woensdag 27 juli 2011

Spin


Als Fidesz ergens goed in is, is het in “spin”. Zo weet de Hongaarse regeringspartij zichzelf al jaren te afficheren als de enige en echte anticommunistische partij in het land, terwijl socialisten en liberalen eigenlijk allemaal communisten zijn en waren. Ook is Fidesz er recent weer in geslaagd het beeld te vestigen dat de regering Orbán het land gered heeft van het faillissement en Griekse toestanden. Voor de aanhang van Fidesz zijn dit keiharde feiten, maar in werkelijkheid zijn het voor 80% fabels.

... het is niet goed met hem gegaan.
Neem Péter Heltai, een man die het afgelopen jaar behoorlijk carrière wist te maken in hiërarchie van de Fidesz regering. Hij was eerder al een belangrijke speler in de mediamarkt in Hongarije (medeoprichter en eigenaar van de Fidesz-gezinde nieuwszender Inforadio bijvoorbeeld) maar inmiddels ook een van de auteurs van de Fidesz mediawet en nu een naaste medewerker van de huidige minister van nationale ontwikkeling. Maar Heltai, een Hongaar die geboren en getogen is in het Roemeense stadje Cluj, was tussen 1982 en 1987 ook een “actieve en betrouwbare” informant voor de Securitate, de geheime dienst van communistisch dictator Ceausescu. Hij bespioneerde diverse Roemeense intellectuelen van Hongaarse afkomst en schreef rapporten over hen, zo bleek eind 2010 uit Securitate archieven die openbaar werden. Dat schijnt geen belemmering te zijn voor de anticommunistische Fidesz regering.
En Heltai is geen uitzondering. In en om Fidesz zitten net als in en om de socialistische MSZP tal van mensen die in de communistische tijd ofwel Partijlid waren en/of hun carrière dankten aan hun goede relatie met de partij. Dat gaat van de minister van buitenlandse zaken en de staatspresident via meneer Heltai tot en met de diverse oligarchen die Fidesz met veel geld en zakenconnecties steunen. In de eerste Fidesz regering van 1998 tot 2002 zaten nota bene meer ex-leden van de voormalige communistische partij MSZMP dan in de socialistische regering van premier Gyula Horn die van 1994-1998 regeerde.
Het huidige Fidesz komt, dat is een feit, voort uit de anticommunistische jeugdbeweging met dezelfde naam die in 1988 werd opgericht door een stuk of tien jongeren waaronder Viktor Orbán. Maar Fidesz heeft die koers al heel lang geleden verlaten en gebruikt het anticommunisme label alleen nog als wapen in de partijpropaganda: jouw communisten zijn slechter dan mijn communisten. Spin dus.

Van meer recente datum is de mythe dat deze regering Hongarije het afgelopen jaar van het faillissement heeft gered. Feit is dat Hongarije financieel het afgelopen jaar niet is ingestort, maar dat is het dan ook wel zo ongeveer, de rest is spin. De echte financiële redders van Hongarije waren in 2009 en 2010 het IMF en de EU (die Hongarije goedkope miljardenkredieten gaven om een bankroet te voorkomen) en de vorige regering van premier Gordon Bajnai die een paar harde bezuinigingen doorvoerde en zo de begroting stabiliseerde. Toen Viktor Orbán aan de macht kwam in mei 2010, was het gevaar afgewend en het Hongaarse huishoudboekje redelijk op orde.
Vervolgens begon de nieuwe regering met allerlei onverantwoorde uitgaven waarbij met name de invoering van de voor rijken zo gunstige vlaktaks jaarlijks heel veel inkomsten scheelt. Toen daardoor het begrotingstekort weer volledig uit de hand leek te lopen, kwam de regering Orbán met het sluwe plan om de private pensioenreserves van miljoenen burgers in beslag te nemen en zo de gaten te stoppen. Eenmalig, want volgend jaar is dat geld alweer helemaal op.

Verder deze week:
Er circuleren nieuwe plannen van de Fidesz regering om te snijden in allerlei sociale rechten en uitgaven. Naast de zeer grootschalige plannen voor werkverschaffing a la de 30-er jaren, het verkorten van de WW periode tot maximaal drie maanden (in Nederland twee jaar) en de inperking van de rechten van vakbonden in bedrijven, is er nu ook sprake van het versoepelen van het ontslagrecht ten gunste van werkgevers (wat heet, er wordt zelfs overwogen de opzegtermijn helemaal op te heffen) en werkgevers ook de mogelijkheid te geven zwangere vrouwen en mensen boven de 55 jaar veel gemakkelijker te ontslaan. Al dit soort zaken zijn in flagrante tegenstelling met populistische maar pertinente verkiezingsbeloften van Fidesz vóór mei 2010. Peter Oszkó, die minister van financiën was in de regering Bajnai, betitelde het sociale beleid van Fidesz al als “ultra-liberaal.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten