vrijdag 5 oktober 2012

De Gripen affaire



De afgelopen weken kwam opnieuw de al jaren slepende Gripen affaire in het nieuws omdat in Oostenrijk een proces aanstaande is tegen baron Alfons Mensdorff-Pouilly. Deze vertegenwoordiger van het vliegtuigbedrijf werd in 2009 gearresteerd omdat hij op grote schaal steekpenningen zou hebben verdeeld aan diverse regeringen in Centraal Europa. Ook Hongaarse contacten, waaronder een persoon met de codenaam “zwijn”, kregen miljoenenbedragen.


De Saab-Gripen is een Zweedse straaljager vergelijkbaar met de F-16. Tussen 2000 en 2008 kochten/huurden Oostenrijk, Tsjechië en Hongarije een aantal van deze toestellen. De aanschaf in 2001 door de toenmalige Orbán regering was opmerkelijk, omdat de Hongaren tot een paar maanden ervoor mede op advies van luchtmachtexperts nog voor de F-16 leken te gaan. Maar hoewel ze vier keer zo duur waren, koos premier Orbán persoonlijk van de ene op de andere dag toch voor het leasen van 14 Gripens. Vanaf het begin ventileerden critici in de media het vermoeden van corruptie, waarbij niet alleen Fidesz-mensen geld zouden hebben gehad maar mogelijk ook figuren in de socialistische oppositie die nogal onverwacht met de Gripen deal instemden.

Eerst begon de Britse justitie een onderzoek omdat het Britse BEA als toeleveringsbedrijf bij de productie van de Gripen betrokken was. Dat onderzoek, waaraan ook justitie in Hongarije meewerkte, bracht materiaal naar boven waaruit bleek dat Pouilly via off-shore bedrijven o.a. vijf onbekende personen in Hongarije miljoenen dollars had gegeven. In notulen van bijeenkomsten van de lobbyisten is onder meer sprake van “betalingen aan de socialisten” en van 5% voor een zekere “zwijn”. Maar vervolgens werd de zaak geschikt en bewijsmateriaal uit dat onderzoek verdween in een diepe la in Londen.

Dat bewijsmateriaal is daardoor niet langer beschikbaar voor de Zweedse, de Oostenrijkse en de Tsjechische justitie die allemaal hun eigen onderzoeken startten. Alleen de Hongaarse justitie – tussen 200o en 2006 onder leiding van een Fidesz-getrouwe nationaal hoofdofficier, die in 2010 is herbenoemd – heeft nooit stappen ondernomen. Ook op een aanbod van de Zweden om informatie te delen, werd niet gereageerd.

Er was wel in 2008 een parlementaire onderzoekscommissie in Hongarije. Maar wat bleek al snel? Dat alle belangrijke documentatie over de Gripen op het ministerie van defensie simpelweg was verdwenen. Het onderzoek van de commissie liep daardoor op niets uit en haar eindrapport werd zelfs niet openbaar gemaakt maar tot staatsgeheim verklaard. En de Hongaarse justitie houdt intussen vol dat er geen aanwijzingen zijn dat iemand in Hongarije steekpenningen aannam. “Dat is bepaald bovennatuurlijk,” oordeelt anticorruptie-waakhond Transparency International, aangezien het vaststaat dat er wel steekpenningen de grens overgingen.


Verder de afgelopen week:


- Nog iets anders: het parlement bespreekt dezer dagen een wetswijziging die de Hongaarse overheid de mogelijkheid geeft om, met een beroep op het handels- of bedrijfsgeheim, overheidscontracten die met publieke gelden worden gefinancierd niet aan de openbaarheid prijs te geven.

- Ziekenhuizen gaan verplicht worden om producten af te nemen die in gevangenissen worden geproduceerd. Volgens de regering moeten ziekenhuizen afnameverdragen met gevangenissen sluiten, zelfs als de producten 20% duurder zijn dan op de vrije markt (om van de mindere kwaliteit nog maar niet te spreken). Zo moeten de noodlijdende kassen van de staatsziekenhuizen de noodlijdende kassen van het gevangeniswezen redden.

Nieuw nationaal schilderij: Horthy
- De regering is nu ook begonnen om zelf litterair werk uit te geven waarvan zij vindt dat Hongaren die moeten lezen om het “nationale gevoel te versterken.” Er is een lijst (De Nationale Bibliotheek) van 100 boeken van conservatieve schrijvers die, naar het oordeel van Orbán, in het verleden te weinig aandacht kregen. De staat gaat die werken nu op grote schaal drukken, verkopen en mogelijk ook weggeven ( aan scholen en bibliotheken). Een groot deel van die boeken zijn overigens al lang gewoon commercieel te koop (deels voor een lagere prijs dan ze nu gaan worden gedrukt door vadertje staat). Het hele plan wordt uitgevoerd door Imre Kerényi, die eerder ook toezag op het tot stand komen van een nieuwe reeks “nationale” schilderijen en die regelt regelt dat er tientallen nieuwe beelden van “nationale” figuren in het straatbeeld verschijnen. Kerényi is een echte expert op agitprop gebied: hij was tussen 1965 en 1989 een trouw lid van de communistische partij, theaterdirecteur en organisator van een aantal openbare manifestaties ter ere van de Grote Oktober Revolutie en andere communistische feestdagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten