constitutionele juristen, over de nieuwe Hongaarse grondwet van de Fidesz regering is ‘beleefd negatief.’  De commissie waarschuwt in haar rapport voor “het gebrek aan openheid en serieus publiek debat” bij het proces van het opstellen van de nieuwe grondwet, “waardoor het twijfelachtig is of het document lang houdbaar is.” De Commissie sprak zich ook expliciet uit tegen het inperken van de bevoegdheden van het Grondwettelijke Hof, een essentieel element in de nieuwe grondwet.

Het oordeel onderstreept nog maar eens dat de kritiek op de nieuwe grondwet, die op 18 april door het Parlement zal worden aangenomen, bij lange na niet alleen komt van de linkse oppositie in Hongarije. Onder internationale grondwetjuristen is inmiddels een petitie tegen de grondwet gestart (http://verfassungsblog.de/hungarys-constitution-worry/) en ook László Solyóm, ex-staatspresident, ex-president van het Constitutionele Hof en bekend conservatief politicus, heeft zich er openlijk tegen uitgesproken. Of zouden hij, de Venetië Commissie en al die internationale professoren en juristen behoren tot wat radicaal rechts in Hongarije “die communisten en socialisten en hun links-liberale joodse vrienden,” noemt?

In een eerder artikel ben ik al ingegaan op de eenzijdige manier waarop de wet tot stand komt, het feit dat het een ideologisch document is (in feite het christelijk-nationalistische beginselprogramma van Fidesz) en dat de regerende partij de wet gebruikt om haar machtspositie tot diep  in de jaren twintig te consolideren door de benoeming van een hele reeks functionarissen op sleutelposities (de presidenten/voorzitters van het Constitutionele Hof, de Rekenkamer, de Budget Raad, Justitie, de Mediaraad, de Financiële Toezichthouder e.d. Daar vallen helaas een paar punten aan toe te voegen.

Ook de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt ernstig aangetast. Het Opperste Gerechtshof wordt omgedoopt in de Kuria en kan haar president voortaan niet meer zelf benoemen (uit eigen kring), zoals tot nu toe gebruikelijk was, maar krijgt een door de 2/3 Fidesz meerderheid benoemde president. Ook de allerhoogste rechter van het land wordt dus een partijman.

Zoals ik schreef worden de functies van de vier ombudsmannen ook opgeheven. Er komt nog maar één nationale ombudsman (te benoemen door de Fidesz meerderheid) die drie functies overneemt (mensenrechten, minderheden en milieu), terwijl het werk van de vierde ombudsman (dataprotectie en vrijheid van informatie) - de enige onafhankelijke en niet-politieke functionaris die het recht had zich met staatsgeheimen en de geheime diensten bezig te houden - wordt overgenomen door een regeringsbureau! Handig als je een klacht hebt tegen de manier waarop de regering met data omgaat, toch?

Tenslotte is een belangrijk element van de nieuwe grondwet ook dat het ‘t aantal terreinen waarvoor een tweederdemeerderheid in het parlement vereist is om beleidswijzigingen door te voeren uitbreidt. Dat gaat bijvoorbeeld ook gelden voor essentiële onderdelen van het belastingstelsel (de door Fidesz ingevoerde belastingaftrek voor gezinnen met kinderen), de pensioenwetgeving (het door Fidesz opnieuw ingevoerde staatspensioenstelsel), de gezins- en familiepolitiek (het huwelijk alleen voor man en vrouw) en een aantal elementen van het begrotingsbeleid. Een tweederde meerderheid is ook vereist op bijvoorbeeld terreinen als: kerkpolitiek, mediabeleid (de perswet!), taakstelling en organisatie van het openbaar ministerie, de politie en de geheime diensten, het beheer van staatsbedrijven (privatisering of niet), defensie en het stelsel en de organisatie van locale overheden.

Dit soort regels maken de beleidsruimte voor een toekomstige regering, mocht dat een regering zonder Fidesz zijn, dus uitermate beperkt want ze kan niets doen zonder instemming van Fidesz en door Fidesz gecontroleerde instituten. En dat is ook de expliciete bedoeling. Zoals premier Viktor Orbán zelf zei op een conferentie op 1 april is de familiepolitiek van Fidesz “vastgelegd in de grondwet zodat toekomstige regeringen dat beleid niet of nauwelijks kunnen veranderen.” De regels laten ook een wat somberder scenario toe mocht in 2014 Fidesz de verkiezingen verliezen en buiten de regering blijven, aldus de econoom Tamás Bauer. De nieuwe regering moet dan volgens de nieuwe grondwet op zijn laatst op 31 maart 2015 haar begroting voor 2015 goedgekeurd krijgen door de Budgettaire Raad (benoemd door Fidesz), anders kan de staatspresident (benoemd door Fidesz) het parlement ontbinden en nieuwe verkiezingen uitschrijven.

Zoals László Majtényi, constitutioneel jurist en de voormalige (eerste) ombudsman voor dataprotectie en vrijheid van informatie, het uitdrukt: “Deze grondwet schaft de democratie niet af, maar het is wel een zeer forse stap achteruit.”

Verder deze week:

- Er is opeens op het Kossuth Plein, het plein voor het Parlement, deze hele zomer  een fototentoonstelling. Daarom, zo is er besloten, kunnen er tot en met Augustus geen demonstraties voor het Parlement plaatsvinden. Een opvallende beslissing van een partij die in 2006 moord en brand schreeuwde toen datzelfde plein (na allerlei rellen) maandenlang voor een deel met hekken was afgezet om permanente demonstraties tegen te gaan. Oppositieleider Viktor Orbán ging toen parmantig voorop in het (illegaal) weghalen van die hekken onder het motto dat het Kossuth Plein van het volk was en er altijd gedemonstreerd moest kunnen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten