maandag 17 januari 2011

Vertrouw ons!

De Hongaarse regering en de nieuwe media-autoriteit houden nog steeds vol dat er helemaal niets mis is met de mediawet, dat alle critici de wet gewoon niet goed lezen en dat er geen enkele passage in staat die niet elders in Europa ook in een of andere mediawet voorkomt. Tegelijk erkennen ze dat de nieuwe wet hen de mogelijkheid geeft tot een zekere inhoudelijke controle, maar dat ze daar geen misbruik van zullen maken. “Vertrouw ons en wacht nu eerst eens af hoe we dit gaan toepassen,” aldus het argument.

Een van de hoofdpunten van kritiek betreft de volgende passage: “De inhoud van media mag niet, expliciet of impliciet, personen, naties, gemeenschappen, nationale, etnische, taalkundige en andere minderheden of enige meerderheid [!], noch enige kerk of religieuze groep beledigen of discrimineren,” aldus artikel 17, lid 2 van de media grondwet. In lid 1 van datzelfde artikel wordt ook haat zaaien tegen dezelfde groepen verboden. Wie zich daaraan niet houdt, kan een boete opgelegd krijgen door de media-autoriteit.

Is blaffen nog vrij?
Kern van de bezwaren hiertegen is dat dit zeer breed kan worden uitgelegd en dus de mogelijkheid schept van censuur. Want wat is haat zaaien, discrimineren of, nog algemener, beledigen? Daar denkt de verongelijkte partij ongetwijfeld heel anders over dan de tekenaar van een spotprent of de schrijver van een column. Bovendien zijn deze regels niet alleen van kracht op de publieke media, maar ook op private radio en TV zenders, de schrijvende pers en het Internet. En bovenal: als je zoiets al in de wet wilt hebben (en dat is een moeilijk debat, zeker ook in juridische kring), dan hoort het in het gewone strafrecht thuis zodat mensen of groepen die zich beledigd voelen naar de onafhankelijke rechter kunnen stappen en om een oordeel kunnen vragen. Maar de Hongaarse wet draait de procedure om, geeft een door de regeringspartij benoemd college de bevoegdheid om inhoudelijk te oordelen en boetes/straffen uit te delen en geeft de media als enige redmiddel de mogelijkheid om naar de rechter te stappen (hoe vaak en tegen welke kosten?) om een boete eventueel opgeheven te krijgen. Dit leidt op zijn minst tot een klimaat van zelfcensuur, op zijn ergst tot censuur.

De belofte van de media-autoriteit, gesteund door de Fidesz regering, dat ze deze wet coulant en evenredig zal toepassen is natuurlijk niet ter zake doende. Zelfs als dat nu waar is, wie zegt dat dat over twee jaar nog zo is of dat een volgende media-autoriteit er net zo over denkt? Het gaat niet om goede voornemens, het gaat om institutionele garanties. Die bevoegdheid om te verhinderen dat media inhoudelijk niet over de schreef gaan hoort, als je die al wilt, simpelweg niet in een mediawet en bij zo'n autoriteit thuis. Zoals er ook goede redenen en mogelijkheden zijn, zeggen tal van zeer goed geïnformeerde mediajuristen elders in Europa, om de media-autoriteit niet zoveel macht te geven, de benoeming van de leden van die autoriteit anders te regelen, het geheim blijven van bronnen beter te garanderen enz. enz.

En vertrouwen? Dat is een wat onbeschaamde vraag van politici die deze wet er eerst doorheen gejast hebben zonder ooit naar kritiek te willen luisteren, het oordeel van andere experts te willen horen of zelfs maar de normale parlementaire procedures aan te houden. Zoals Fidesz de afgelopen acht maanden allerlei wetten, zelfs een nieuwe grondwet, er doorheen jast zonder serieus debat, in strijd met gangbare parlementaire procedures en herhaalde malen ook in strijd met de grondwet. En wie daar kritiek op levert – het Grondwettelijk Hof, de Budgettaire Raad, de Nationale Bank, ambtenaren enz. – wordt genegeerd en aan de kant geschoven. Vertrouw ons? Op basis waarvan?

Verder deze week:

 – Afgelopen  vrijdag protesteerden er enige duizenden bij het Parlement voor de persvrijheid. De demonstratie was georganiseerd door een aantal jongeren via Facebook en het Internet. Hun expliciete verzoek was dat politieke partijen zich afzijdig zouden houden.
– Ook op blog- en websites van jonge conservatieven in Hongarije (bijvoorbeeld konzervatorium.blog.hu) begint vlijmscherpe kritiek op de regering Orbán los te komen. Deze jonge conservatieven waren in mei afgelopen jaar nog dolblij met de enorme verkiezingsoverwinning van Orbán. Nu zijn ze zwaar teleurgesteld en hebben ze het over de ondermijning van de democratische rechtsstaat, een gevaarlijke en volstrekt inconsistente economische politiek, de corruptie, het ongebreidelde populisme en Orbáns ongebreidelde zucht naar macht.
– De regering diende, in weerwil van de kritiek van de Europese Centrale Bank, het voorstel tot wetswijziging in dat de onafhankelijkheid van de Nationale Bank, wiens gouverneur immers uiterst kritisch is over het Fidesz beleid, aanzienlijk inperkt. Het voorstel moet in maart ingaan. Benieuwd hoe de EU daarop reageert. O ja, vertrouw ons nou?






Geen opmerkingen:

Een reactie posten