maandag 24 januari 2011

Waakhond

Het is altijd weer interessant om te zien hoe anders mensen tegen iets aan kunnen kijken. Vorige week werd premier Viktor Orbán in het Europese Parlement in Straatsburg overladen met soms zeer felle kritiek op de nieuwe Hongaarse mediawet, maar ook hij beet fel van zich af. Zijn critici zagen zich bevestigd in hun beeld van Orbán als een autoritair ingestelde nationalist die moeite heeft met debat en compromis en hard op weg is om naast Berlusconi het tweede zwarte schaap van democratisch Europa te worden. Maar in de ogen van de meeste Hongaren liet Orbán juist zien dat hij een krachtdadige leider is die opkomt voor de Hongaarse nationale zaak en zich niet laat piepelen door arrogante West Europeanen.

Natuurlijk kwam de kritiek vooral van de liberalen (Guy Verhofstad), sociaal-democraten (Martin Schulz) en Groenen (Daniel Cohn-Bendit) in Europa. Een zinnige suggestie kwam wat mij betreft ook van D'66 in Straatsburg, dat voorstelde een Europese waakhond voor de persvrijheid in te stellen: een betrouwbare Europese instantie die elk jaar de staat van de persvrijheid in alle lidstaten van de Europese Unie onderzoekt. Ook een enkele conservatief gaf aan moeite te hebben met de Hongaarse mediawet zoals die er nu ligt en hoewel de meeste Europese christen democraten in algemene zin hun steun uitspraken voor partijgenoot Orbán, hamerden velen van hen er ook nadrukkelijk op dat ze ervan uitgaan dat hij zijn belofte om de wet te wijzigen op die punten die de Europese Commissie onacceptabel vindt, ook inderdaad gestand doet.
Of dat zo zal zijn, valt te bezien. De tactiek van de regering Orbán lijkt vooralsnog te bestaan uit rekken en trekken, glashard ontkennen dat er ook maar iets mis is (er komt bijna dagelijks een verklaring met die strekking van deze of gene functionaris) en intussen suggereren dat de kritiek op de regering Orbán eigenlijk “een aanval op de Hongaarse natie” is (Orbán in het Europees Parlement) en de kritiek op de mediawet een links complot waarachter zakelijke belangen schuil gaan (lees: West-Europese multinationals die het niet eens zijn met de superhoge crisisbelastingen). Het soort populisme en nationalisme, kortom, dat het goed doet bij het thuisfront.
Intussen valt het ook nog maar te bezien of de Europese Commissie haar rol als waakhond waar kan maken. De Commissie kan alleen maar die dingen controleren waarover Europese regels bestaan. Maar het is onduidelijk in hoeverre de Commissie zich kan uitlaten over wat persvrijheid precies is, hoe je die gestalte moet geven (en hoe vooral niet) of hoe een media autoriteit er uit moet zien (en hoe niet). Neelie Kroes heeft inmiddels vrijdag haar brief met kritiek verstuurd en ze wil binnen twee weken antwoord, maar ze beperkt zich daarin, tot opluchting van de Hongaarse regering, vooral tot een aantal tamelijk technische punten. Wel heeft haar woordvoerder vandaag laten weten dat ze ook nog naar de meer principiële kant van de zaak kijkt (in tegenstelling tot wat de Hongaarse regering suggereerde, blijkt dat ook in haar brief te staan), maar het is onduidelijk wat daar de bevoegdheden van de Commissie zijn.
Ook andere waakhonden kijken naar de meer principiële kant, zoals het Europese Hof voor de Mensenrechten (maar dat is een zeer langdurige procedure en bij mijn weten heeft nog niemand dat aangekaart) of natuurlijk de rechter in eigen land, het Hongaarse Constitutionele Hof. Dat buigt zich weliswaar over de zaak, maar niemand weet wanneer en of ze ooit met een uitspraak zal komen en wat daar dan weer het gevolg van zal zijn.
Overigens las ik een zeer goede zakelijke kritiek op de wet en op de argumenten van de regering dat er niets mis mee is van media advocaat Gábor Polyá, zie

Verder deze week.
– er ligt al enige weken een wetsvoorstel van Fidesz, dat neerkomt op het vernietigen van het archief van de communistische geheime dienst. In dat archief zitten de dossiers van mensen die destijds in de gaten werden gehouden, informanten e.d. In de afgelopen twintig jaar was dat archief beperkt toegankelijk. Aanvankelijk konden alleen mensen die hun eigen dossier in wilden zien dat doen (maar de meeste namen van personen in de file werden dan nog zwart gemaakt) en de laatste paar jaar was er een speciale commissie die het materiaal doorspitte en ruimere publicatie voorbereidde. Die commissie is nu opgeheven en volgens het nieuwe wetsvoorstel kunnen in de toekomst privépersonen niet alleen hun eigen dossier inzien, maar ook uit het archief verwijderen. Niets belet dan voormalige informanten om in ieder geval een deel van het voor hun belastende materiaal op te halen en te vernietigen. Je kunt je afvragen waarom een partij, die zich erop voorstaat zo anti-communistische te zijn, dat nou wil? Los daarvan zijn vooral historici in alle staten: dat is geen manier om met een uniek geschiedkundig archief om te gaan.
– ook al enige tijd speelt de filosofen affaire. Eerst kwam het nieuw benoemde hoofd van het Filosofen Instituut van de Hongaarse Academie van Wetenschappen met aantijgingen dat een aantal filosofen van het instituut (jawel, allemaal links of liberaal georiënteerde wetenschappers) teveel tijd doorbrachten met het schrijven van politiek getinte artikelen voor bladen en kranten en dat sommigen van hen niet eens de nodige officiële diploma's en papieren hadden. Dat laatste sloeg o.a. op Miklos Tamas Gaspar, een in Hongarije zeer bekende linkse filosoof en een van de voornaamste dissidenten in de jaren tachtig. Inderdaad, de man spreekt weliswaar een stuk of zeven talen vloeiend, maar heeft geen diploma's omdat hem dat destijds onder het communisme onmogelijk werd gemaakt. En recent kwam een regeringsgezinde krant ook nog eens met de beschuldiging dat “een liberale kring van filosofen”, waaronder de internationaal vermaarde Agnes Heller, van de vorige regering onterecht een subsidie had gehad van 2,5 miljoen euro, een bedrag dat ze als een soort private bankrekening zouden hebben gebruikt. Een regeringsfunctionaris belast met het opsporen van misstanden onder de vorige linkse regeringen besloot de dag na publicatie om direct een diepgravend onderzoek in te stellen. Maar volgens de betrokken filosofen klopt er van het hele verhaal niets. Het ging om subsidie van 300.000 euro, toegekend voor een project dat drie jaar duurde, en die is toegekend volgens een heel normale procedure. Volgens de filosofen heeft dit soort aantijgingen alles te maken met het feit dat zij zich bepaald niet lovend uitlaten over Viktor Orbán en zijn beleid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten