vrijdag 28 maart 2014

Gedeisd


In het stadje Szekszárd is de voorzitter van de lokale afdeling van de DK – de liberale partij van ex-premier Ferenc Gyurcsány die ook deel is van de progressieve oppositiecoalitie – een plaatselijke ondernemer. Mij kan niemand onder druk zetten om mijn politieke activisme want ik verdien mijn eigen inkomen, dacht hij. Klopt, maar dat neemt niet weg dat zijn ex-vrouw en zijn zoon, die beiden in Szekszárd in overheidsdienst werken, wel werden benaderd door de plaatselijke macht (Fidesz) met de mededeling dat dat tegendraadse politieke activisme van hun ex-man/vader ‘natuurlijk niet erg gunstig was voor hun loopbaan.’

Alleen Fidesz
Of neem de kleuterleidster met DK-sympathieën die op een private bijeenkomst met vrienden en kennissen fel de huidige Fidesz burgemeester van haar dorp kritiseerde. Een paar dagen later werd ze bij de directrice van de lokale kleuterschool geroepen die haar namens de burgemeester meedeelde ‘dat dit de eerste en de laatste keer was dat ze zich zo negatief over hem uitliet.’ En er is de ambtenares die al meer dan 15 jaar werkte als expert arbeidszaken van de Hongaarse delegatie in Brussel en die van de ene op de andere dag te horen kreeg dat ze kon gaan omdat ze te links-liberaal was. En de architect in dienst van een buitenlandse onderneming in Hongarije die zich tegenover een klant wat snerend uitliet over het beleid van de huidige regering en vervolgens door zijn baas, de lokale Hongaarse manager die openlijk pro-Fidesz is, op staande voet werd ontslagen.

Dit soort verhalen is legio. Het is leraren verboden om in het openbaar te klagen over de gang van zaken op hun school of de werkwijze van KLIK, het nieuwe centrale bureau dat niet alleen beslist over elk wissewasje in elke openbare school van Hongarije maar ook over aanstelling en ontslag van onderwijzend personeel. De vele honderden zo niet duizenden ambtenaren die de afgelopen jaren door Fidesz zijn ontslagen omdat ze als politiek onbetrouwbaar golden, staan op een virtuele zwarte lijst om te zorgen dat geen enkele overheidsinstantie of semi-overheidsinstantie hen nog aanneemt. Het is voor buitenlandse journalisten moeilijker dan ooit om mensen te vinden die willen zeggen wat ze echt denken over de politieke situatie, zeker als er een TV camera aan te pas komt. En de samenstellers van opiniepeilingen moeten tegenwoordig vier- tot vijfduizend mensen opbellen om een “representatieve steekproef van duizend respondenten” bij elkaar te schrapen, aangezien de grote meerderheid weigert hun vragen zelfs maar anoniem en aan de telefoon te beantwoorden (tot een jaar of drie geleden werkte 1 op de 2 mee, nu is dat 1 op de 3 a 4).

Want de boodschap is duidelijk en wordt heel goed begrepen. Wie zich openlijk en actief tegen de huidige regering keert, riskeert daarmee zijn baan bij de overheid, de semi-overheid, zoals het onderwijs en de culturele sector, en zelfs bij een hoop private bedrijven die ofwel goede banden hebben met de machthebbers ofwel afhankelijk zijn van opdrachten van die overheid (media en reclame, de bouw, de dienstverlening. Het zal lang niet altijd echt gebeuren, maar je loopt wel dat risico. En premier Orbán wakkert die angst in zijn speeches, bijvoorbeeld op de 15e maart, ook keer op keer aan. 'Wij Hongaren zijn in oorlog met de multinationals, met de bureaucraten in Brussel, met slinkse linkse en liberale machten uit het buitenland die ons willen koloniseren en knechten. Er zijn maar twee mogelijkheden: ofwel je bent een trotse Hongaar en je steunt ons ofwel je bent een verrader van de nationale zaak en een lakei van het buitenland.' Is het een wonder dat zelfs veel van degenen die niet geloven in alle nationalistische en populistische slogans – en dat zijn er helaas veel te weinig –zich liever net als het grote gros van de bevolking gedeisd houden. Zoals een campagneleider van de socialistische partij MSZP recent verzuchtte: ik schat dat de overgrote meerderheid van onze activisten inmiddels zijn of haar baan is kwijtgeraakt.

Ik ben de eerste om te erkennen dat de oppositie er de afgelopen vier jaar niet veel van heeft gebakken. Ze was te verdeeld, te verward, te weinig zelfkritisch, vernieuwend en professioneel en zal mede daarom deze 'verkiezingen' hoogstwaarschijnlijk verliezen. Maar er zijn bepaald ook factoren die zo'n uitkomst vrijwel onvermijdelijk maken, van de gemanipuleerde kiesregels en de beperkte mediavrijheid tot dit soort praktijken die het voeren van een zeer actieve huis-aan-huis campagne wel heel moeilijk maken. "Er heerst een klimaat van angst en apathie, maar de stem die kiezers op 6 april a.s. uitbrengen is nog wel geheim en vrij en daarvoor moeten we de bevolking mobiliseren," aldus oppositieleider Gordon Bajnai optimistisch. Het klinkt als een laatste strohalm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten